Biotechnologie leerdoelen week 2
1. Kunnen uitleggen hoe DNA-fragmenten worden geanalyseerd met behulp van
agarose gel elektroforese (Fig. 9, hoofdstuk 3).
Agarose gel elektroforese scheiden van DNA-fragmenten op grootte.
1. Agarose gel maken
2. DNA aanbrengen in wells op de agarose gel
3. DNA scheiden over de gel met spanning (aan beide kanten gel), gaat naar
positieve pool. Kleine fragmenten ligeren snel, grote langzaam. Kleine
fragmenten dus onderaan, lange bovenaan
4. DNA markeren met fluorescerende label
5. Gelabeld DNA visualiseren met UV licht
Met behulp van marker krijg je een idee van de grootte van de rest van de DNA in de
gel
Na restrictie
Zijn niet altijd duidelijke banden
2. De technieken FISH, Southern blotting, Northern blotting en RNA sequencing kunnen
uitleggen, data verkregen door die technieken kunnen interpreteren en kunnen
beredeneren welke techniek gebruikt moet worden.
Blotten is het overbrengen van DNA, RNA of eiwitten om membraan, waardoor het
molecuul gefixeerd wordt.
Southern Blotting: techniek om een specifiek DNA-fragment te identificeren na
agarose gel elektroforese
, 1. DNA scheiden met argarose gelektroforese
2. DNA overbrengen op een membraan van nitrocellulose
3. Membraan hybridiseren met een probe
4. Probe detecteren
Southern blotting: detecteren DNA met een DNA probe
Northern blotting: detecteren RNA met een DNA probe
Western blotting: detecteren eiwit met een antilichaam
Bij southern en northern een DNA probe die complementair is aan de DNA/ RNA sequentie
waarin we geïnteresseerd zijn
Bij eiwitten kan dit niet en worden antilichamen gebruikt
FISH = fluorescence in situ hybridization
Is een techniek om een specifiek DNA-fragment te identificeren op een bepaald
chromosoom. Kan door karyotype te maken waarbij je een fluorescerende probe tegen een
bepaald gen toevoegt. Wordt gebruikt om genetische afwijkingen op te sporen (vlokkentest)
1. Chromosoom isoleren
2. Chromosomen overbrengen op een glasplaat
3. Glasplaat hybridiseren met een gelabelde probe (probe complementair aan DNA)
4. Glasplaat wassen
5. Probe detecteren
1. Kunnen uitleggen hoe DNA-fragmenten worden geanalyseerd met behulp van
agarose gel elektroforese (Fig. 9, hoofdstuk 3).
Agarose gel elektroforese scheiden van DNA-fragmenten op grootte.
1. Agarose gel maken
2. DNA aanbrengen in wells op de agarose gel
3. DNA scheiden over de gel met spanning (aan beide kanten gel), gaat naar
positieve pool. Kleine fragmenten ligeren snel, grote langzaam. Kleine
fragmenten dus onderaan, lange bovenaan
4. DNA markeren met fluorescerende label
5. Gelabeld DNA visualiseren met UV licht
Met behulp van marker krijg je een idee van de grootte van de rest van de DNA in de
gel
Na restrictie
Zijn niet altijd duidelijke banden
2. De technieken FISH, Southern blotting, Northern blotting en RNA sequencing kunnen
uitleggen, data verkregen door die technieken kunnen interpreteren en kunnen
beredeneren welke techniek gebruikt moet worden.
Blotten is het overbrengen van DNA, RNA of eiwitten om membraan, waardoor het
molecuul gefixeerd wordt.
Southern Blotting: techniek om een specifiek DNA-fragment te identificeren na
agarose gel elektroforese
, 1. DNA scheiden met argarose gelektroforese
2. DNA overbrengen op een membraan van nitrocellulose
3. Membraan hybridiseren met een probe
4. Probe detecteren
Southern blotting: detecteren DNA met een DNA probe
Northern blotting: detecteren RNA met een DNA probe
Western blotting: detecteren eiwit met een antilichaam
Bij southern en northern een DNA probe die complementair is aan de DNA/ RNA sequentie
waarin we geïnteresseerd zijn
Bij eiwitten kan dit niet en worden antilichamen gebruikt
FISH = fluorescence in situ hybridization
Is een techniek om een specifiek DNA-fragment te identificeren op een bepaald
chromosoom. Kan door karyotype te maken waarbij je een fluorescerende probe tegen een
bepaald gen toevoegt. Wordt gebruikt om genetische afwijkingen op te sporen (vlokkentest)
1. Chromosoom isoleren
2. Chromosomen overbrengen op een glasplaat
3. Glasplaat hybridiseren met een gelabelde probe (probe complementair aan DNA)
4. Glasplaat wassen
5. Probe detecteren