Samenvatting BOS- alles
Kwalitatief onderzoek 1
Hoorcollege 1- kwalitatief: 1
Hoorcollege 2-kwalitatief 4
Hoorcollege 3- kwalitatief 9
Hoorcollege 4-kwalitatief 13
Hoorcollege 5- kwalitatief 19
Correlationeel onderzoek 22
Hoorcollege 1 - correlationeel 22
Hoorcollege 2- correlationeel 27
Hoorcollege 3- correlationeel 33
Hoorcollege 4-correlationeel 37
Hoorcollege 5-correlationeel 43
Hoorcollege 6- correlationeel 49
Experimenteel 51
Hoorcollege 1-experimenteel 51
Hoorcollege 2- experimenteel 56
Hoorcollege 3- Experimenteel 61
Hoorcollege 4- experimenteel 66
Hoorcollege 5- experimenteel 72
, Kwalitatief onderzoek
Hoorcollege 1- kwalitatief:
Wetenschappelijk onderzoek:
- Theorievormend
We nemen eerder wetenschappelijk onderzoek als uitgangspunt, ieder onderzoek bouwt aan
de theorie over het onderwerp.
- Systematisch
We volgen een stappenplan, beginnen bij het begin en eindigen bij het eind.
- Controleerbaar
Het onderzoek moet kunnen gecontroleerd worden door andere onderzoekers of het op
een goede manier is uitgevoerd.
- Empirisch
Conclusies moet gebaseerd worden op data.
- Probabilistisch
We realiseren ons dat de uitspraken geldig zijn op een bepaald moment in een bepaalde
plaats. Onderzoek is niet overal geldig.
Producent en consument
- Producent
Sommige studenten zullen later zelf wetenschappelijk onderzoek gaan uitvoeren
- Consument
Elke student zal resultaten van sociaal wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen
lezen, evalueren en interpreteren om ze te kunnen gebruiken voor hun werk
Systematisch uitvoeren (Theorie data cyclus)
1
, 1. Idee/theorie
Idee: Nieuw onderwerp waar weinig ervaring mee is, dus onderzoeksidee
Theorie: Als er al heel veel onderzoek is gedaan, gebruiken we de theorie/kennis die al
bekend is.
2. Onderzoeksvragen
Wat willen we nu echt weten over dit onderwerp. Onderzoeksvraag kan later aangepast
worden.
3. Onderzoeksontwerp
Heel veel beslissingen over hoe het onderzoek uitgevoerd worden, plan gemaakt ? Dan
kan je verwachtingen formuleren over wat je denkt te vinden → Hypothesen
4. Preregistratie
Wetenschappelijk artikel wordt geschreven over wat er is gevonden. Onderzoekers
werden verleid om het artikel te laten publiceren zoals het tijdschrift dat van ze
verwachtten. Dit heeft problematische conclusies opgeleverd. Daarom werken we nu
met pre-registratie. Zij moeten beloven dat ze het publiceren wat de uitkomsten ook
zijn na data verzameling en data analyse.
5. Data verzameling
Vragenlijsten afnemen, interviews houden etc.
6. Data analyse
Proberen een conclusie te vormen
Via de linkerkant van de theorie-data cylcus kan je weer terug omdat de data ervoor
zorgt dat het onderzoeksontwerp moet aangepast worden of het moet opnieuw
uitgevoerd worden. Eindigen van theorie data cylcus is publicatie.
Een goede theorie is:
- Falsifieerbaar
Een onderwerp waar we onderzoek naar kunnen doen en dat het een theorie is waarvan
we kunnen aantonen dat het niet klopt.
Bestaan van God bijvoorbeeld, horoscopen etc. minder bruikbaar want het is niet
falsifieerbaar.
- Spaarzaam (parsimonious)
Voorkeur voor een simpele theorie, niet te ingewikkeld maken.
Onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic)
Geven antwoord op vragen die we hebben met een kennisprobleem, iets wat we niet
weten.
Voorbeeld: Wat gebeurt er in de hersenen van kinderen met dyslexie?
