2.1 Idee & oorsprong van de rechtsstaat
1.1 Wat is een rechtsstaat?
Rechtsstaat = een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen macht en
willekeur door de overheid. Iedereen moet zich aan de wet houden Basis van de rechtsstaat.
Dubbele zekerheid: stemrecht,dus inspraak in politiek & men wordt beschermd tegen machthebbers.
Eigenlijk zegt de overheid: "Dit zijn de door ons democratisch vastgestelde regels en die je als burger
verwacht te volgen. Als je dat doet, zullen wij deze regels toepassen op jouw gedrag. Wij zullen ons
er ook aan houden." Rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers & bestuurders.
1.2 Beginselen van de rechtsstaat
Het begin idee van de rechtsstaat begon in de 17e/18e eeuw, toen er nog absolute macht was.
beroemde uitspraak: “L’état, c’est moi!” – Lodewijk XIV (1661-1715)
De rechtsstaat staat recht tegenover dictatuur. Beginselen van rechtsstaat worden gevormd door:
Trias politica = Montesquieu: tegenover de macht van de koning moet een democratisch
gekozen parlement komen (wetgevende macht). De ministers & koning voerden deze slechts
uit (uitvoerende macht). Ook moet er een onafhankelijke (rechterlijke macht) zijn. (§2.2)
Grondrechten = rechten die zo fundamenteel zijn voor de vrijheid, ontplooiing, welzijn en
de bescherming van het individu en groepen, dat ze in de grondwet zijn vastgelegd.
Montesquieu’s ideeën leidden later tot de Amerikaanse Revolutie: “no taxation without
representation” wie belasting betaalt, heeft het recht zijn leiders te kiezen. Vlak daarna
kwam de Franse Revolutie: “vrijheid, gelijkheid en broederschap”. Hierna werd de absolute
macht in Europa afgeschaft. Koning is gebonden aan de grondwet (constitutionele monarchie)
‘Constitutie’ oftewel ‘bottenstelsel’ duidt de fundamentele functie v/d Grondwet aan. (§2.3)
Legaliteitsbeginsel = de overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van
burgers als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd en voor iedereen gelden. (§2.4)
1.3 Na de Tweede Wereldoorlog
In de 20e eeuw kwam er dictatuur (Duitsand, Italië) en communisme (Oost-Europa) rechtstaat-
gedachte werd direct na WOll weer actueel: uitgangspunten moesten hergeformuleerd worden.
In 1948: de VN formuleerde de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM).
In 1950: het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) werd gesloten in Rome.
o Beide speelden grote rol in de verbetering en bewustwording van mensenrechten.
Als er soms in situaties onrechtvaardigheid wordt ervaren, komt de rechtsstaatgedachte weer
scherp naar boven. De rechtsstaat geeft een uiterste ondergrens aan waarin je situaties e.d. kunt af-
meten ‘t is de maatstaf als we willen beoordelen hoe de overheid functioneert en wat nog kan.
De normen en waarden van een rechtstaat vormen soms een minimale bindding die burgers en
groepen met elkaar verbinden. Daarmee is de rechtsstaat niet alleen de grondslag voor de
parlementaire democratie, maar ook voor de pluriforme samenleving en de verzorgingsstaat.