Samenvatting week 1:
Hoorcollege 1: Opfriscollege nierfunctie
Anatomie:
• Ze liggen achterin de buikholte, kan je niet met handen voelen
• Bloedvoorziening: a. Renalis, v. Renalis
• Opbouw
- Schors
- Merg= driehoekjes (=piramides à verzamelbuisjes in nierbekken, via urether naar
blaas) à Streepjes zijn buisjes van Henle
- Elke nier 1 miljoen nefronen, in totaal 2 miljoen dus
• Radiaire structuur: komt doordat nefronen in radiale richting gerangschikt zijn, 2 soorten
nefronen: juxtamedullaire (diepe) en corticale nefronen (oppervlakkig), juxtamedullaire
groot belang van concentrerend vermogen en hebben:
- Glomerulus= kluwen vaten met aanvoerend (afferent) en aanvoerend (efferent)
bloedvat, hier onder invloed van bloeddruk filtratie in kapsel van bowman, er wordt
150 L voorurine gemaakt, 99% wordt teruggehaald door tubulaire resorptie
- Proximale tubulus= 2/3 terugresorptie
- Lis van Henle= groot concentrerend vermogen
- Distale tubulus= uitscheiding van stoffen
à Verzamel buisjes vangen voorurine op van verschillende nefronen
Bloeddruk:
• Relatief hoog in capillairen à geneigd vloeistof uit bloedbaan te persen, dat is niet overal
zo (bijv. longen, dan krijg je longoedeem).
• Nieren heerst vrij hoge druk à gemiddeld 100 mmHg, in glomeruli 50mmHg
• Regulatie door juxtaglomerulaire cellen:
- Bloeddruk laag: vat valt samen à renine maken à bloeddruk hoger
- Bloeddruk hoog: vat verwijdt à minder renine maken à bloeddruk lager
Glomerulus
• Heeft 3 lagen: fenestraties, basaal membraan, podocyten
• Basaalmembraan= negatief geladen, dat negatief geladen eiwit die er nog doorheen
kunnen komen er nu niet doorheen kunnen komen (er zijn ziekten waarbij er geen
negatieve lading is) = selectiviteit (door lading)
Voorurine bevat:
• Wel: water, aminozuren, glucose, ureum, mineralen
• Geen: plasma eiwitten, bloedcellen
Drukken- starlingmechanisme:
• Hydrostatische druk in capillairen: zeer hoog en onveranderd in loop van de capillairen à
blijft zo hoog omdat zowel af- als aanvoerende capillair een arteriole is = Pgc = 50mmH
• Colloïde- osmotische druk in capillairen: verandert als enige wel = Ngc à neemt toe
omdat veel water wordt gefiltreerd en eiwitten achterblijven = niet constant
• Hydrostatische druk in kapsel van Bowman: laag en constant à voortdurend vloeistof
afvoer = Pbs = 10 mmHg
• Colloide- osmotische druk in kapsel van Bowman: 0 à geen filtratie van eiwitten= Nbs