2. Toegepast (applied)
Helpen ons om een praktijkprobleem op te lossen. Vaak in opdracht van een organisatie
2
, Voorbeeld: Helpt het behandelplan? Zorgt het ervoor dat kinderen gemakkelijker kunnen
lezen ?
3. Translationeel (translational)
Helpen ons om de brug tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en toegepast
wetenschappelijk onderzoek. Kennis uit fundamenteel onderzoek gebruiken om
praktijkprobleem op te lossen.
Voorbeeld: Behandelplan maken
Worden jongeren narcistisch van het gebruik van social media? - Het is een
fundamentele onderzoeksvraag omdat we theorie/kennis verzamelen over het
onderwerp.
Onderzoeksontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp
- Kwalitatief of kwantitatief? Welke soort empirische gegevens en bij wie worden
empirische gegevens verzameld.
- Kwalitatief: Resultaten in tekst, open onderzoeksvragen
- Kwantitatief: Gespecificeerde onderzoeksvraag, onderzoek bij grote groepen en
resultaten (data) in getallen.
Onderzoeksontwerp-ethiek
Omgang met je respondenten
- Beginsel van respect
Informed consent (Van te voren de opzet en verwachtingen delen met respondenten),
misleiding (deception) (Is soms nodig, moet je wel goed kunnen uitleggen waarom
je informatie niet geeft), debriefing (na afloop vertellen wat de bedoeling was).
- Beginsel van weldoen
Geen schade toebrengen (wat kan ik bijv. van kinderen vragen?), maatschappij moet er
iets aan hebben
Anonimiteit en vertrouwelijkheid
- Beginsel van rechtvaardigheid
Balans tussen investering en opbrengst
Onderzoeksontwerp-ethiek
- Weging van belangen
Onderzoek/ onderzoeker
Participant
Overige belanghebbenden
- Binnen wetten en regels
Bepaalde zaken zijn écht verboden
Dingen die niet mogen met je data:
- Data verzinnen
- Data vervalsen
- Plagiaat
3
Kwalitatief onderzoek 1
Hoorcollege 1- kwalitatief: 1
Hoorcollege 2-kwalitatief 4
Hoorcollege 3- kwalitatief 9
Hoorcollege 4-kwalitatief 13
Hoorcollege 5- kwalitatief 19
Correlationeel onderzoek 22
Hoorcollege 1 - correlationeel 22
Hoorcollege 2- correlationeel 27
Hoorcollege 3- correlationeel 33
Hoorcollege 4-correlationeel 37
Hoorcollege 5-correlationeel 43
Hoorcollege 6- correlationeel 49
Experimenteel 51
Hoorcollege 1-experimenteel 51
Hoorcollege 2- experimenteel 56
Hoorcollege 3- Experimenteel 61
Hoorcollege 4- experimenteel 66
Hoorcollege 5- experimenteel 72
, Kwalitatief onderzoek
Hoorcollege 1- kwalitatief:
Wetenschappelijk onderzoek:
- Theorievormend
We nemen eerder wetenschappelijk onderzoek als uitgangspunt, ieder onderzoek bouwt aan
de theorie over het onderwerp.
- Systematisch
We volgen een stappenplan, beginnen bij het begin en eindigen bij het eind.
- Controleerbaar
Het onderzoek moet kunnen gecontroleerd worden door andere onderzoekers of het op
een goede manier is uitgevoerd.
- Empirisch
Conclusies moet gebaseerd worden op data.
- Probabilistisch
We realiseren ons dat de uitspraken geldig zijn op een bepaald moment in een bepaalde
plaats. Onderzoek is niet overal geldig.
Producent en consument
- Producent
Sommige studenten zullen later zelf wetenschappelijk onderzoek gaan uitvoeren
- Consument
Elke student zal resultaten van sociaal wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen
lezen, evalueren en interpreteren om ze te kunnen gebruiken voor hun werk
Systematisch uitvoeren (Theorie data cyclus)
1
, 1. Idee/theorie
Idee: Nieuw onderwerp waar weinig ervaring mee is, dus onderzoeksidee
Theorie: Als er al heel veel onderzoek is gedaan, gebruiken we de theorie/kennis die al
bekend is.
