Hoofdstuk 26 kosten en resultaten in de industriële onderneming
Kosten:
Grondstofkosten
Arbeidskosten Loon, sociale lasten, pensioen
Overig variabele kosten
Kosten duurzame productiemiddelen Afschrijving, huur, reparatie
Kosten grond
Kosten diensten van derden Accountant, schoonmaak
Rente kosten
Kosten van belastingen (prijsverhogend) BTW, accijnzen, invoerrechten
Industriële onderneming
- goederen maken uit halffabricaten en grondstoffen met inzet van productiefactoren
Massaproducten
- de productie is niet gericht op specifieke wensen van de afnemers, maar op
gestandaardiseerde wensen
- homogenen massaproductie: in grote hoeveelheden, niet of weinig gevarieerde producten
bv. suiker, bronwater, koffiebonen, etc.
- heterogene massaproductie: in grote hoeveelheden, dan verschillende producten. Bv. een
type auto, wasmiddel, etc.
Stukproductie
- de productie is gericht op de wensen van de individuele afnemers.
Kostprijs
- bestaat uit alle standaardkosten of toegestane kosten
- variabel deel: arbeidskosten, grondstofkosten en overige variabele kosten
- constant deel: afschrijvingskosten, interestkosten en overig constante kosten
Constante kosten
- hebben betrekking op de productiecapaciteit
- worden bij de normale productie terug verdiend
Variabele kosten
- hebben betrekking op de productie -> begrote productie
- worden bij elke afzet terug verdiend
Normale en werkelijke productie
Normale productie
- aantal producten dat een bedrijf kan produceren onder normale omstandigheden
- de normale productie is meestal lager dan de maximale productiecapaciteit
- berekening: productie aantal jaar/ aantal jaar
Werkelijke productie
- aantal producten wat een bedrijf echt heeft geproduceerd
Standaardkostprijs
(CS/NP)+(VS/BP)
CS= constante standaardkosten
Kosten:
Grondstofkosten
Arbeidskosten Loon, sociale lasten, pensioen
Overig variabele kosten
Kosten duurzame productiemiddelen Afschrijving, huur, reparatie
Kosten grond
Kosten diensten van derden Accountant, schoonmaak
Rente kosten
Kosten van belastingen (prijsverhogend) BTW, accijnzen, invoerrechten
Industriële onderneming
- goederen maken uit halffabricaten en grondstoffen met inzet van productiefactoren
Massaproducten
- de productie is niet gericht op specifieke wensen van de afnemers, maar op
gestandaardiseerde wensen
- homogenen massaproductie: in grote hoeveelheden, niet of weinig gevarieerde producten
bv. suiker, bronwater, koffiebonen, etc.
- heterogene massaproductie: in grote hoeveelheden, dan verschillende producten. Bv. een
type auto, wasmiddel, etc.
Stukproductie
- de productie is gericht op de wensen van de individuele afnemers.
Kostprijs
- bestaat uit alle standaardkosten of toegestane kosten
- variabel deel: arbeidskosten, grondstofkosten en overige variabele kosten
- constant deel: afschrijvingskosten, interestkosten en overig constante kosten
Constante kosten
- hebben betrekking op de productiecapaciteit
- worden bij de normale productie terug verdiend
Variabele kosten
- hebben betrekking op de productie -> begrote productie
- worden bij elke afzet terug verdiend
Normale en werkelijke productie
Normale productie
- aantal producten dat een bedrijf kan produceren onder normale omstandigheden
- de normale productie is meestal lager dan de maximale productiecapaciteit
- berekening: productie aantal jaar/ aantal jaar
Werkelijke productie
- aantal producten wat een bedrijf echt heeft geproduceerd
Standaardkostprijs
(CS/NP)+(VS/BP)
CS= constante standaardkosten