MONDELING ITLB
Samenvatting
PETROS JAGUBJAN
Examen: april 2023
,Inhoudsopgave
1 Burgerlijk recht .........................................................................................................................................................2
2 Handelsrecht ..............................................................................................................................................................5
3 Vervoerovereenkomst............................................................................................................................................8
4 Tussenpersonen..................................................................................................................................................... 12
5 Logistiek .................................................................................................................................................................... 14
6 Douanevoorschriften ........................................................................................................................................... 16
7 Belastingrecht ......................................................................................................................................................... 19
8 Verzekeringen......................................................................................................................................................... 23
9 Organisatie, beheer en kwaliteitszorg .......................................................................................................... 26
10 Keuze en onderhoud van voertuigcomponenten…………………………………………………………28
11 Goederenbehandeling..................................................................................................................................... 32
12 Vervoer van levende dieren ......................................................................................................................... 36
13 Intermodaal vervoer ....................................................................................................................................... 38
14 Maximale afmetingen en massa’s .............................................................................................................. 41
15 Telematica ........................................................................................................................................................... 45
16 Vervoer van gevaarlijke stoffen: Het ABC van het ADR .................................................................... 47
17 Vervoer onder geleide temperatuur ......................................................................................................... 52
18 Afvalvervoer ....................................................................................................................................................... 54
19 Toegang tot het beroep .................................................................................................................................. 58
20 Veiligheid op de weg ....................................................................................................................................... 62
1
,1 Burgerlijk recht
1.1 Verbintenissen in het algemeen
Verbintenis:
Het is een rechtsband, waardoor een persoon, de schuldenaar, verplicht is (dwingend karakter)
tegenover één of meerdere personen, de schuldeisers, iets te geven, te doen of te laten.
1.1.1 Soorten verbintenissen
- Verbintenis om te doen, te geven of niet te doen
- Middelenverbintenis: schuldenaar is verplicht alle nodige middelen aan te wenden om
een resultaat te behalen. Maar dit kan niet beloofd worden. Bv. advocaat
- Resultaatsverbintenis: schuldenaar is verplicht een bepaald resultaat te behalen.
- Hoofdelijke verbintenis: hier kan de schuldeiser eender welke schuldenaar aanspreken
voor de gehele schuld, waarna alle schuldenaars verlost zijn van de openstaande schuld.
- Verbintenis onder voorwaarde: verbintenis wordt afhankelijk gemaakt van een
toekomstige, onzekere verbintenis.
1.2 Overeenkomsten
Overeenkomst:
Ook wel een contract is de wilsovereenkomst van twee of meer personen met de bedoeling
tussen hen verbintenissen te doen ontstaan of verdwijnen.
1.2.1 Soorten overeenkomsten
- Wederkerige overeenkomst: beide partijen verbinden zich tegenover elkaar, bv.
transport
- Eenzijdige overeenkomst: slechts één partij verbindt zich tegenover de andere, bv.
borgtocht
- Overeenkomst ten bezwarende: Een overeenkomst wordt onder bezwarende titel
afgesloten wanneer zij voor beide partijen een financieel voordeel oplevert.
- Overeenkomst ten kosteloze titel: Een contract is ten kosteloze titel wanneer een
partij die aan de andere een voordeel verschaft, in ruil daarvoor geen voordeel krijgt.
- Consensuele overeenkomst: enkel de toestemming of wilsovereenkomst van de
partijen volstaat opdat het contract tot stand komt, bv. verkoop of schenking.
- Plechtige overeenkomst: het contract komt enkel tot stand indien bepaalde
pleegvormen worden nageleefd, vaak door tussenkomst van een openbaar ambtenaar.
- Intuitu personae: Wanneer het contract wordt afgesloten omwille van de persoon of de
persoonlijke kwaliteiten van de tegenpartij, meestal de schuldenaar.
1.2.2 Fundamentele beginselen
- Wilsautonomie (je kan vrij overeenkomen wat je wil, behalve wat verboden is door de
wet)
- Consensualisme (contract ontstaat door loutere wilsovereenstemming)
- Overeenkomst = wet der partijen
- Uitvoering te goeder trouw
1.2.3 Geldigheidsvereisten
- Toestemming
- Bekwaamheid
- Geoorloofde zaak
- Geoorloofd voorwerp
2
, 1.2.4 Contractuele verantwoordelijkheid
De schuldenaar die de overeenkomst niet correct uitvoert is verantwoordelijk voor de schade
die hij aan zijn medecontractant veroorzaakt.
