Hoofdstuk 2 Problemen en hulpverlening
2.1 Een korte schets
Psychosociale hulpverlening is één van de zes kerntaken van de maatschappelijk werker.
Psychosociale hulpverlening speelt een belangrijke rol bij:
- De eerstelijns (geestelijke) gezondheidszorg
- Welzijnsprojecten door de gemeente aangestuurd.
- Jeugdzorg, reclassering
- Psychosociale zorg in scholen/ziekenhuizen/bedrijven.
De centrale waarden van het maatschappelijk werk:
1. Maatschappelijk werkers stellen de mens centraal, niet zozeer zijn probleem.
2. Maatschappelijk werkers stellen de relatie met de cliënt centraal.
3. Maatschappelijk werkers vinden het belangrijk zo dicht mogelijk bij de cliënt te staan.
4. Maatschappelijk werkers sluiten aan bij de leefwereld van de cliënt.
5. Maatschappelijk werkers richten zich op de actuele problemen en relaties.
6. Maatschappelijk werkers zijn gericht op het wakker schudden en ontwikkelen van de
krachten van de cliënt.
7. Maatschappelijk werkers functioneren als intermediair tussen cliënt en maatschappij.
2.2 Enkele cijfers
De problemen zijn in de loop van de tijd complexer en moeilijker oplosbaar geworden.
2.3 Psychosociale problemen
De problemen waarmee cliënten aankloppen spelen op een aantal levensgebieden:
o Somatisch gebied: de eigen lichamelijke wereld
o Psychisch gebied: de intrapersoonlijke wereld van denken en beleven
o Sociaal gebied: de relationele interpersoonlijke wereld (intieme/zakelijke relatie)
o Materieel gebied: de dingmatige wereld die onze materiële bestaansvoorwaarden vormen:
financiën, woning, woonwijk, voedsel.
o Maatschappelijk gebied: de context, zoals de grotere culturele, politieke, religieuze
groeperingen.
Structuur en verbanden bij dit soort problemen
De verschillende gebieden (werelden) zijn apart, maar ook afhankelijk van elkaar. De werelden
vormen een geheel, dat niet deelbaar is. Er bestaat een circulaire beïnvloeding: er bestaat een
zodanige relatie tussen de zogenoemde oorzaak en het zogenoemde gevolg, dat het onderscheid
tussen oorzaak en gevolg verdwijnt en er sprake is van wederzijdse beïnvloeding (het ene probleem
beïnvloed het andere probleem).
Hiërarchie: naarmate een levensgebied meer andere gebieden/processen omvat, heeft het meer
invloed op die andere gebieden (een economische crisis oefent meer invloed uit op een individu dan
andersom).
Levensgebieden moeten we dus zien als één geheel, waarbinnen aparte processen in een
hiërarchische structuur elkaar circulair beïnvloeden.
Van een niet-problematische situatie is sprake wanneer de levensgebieden zo op elkaar aansluiten
dat ze elkaars aparte processen zodanig beïnvloeden dat ze die processen versterken om volgens hun
interne wetmatigheden te functioneren. Van een problematische situatie is sprake wanneer zich
gebeurtenissen voordoen die deze ‘passende samenhang’ verstoren. De aparte processen in de