Samenvatting Overheid &
Onderwijsbestel
Hoofdstuk 1
Ontwikkelingen in politieke/bestuurlijke context:
- Maakbaarheid Marktwerking
o Sociaaldemocratisch (maakbaarheid) liberaal/marktwerking
christendemocratisch (soevereiniteit, goed bestuur)
- Centraal Decentraal
Beleidsarena
- Per denominatie/koepelorganisaties Sectorbreed
Beleid stapelt zich op, complexer, soms tegenstrijdig. Sinds mammoetwet geen grote omslagen
meer, maar kleine beleidjes op elkaar.
Onderwijsstelsel (“schoolwezen”): alle scholen, instellingen, schooltypen, opleidingen, wet- en
regelgeving.
Onderwijsbestel: onderwijsstelsel én de actoren die daar invloed op hebben; overheden en
organisaties die zich richten op het functioneren en ontwikkelen van het onderwijsstelsel
4 unieke kenmerken Nederlandse onderwijs
1. Vrijheid van Onderwijs
2. Verhouding regulier/speciaal onderwijs
3. Vroege selectie van PO naar VO
4. Positie en functie van MBO
3 typen stelselproblemen (uitganspunt van beleidsvorming)
1. Overgang- en aansluitingsproblemen tussen en binnen onderwijssectoren
2. Discrepantie tussen het onderwijsaanbod en de vraag naar onderwijs
3. Ongewenste ontwikkelingen of opbrengsten van het stelsel
Hoofdstuk 2
Ontwikkelingen in het onderwijsstelsel
Na 1917 was de schoolstrijd klaar; de vrijheid van onderwijs was een feit. Ook het bijzonder
onderwijs werd nu door de overheid gefinancierd. In 1918 werd daarom ook het Ministerie van
Onderwijs opgericht.
2.1 Uitbouw van het onderwijsstelsel
- 1901: Leerplicht Oprichting van speciale scholen voor gehandicapten
- 1919: Wet op het nijverheidsonderwijs Wet voor beroepsonderwijs (werd nu ook door de
overheid bekostigd, eerst door bedrijfsleven/particulier)
- 1920: Lager Onderwijswet Uitbreiding van confessioneel onderwijs
- 1945: Wederopbouw na WWII Meer scholen, vooral technische beroepen
Onderwijsbestel
Hoofdstuk 1
Ontwikkelingen in politieke/bestuurlijke context:
- Maakbaarheid Marktwerking
o Sociaaldemocratisch (maakbaarheid) liberaal/marktwerking
christendemocratisch (soevereiniteit, goed bestuur)
- Centraal Decentraal
Beleidsarena
- Per denominatie/koepelorganisaties Sectorbreed
Beleid stapelt zich op, complexer, soms tegenstrijdig. Sinds mammoetwet geen grote omslagen
meer, maar kleine beleidjes op elkaar.
Onderwijsstelsel (“schoolwezen”): alle scholen, instellingen, schooltypen, opleidingen, wet- en
regelgeving.
Onderwijsbestel: onderwijsstelsel én de actoren die daar invloed op hebben; overheden en
organisaties die zich richten op het functioneren en ontwikkelen van het onderwijsstelsel
4 unieke kenmerken Nederlandse onderwijs
1. Vrijheid van Onderwijs
2. Verhouding regulier/speciaal onderwijs
3. Vroege selectie van PO naar VO
4. Positie en functie van MBO
3 typen stelselproblemen (uitganspunt van beleidsvorming)
1. Overgang- en aansluitingsproblemen tussen en binnen onderwijssectoren
2. Discrepantie tussen het onderwijsaanbod en de vraag naar onderwijs
3. Ongewenste ontwikkelingen of opbrengsten van het stelsel
Hoofdstuk 2
Ontwikkelingen in het onderwijsstelsel
Na 1917 was de schoolstrijd klaar; de vrijheid van onderwijs was een feit. Ook het bijzonder
onderwijs werd nu door de overheid gefinancierd. In 1918 werd daarom ook het Ministerie van
Onderwijs opgericht.
2.1 Uitbouw van het onderwijsstelsel
- 1901: Leerplicht Oprichting van speciale scholen voor gehandicapten
- 1919: Wet op het nijverheidsonderwijs Wet voor beroepsonderwijs (werd nu ook door de
overheid bekostigd, eerst door bedrijfsleven/particulier)
- 1920: Lager Onderwijswet Uitbreiding van confessioneel onderwijs
- 1945: Wederopbouw na WWII Meer scholen, vooral technische beroepen