Uitzondering: hij is niet verantwoordelijk in geval van vreemde oorzaak (het is niet zijn
fout of schuld)
1.2.5 Tenietgaan van de overeenkomst
- Opzegging door partijen(eenzijdig of wederzijds)
- Dood van één van de partijen(enkel bij contracten intuitu personae, de rest blijft
doorgaan)
- Vreemde oorzaak
- Gerechtelijke ontbinding
1.3 Burgerlijke aansprakelijkheid
1.3.1 Onderscheid
- Burgerlijke aansprakelijkheid: steunt op niet-strafbare feiten, enkel schadeloosstelling.
- Strafrechtelijke aansprakelijkheid: steunt op strafbare feiten, straf en schadeloosstelling
1.3.2 Grondbeginselen van burgerlijke aansprakelijkheid
1. Fout: handelswijze die afwijkt van een normaal en voorzichtig mens.
2. Schade: aantasting van een wettig belang. Kan materieel of moreel zijn
3. Oorzakelijk verband: zonder fout, is er geen schade (dus uitzondering bij vreemde
oorzaak)
Je bent aansprakelijk voor andermans daden indien:
1. Schade gemaakt door aangestelden => werkgever aansprakelijk
2. Schade gemaakt door minderjarige kinderen => ouders aansprakelijk
3. Schade gemaakt door leerlingen => leraar aansprakelijk
1.3.3 Herstel van de schade
De schadeloosstelling wordt het best gewaarborgd door het herstel in natura, indien dit niet
mogelijk is, dan geschiedt ze bij wijze van equivalent(vaak geldelijke vergoeding, maar niet
altijd).
1.4 Uitvoering van de verbintenissen
1.4.1 Gevolgen van de verbintenissen
Het gevolg van een verbintenis is dat de schuldeiser het recht krijgt om de uitvoering van de
verbintenis te eisen.
- Vrijwillige uitvoering
- Gedwongen uitvoering:
o Uitvoering in natura
o Uitvoering bij equivalent(schadeloosstelling)
Voorwaarden tot gedwongen uitvoering:
Ingebrekestelling van de schuldenaar
Het bezit van een uitvoerbare titel
3
Samenvatting
PETROS JAGUBJAN
Examen: april 2023
,Inhoudsopgave
1 Burgerlijk recht .........................................................................................................................................................2
2 Handelsrecht ..............................................................................................................................................................5
3 Vervoerovereenkomst............................................................................................................................................8
4 Tussenpersonen..................................................................................................................................................... 12
5 Logistiek .................................................................................................................................................................... 14
6 Douanevoorschriften ........................................................................................................................................... 16
7 Belastingrecht ......................................................................................................................................................... 19
8 Verzekeringen......................................................................................................................................................... 23
9 Organisatie, beheer en kwaliteitszorg .......................................................................................................... 26
10 Keuze en onderhoud van voertuigcomponenten…………………………………………………………28
11 Goederenbehandeling..................................................................................................................................... 32
12 Vervoer van levende dieren ......................................................................................................................... 36
13 Intermodaal vervoer ....................................................................................................................................... 38
14 Maximale afmetingen en massa’s .............................................................................................................. 41
15 Telematica ........................................................................................................................................................... 45
16 Vervoer van gevaarlijke stoffen: Het ABC van het ADR .................................................................... 47
17 Vervoer onder geleide temperatuur ......................................................................................................... 52
18 Afvalvervoer ....................................................................................................................................................... 54
19 Toegang tot het beroep .................................................................................................................................. 58
20 Veiligheid op de weg ....................................................................................................................................... 62
1
,1 Burgerlijk recht
1.1 Verbintenissen in het algemeen
Verbintenis:
Het is een rechtsband, waardoor een persoon, de schuldenaar, verplicht is (dwingend karakter)
tegenover één of meerdere personen, de schuldeisers, iets te geven, te doen of te laten.
1.1.1 Soorten verbintenissen
- Verbintenis om te doen, te geven of niet te doen
- Middelenverbintenis: schuldenaar is verplicht alle nodige middelen aan te wenden om
een resultaat te behalen. Maar dit kan niet beloofd worden. Bv. advocaat
- Resultaatsverbintenis: schuldenaar is verplicht een bepaald resultaat te behalen.
- Hoofdelijke verbintenis: hier kan de schuldeiser eender welke schuldenaar aanspreken
voor de gehele schuld, waarna alle schuldenaars verlost zijn van de openstaande schuld.