2. Onderzoeksvragen
Wat willen we nu echt weten over dit onderwerp. Onderzoeksvraag kan later aangepast
worden.
3. Onderzoeksontwerp
Heel veel beslissingen over hoe het onderzoek uitgevoerd worden, plan gemaakt ? Dan
kan je verwachtingen formuleren over wat je denkt te vinden → Hypothesen
4. Preregistratie
Wetenschappelijk artikel wordt geschreven over wat er is gevonden. Onderzoekers
werden verleid om het artikel te laten publiceren zoals het tijdschrift dat van ze
verwachtten. Dit heeft problematische conclusies opgeleverd. Daarom werken we nu
met pre-registratie. Zij moeten beloven dat ze het publiceren wat de uitkomsten ook
zijn na data verzameling en data analyse.
5. Data verzameling
Vragenlijsten afnemen, interviews houden etc.
6. Data analyse
Proberen een conclusie te vormen
Via de linkerkant van de theorie-data cylcus kan je weer terug omdat de data ervoor
zorgt dat het onderzoeksontwerp moet aangepast worden of het moet opnieuw
uitgevoerd worden. Eindigen van theorie data cylcus is publicatie.
Een goede theorie is:
- Falsifieerbaar
Een onderwerp waar we onderzoek naar kunnen doen en dat het een theorie is waarvan
we kunnen aantonen dat het niet klopt.
Bestaan van God bijvoorbeeld, horoscopen etc. minder bruikbaar want het is niet
falsifieerbaar.
- Spaarzaam (parsimonious)
Voorkeur voor een simpele theorie, niet te ingewikkeld maken.
Onderzoeksvragen:
1. Fundamenteel (basic)
Geven antwoord op vragen die we hebben met een kennisprobleem, iets wat we niet
weten.
Voorbeeld: Wat gebeurt er in de hersenen van kinderen met dyslexie?
2. Toegepast (applied)
Helpen ons om een praktijkprobleem op te lossen. Vaak in opdracht van een organisatie
2
, Voorbeeld: Helpt het behandelplan? Zorgt het ervoor dat kinderen gemakkelijker kunnen
lezen ?
3. Translationeel (translational)
Helpen ons om de brug tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en toegepast
wetenschappelijk onderzoek. Kennis uit fundamenteel onderzoek gebruiken om
praktijkprobleem op te lossen.
Voorbeeld: Behandelplan maken
Worden jongeren narcistisch van het gebruik van social media? - Het is een
fundamentele onderzoeksvraag omdat we theorie/kennis verzamelen over het
onderwerp.
Onderzoeksontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp
- Kwalitatief of kwantitatief? Welke soort empirische gegevens en bij wie worden
empirische gegevens verzameld.
- Kwalitatief: Resultaten in tekst, open onderzoeksvragen
- Kwantitatief: Gespecificeerde onderzoeksvraag, onderzoek bij grote groepen en
resultaten (data) in getallen.
Onderzoeksontwerp-ethiek
Omgang met je respondenten
- Beginsel van respect
Informed consent (Van te voren de opzet en verwachtingen delen met respondenten),
misleiding (deception) (Is soms nodig, moet je wel goed kunnen uitleggen waarom
je informatie niet geeft), debriefing (na afloop vertellen wat de bedoeling was).
- Beginsel van weldoen
Geen schade toebrengen (wat kan ik bijv. van kinderen vragen?), maatschappij moet er
iets aan hebben
Anonimiteit en vertrouwelijkheid
- Beginsel van rechtvaardigheid
Balans tussen investering en opbrengst
Onderzoeksontwerp-ethiek
- Weging van belangen
Onderzoek/ onderzoeker
Participant
Overige belanghebbenden
- Binnen wetten en regels
Bepaalde zaken zijn écht verboden
Dingen die niet mogen met je data:
- Data verzinnen
- Data vervalsen
- Plagiaat
3
