Rollen van belangrijke personen in het Strafrecht;
- De rechter -> beslist of het wettelijk en overtuigend is bewezen dat de verdachte schuldig is
en geeft de verdachte een straf
- De officier van justitie
- De rechter-commissaris -> toezicht op een zorgvuldige gang tijdens het vooronderzoek
- De advocaat (raadsman) -> behartigt belangen van de verdachte ->houdt een pleidooi voor
verdachte
- Het slachtoffer -> voegt zich met een schadeclaim in de rechtszaak -> maatregel
schadevergoeding -> spreekrecht
- De verdachte -> hoofdrol in een strafproces
- De getuige
- Het bureau voor slachtofferhulp
- (jeugd)reclassering -> hulp en steun bieden
Materieel of formeel Strafrecht;
- Materieel strafrecht gaat over de inhoud van het strafrecht zoals strafbepalingen. Dit is altijd
geregeld in wetboek van Strafrecht
- Formeel strafrecht gaat over de vorm en de procedure in het strafrecht, hierin staan de
bevoegdheden, procedures en rechtsmiddelen. Formeel strafrecht is geregeld in wetboek
van Strafvordering
Rechtsbronnen van het Strafrecht;
- Wetten
o Wetboek van Strafrecht
o Wetboek van Strafvordering
- Algemene maatregelen van bestuur (AMvB) -> algemene regels afkomstig van de regering
- Bijzondere strafwetten -> een wet die één specifiek onderwerp regelt
- Verordeningen -> algemene regels van ‘lagere’ overheden, zoals gemeenten en provincies
- Internationale verdragen
- Jurisprudentie -> eerdere rechtelijke uitspraken
Doelen van het Strafrecht;
1. Vergelding -> de dader heeft kwaad aangericht en daarom moet hij worden gestraft
2. Algemene preventie -> om de samenleving in het algemeen te weerhouden strafbare feiten
te plegen
3. Bijzondere preventie -> is gericht om te voorkomen dat de dader opnieuw een strafbaar feit
pleegt
4. Resocialisatie -> dat de straf de terugkeer van de dader in de samenleving mogelijk maakt
5. Voorkomen van eigenrichting -> het voorkomen dat slachtoffers van misdrijven het recht in
eigen hand nemen door wraak de nemen op de dader
Opbouw van een strafbepaling;
1. Delictsomschrijving -> is de beschrijving van het verboden gedrag. In de delictsomschrijving
staat precies wat niet mag
2. Kwalificatie -> de juridische naam die in een strafbepaling wordt gegeven aan het verboden
gedrag
3. Sanctienorm -> de maximale straf die in een strafbepaling wordt genoemd voor het
verboden gedrag
, Absolute en relatieve competentie;
- Absoluut -> welke rechter er bevoegd is de strafzaak te behandelen
- Relatief -> welke rechtbank er bevoegd is de strafzaak te behandelen
Reikwijdte van het wetboek van Strafrecht;
- Territorialiteitsbeginsel -> Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die op
Nederlands grondgebied een strafbaar feit pleegt
- Universaliteitsbeginsel -> het Nederlandse strafrecht is van toepassing op ieder die zich
buiten Nederland schuldig maakt aan bepaalde in de Nederlandse strafwet genoemde
misdrijven
- Personaliteitsbeginsel -> bij sommige misdrijven doet het er niet toe waar het wordt
gepleegd, als het maar door een persoon met Nederlandse nationaliteit wordt gepleegd is de
Nederlandse strafwet van toepassing
o 4 eisen;
1. Buiten Nederland gepleegd
2. Door een Nederlander
3. Hier strafbaar als misdrijf
4. In betreffende land strafbaar
Onderscheid tussen misdrijven en overtredingen;
Misdrijf Overtreding
Straf Gevangenisstraf Hechtenis
Poging tot Strafbaar Niet strafbaar
Medeplichtigheid aan Strafbaar Niet strafbaar
Behandeld door Strafkamer rechtbank kantonrechter
Is er een strafbaar feit?
Strafrechtelijke voorwaarden;
1. Voldoen aan delictsomschrijving
2. Wederrechtelijk
3. Schuld
Niet strafbaar in geval van strafuitsluitingsgronden
a) Rechtvaardigingsgronden -> feit is niet strafbaar
a. Overmacht in de zin van noodtoestand -> botsen twee plichten, wettelijke plicht
en zware menselijke plicht
b. Noodweer -> verdediging tegen een aanval, twee voorwaarden: dreigt
onmiddellijk gevaar en gebruik van minst zware middel
c. Wettelijke voorschrift -> je volgt een wettelijk voorschrift op, twee rechtsregels
botsen
d. Ambtelijk bevel -> je volgt een ambtelijk bevel van het bevoegde gezag op
e. Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid -> daad is wel in strijd met de
letter van de wet maar feitelijk (materieel) niet in strijd met de wet dit is een
ongeschreven schulduitsluitingsgrond!!!!
b) Strafuitsluitingsgronden -> dader is niet strafbaar
a. Psychische overmacht -> heftige, van buitenkomende drang of kracht, waar de
dader redelijkerwijs geen weerstand kan bieden
b. Ontoerekenbaarheid -> psychisch zwaar gestoord of geestelijk zeer beperkt;
psychiater stelt dit vast
c. Noodweerexces -> overschrijding van noodzakelijke verdediging