- Verbintenis onder voorwaarde: verbintenis wordt afhankelijk gemaakt van een
toekomstige, onzekere verbintenis.
1.2 Overeenkomsten
Overeenkomst:
Ook wel een contract is de wilsovereenkomst van twee of meer personen met de bedoeling
tussen hen verbintenissen te doen ontstaan of verdwijnen.
1.2.1 Soorten overeenkomsten
- Wederkerige overeenkomst: beide partijen verbinden zich tegenover elkaar, bv.
transport
- Eenzijdige overeenkomst: slechts één partij verbindt zich tegenover de andere, bv.
borgtocht
- Overeenkomst ten bezwarende: Een overeenkomst wordt onder bezwarende titel
afgesloten wanneer zij voor beide partijen een financieel voordeel oplevert.
- Overeenkomst ten kosteloze titel: Een contract is ten kosteloze titel wanneer een
partij die aan de andere een voordeel verschaft, in ruil daarvoor geen voordeel krijgt.
- Consensuele overeenkomst: enkel de toestemming of wilsovereenkomst van de
partijen volstaat opdat het contract tot stand komt, bv. verkoop of schenking.
- Plechtige overeenkomst: het contract komt enkel tot stand indien bepaalde
pleegvormen worden nageleefd, vaak door tussenkomst van een openbaar ambtenaar.
- Intuitu personae: Wanneer het contract wordt afgesloten omwille van de persoon of de
persoonlijke kwaliteiten van de tegenpartij, meestal de schuldenaar.
1.2.2 Fundamentele beginselen
- Wilsautonomie (je kan vrij overeenkomen wat je wil, behalve wat verboden is door de
wet)
- Consensualisme (contract ontstaat door loutere wilsovereenstemming)
- Overeenkomst = wet der partijen
- Uitvoering te goeder trouw
1.2.3 Geldigheidsvereisten
- Toestemming
- Bekwaamheid
- Geoorloofde zaak
- Geoorloofd voorwerp
2
, 1.2.4 Contractuele verantwoordelijkheid
De schuldenaar die de overeenkomst niet correct uitvoert is verantwoordelijk voor de schade
die hij aan zijn medecontractant veroorzaakt.
Uitzondering: hij is niet verantwoordelijk in geval van vreemde oorzaak (het is niet zijn
fout of schuld)
1.2.5 Tenietgaan van de overeenkomst
- Opzegging door partijen(eenzijdig of wederzijds)
- Dood van één van de partijen(enkel bij contracten intuitu personae, de rest blijft
doorgaan)
- Vreemde oorzaak
- Gerechtelijke ontbinding
1.3 Burgerlijke aansprakelijkheid
1.3.1 Onderscheid
- Burgerlijke aansprakelijkheid: steunt op niet-strafbare feiten, enkel schadeloosstelling.
- Strafrechtelijke aansprakelijkheid: steunt op strafbare feiten, straf en schadeloosstelling
1.3.2 Grondbeginselen van burgerlijke aansprakelijkheid
1. Fout: handelswijze die afwijkt van een normaal en voorzichtig mens.
2. Schade: aantasting van een wettig belang. Kan materieel of moreel zijn
3. Oorzakelijk verband: zonder fout, is er geen schade (dus uitzondering bij vreemde
oorzaak)
Je bent aansprakelijk voor andermans daden indien:
1. Schade gemaakt door aangestelden => werkgever aansprakelijk
2. Schade gemaakt door minderjarige kinderen => ouders aansprakelijk
3. Schade gemaakt door leerlingen => leraar aansprakelijk
1.3.3 Herstel van de schade
De schadeloosstelling wordt het best gewaarborgd door het herstel in natura, indien dit niet
mogelijk is, dan geschiedt ze bij wijze van equivalent(vaak geldelijke vergoeding, maar niet
altijd).
1.4 Uitvoering van de verbintenissen
1.4.1 Gevolgen van de verbintenissen
Het gevolg van een verbintenis is dat de schuldeiser het recht krijgt om de uitvoering van de
verbintenis te eisen.
- Vrijwillige uitvoering
- Gedwongen uitvoering:
o Uitvoering in natura
o Uitvoering bij equivalent(schadeloosstelling)
Voorwaarden tot gedwongen uitvoering:
Ingebrekestelling van de schuldenaar
Het bezit van een uitvoerbare titel
3
