Samenvatting
Basisboek Methoden
en Techniek dasdfsaf
[Type the document subtitle]
Kwantitatief praktijkgericht onderzoek op
wetenschappelijke basis
[Pick the date]
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, Doelstelling en Onderzoeksvraag............................. 2
Hoofdstuk 2: Hoe kies je het onderzoeksontwerp ................................................................................... 3
Hoofdstuk 8: Hoe analyseer je onderzoeksgegevens .............................................................................. 4
Hoofdstuk 3: Gebruik je een populatie of een steekproef ....................................................................... 6
Hoofdstuk 4: Hoe ga je gegevens verzamelen?....................................................................................... 6
Hoofdstuk 6: Hoe gebruik je interviews en vragenlijsten in je onderzoek ............................................... 7
Hoofdstuk 7: Hoe observeer je? .............................................................................................................. 8
Hoofdstuk 8: Hoe analyseer je onderzoeksgegevens .............................................................................. 9
, Hoofdstuk 1: Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, Doelstelling en Onderzoeksvraag
Onderzoeksfasen:
1. PROBLEEMSTELLING
1. Achtergrond / aanleiding
2. Aard van het bedrijf
3. Probleem dat onderzocht gaat worden
- De probleemstelling moet diepgaand worden onderzocht om tot een goede onderzoeksvraag te
komen. gebruik analysekaders
2. DOELSTELLING
- Wat wil je met het onderzoek bereiken? (welk doel)
- Voor het formuleren beantwoord je de volgende vragen:
o Wat wil ik bereiken? (wat moet het resultaat zijn?)
o Voor wie wil ik het bereiken? (wie is de opdrachtgever?)
o Waarom doe ik dit onderzoek? (Wat is het doel van de opdrachtgever)
- Doelstelling moet altijd zo SMART mogelijk zijn.
3. ONDERZOEKSVRAAG (-VRAGEN)
- De onderzoeksvraag wordt door jouw onderzoek beantwoord
- Bij het formuleren van een onderzoeksvraag pak je het “wat” uit de doelstelling en formulleer je
een vraag ddie het “wat” oplevert.
- Loopt als rode draad door je onderzoek heen
- Zorg voor een goede afbakening
- Formulering:
o Is een open vraag.
o Heeft de ?-vraagvorm
o Benoemd eenheden en variabelen
o Is duidelijk afgebakend (niet te ruim of te beperkt)
Het onderwerp, de periode of het onderzoeksgebied zijn duidelijk aangegeven
(Wat? Wanneer? Waar?)
Niet te globaal: hoe algemener de vraag, des te meer informatie je moet zoeken
en hoe meer onderzoekstijd je nodig hebt.
o Is nauwkeurig: plaats tijd
o Is neutraal en relevant en beantwoordbaar
o Haalbaar: Hij moet te onderzoek zijn met jou beschikbare tijd en middelen
o Eenduidig: Hij is maar op een manier uit te leggen
4. INHOUDELIJKE ORIËNTATIE
5. ONDERZOEKSONTWERP / STRATEGIE
6. DATAVERZAMELING
7. ANALYSE
8. RAPPORTEREN
Basisboek Methoden
en Techniek dasdfsaf
[Type the document subtitle]
Kwantitatief praktijkgericht onderzoek op
wetenschappelijke basis
[Pick the date]
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, Doelstelling en Onderzoeksvraag............................. 2
Hoofdstuk 2: Hoe kies je het onderzoeksontwerp ................................................................................... 3
Hoofdstuk 8: Hoe analyseer je onderzoeksgegevens .............................................................................. 4
Hoofdstuk 3: Gebruik je een populatie of een steekproef ....................................................................... 6
Hoofdstuk 4: Hoe ga je gegevens verzamelen?....................................................................................... 6
Hoofdstuk 6: Hoe gebruik je interviews en vragenlijsten in je onderzoek ............................................... 7
Hoofdstuk 7: Hoe observeer je? .............................................................................................................. 8
Hoofdstuk 8: Hoe analyseer je onderzoeksgegevens .............................................................................. 9
, Hoofdstuk 1: Wat zijn mijn onderzoeksprobleem, Doelstelling en Onderzoeksvraag
Onderzoeksfasen:
1. PROBLEEMSTELLING
1. Achtergrond / aanleiding
2. Aard van het bedrijf
3. Probleem dat onderzocht gaat worden
- De probleemstelling moet diepgaand worden onderzocht om tot een goede onderzoeksvraag te
komen. gebruik analysekaders
2. DOELSTELLING
- Wat wil je met het onderzoek bereiken? (welk doel)
- Voor het formuleren beantwoord je de volgende vragen:
o Wat wil ik bereiken? (wat moet het resultaat zijn?)
o Voor wie wil ik het bereiken? (wie is de opdrachtgever?)
o Waarom doe ik dit onderzoek? (Wat is het doel van de opdrachtgever)
- Doelstelling moet altijd zo SMART mogelijk zijn.
3. ONDERZOEKSVRAAG (-VRAGEN)
- De onderzoeksvraag wordt door jouw onderzoek beantwoord
- Bij het formuleren van een onderzoeksvraag pak je het “wat” uit de doelstelling en formulleer je
een vraag ddie het “wat” oplevert.
- Loopt als rode draad door je onderzoek heen
- Zorg voor een goede afbakening
- Formulering:
o Is een open vraag.
o Heeft de ?-vraagvorm
o Benoemd eenheden en variabelen
o Is duidelijk afgebakend (niet te ruim of te beperkt)
Het onderwerp, de periode of het onderzoeksgebied zijn duidelijk aangegeven
(Wat? Wanneer? Waar?)
Niet te globaal: hoe algemener de vraag, des te meer informatie je moet zoeken
en hoe meer onderzoekstijd je nodig hebt.
o Is nauwkeurig: plaats tijd
o Is neutraal en relevant en beantwoordbaar
o Haalbaar: Hij moet te onderzoek zijn met jou beschikbare tijd en middelen
o Eenduidig: Hij is maar op een manier uit te leggen
4. INHOUDELIJKE ORIËNTATIE
5. ONDERZOEKSONTWERP / STRATEGIE
6. DATAVERZAMELING
7. ANALYSE
8. RAPPORTEREN