EU recht week 1
Samenvatting van ontvangen theorie in de lessen van mevrouw Roeterdink en Arjan Wolsink Saxion
Hogeschool.
Geschiedenis
Soorten verdragen die er zijn:
- Oprichtende verdragen
- Amenderende verdragen
- Toetredende verdragen
EU is hoe het is door oprichtende verdragen, nieuwe beleidsterreinen worden toegevoegd op basis van
amenderende verdragen. De lidstaten worden toegevoegd op basis van toetredende verdragen. Er zijn 27 staten
op dit moment.
Doelstellingen van de Europese Unie (art. 3 VEU):
Lid 1Vrede, waarde en welzijn bevorderen
Lid 2 Vrij verkeer
Lid 3 Interne markt
Lid 4 Economische unie
Europees recht
Om doelstellingen die er zijn te kunnen bereiken zijn er regels nodig die ervoor zorgen dat alles netjes verloopt.
Verdrag betreffende de EU (VEU)
Doelstellingen EU
Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU)
“Het is een Werkingsverdrag”
Verdere uitwerking van het VEU
Grondrechten: Handvest, EVRM en Grondwet
Lidstaten maken in gezamenlijk overleg verdragen en hebben daarin EU- instellingen bevoegdheid tot wetgeving
toegekend
Categorieën EU-recht
- Primair recht: zoals VEU, VWEU
- Secundair recht (288 VWEU)
- Verordeningen
- Richtlijnen
- Beschikkingen
- Aanbevelingen
- Adviezen
EU staat
De Europese Unie is geen staat. Een lidstaat die besluit deel te nemen aan de Europese Unie heeft een
beperking van de beslissingsbevoegdheid.
Rechtsbeginselen
1. Attributiebeginsel
2. Subsidiariteitsbeginsel
3. Gelijkheidsbeginsel
4. Proportionaliteitbeginsel = evenredigheidsbeginsel
Attributiebeginsel
art. 5 lid 2 VEU.
Instellingen mogen alleen handelen binnen de grenzen van de door de verdragen toegedeelde bevoegdheden,
welke bevoegdheid kan zijn, een:
a. Exclusieve bevoegdheid= lidstaat heeft geen zeggenschap hierbij, bijv een verordening
b. Gedeelde bevoegdheid= EU geeft bijv een richtlijn aan de lidstaat
c. Ondersteunende bevoegdheid
d. Let op: restcategorie en flexartikel 352 VWEU
, Subsidiariteitsbeginsel
- Artikel 5 lid 3 VEU
- De lidstaten bepalen zoveel mogelijk zelf. Op het moment dat blijkt dat het beter is om deze zaak
gezamenlijk te regelen treedt de Europese Unie op.
- Een voorbeeld: De Europese Unie houd zich niet bezig met de gezondheid, maar nu corona overal is is
het beter om samen dingen af te spreken.
Ter voorkoming: “Regelzucht” en “Te veel macht in Brussel”
Gelijkheidsbeginsel
• Art. 18 VWEU
• Discriminatie op grond van nationaliteit is verboden
Evenredigheidsbeginsel
- = proportionaliteitsbeginsel
- Art. 5 lid 4 VEU
- Voor bereiken van doel moet altijd het minst ingrijpende middel worden gekozen
- Geldt voor alle bevoegdheden, dus ook exclusieve!
Doel en middel moeten proportioneel zijn. Moet het minst ingrijpend zijn.
Doelstellingen en beginselen
Doelstelling?
Noodzakelijk hiervoor is de aanwezigheid van:
- eigen wetgeving= onder meer VEU en VWEU
- eigen bestuur = instellingen van de EU
- eigen rechtspraak= Hof van Justitie
Europese raad
Belang= De Europese (met in achterhoofd de nationale) belangen
Wettelijke grondslag= art. 15 VEU, 13 VEU, 235 VWEU en 236 VWEU
Samenstelling= staatshoofden, regeringsleiders, voorzitter
Bevoegdheden= politieke richtingen + prioritering
De Raad van de Europese Unie
Belang= De nationale belangen, lidstaten
Wettelijke grondslag= art .13, 16 VEU, art. 237-243 VWEU
Samenstelling= vertegenwoordigers van iedere lidstaat
Bevoegdheden= wetgeving
Het Europees Parlement
Belang= Het belang van de burgers
Wettelijke grondslag= art. 13, 14 VEU, art. 229-234 VWEU
Samenstelling= vertegenwoordigers 750
Bevoegdheden= wetgeving
De Europese Commissie
Belang= Het algemeen Europees belang, EU
Wettelijke grondslag= art. 13, 17 VEU, art. 244 -250 VWEU
Samenstelling= 27 leden, elke lidstaat 1.
Bevoegdheden= initiatief wetgeving
Het Hof van Justitie
Belang= Toezicht op de rechtmatige interpretatie en toepassing. Voor iedereen (geschillen tussen lidstaten, EU-
instellingen, bedrijven en individuen waarbij EU-wetgeving aan de orde is.)
Wettelijke grondslag= art. 251 t/m 281 VWEU, art. 13 VEU, 19 VEU
Samenstelling= art. 254 VWEU en 19 lid 2 VEU= 1 rechter per lidstaat .Griffier, advocaten-generaal, president,
Bevoegdheden= toezicht en sancties
Samenvatting van ontvangen theorie in de lessen van mevrouw Roeterdink en Arjan Wolsink Saxion
Hogeschool.
Geschiedenis
Soorten verdragen die er zijn:
- Oprichtende verdragen
- Amenderende verdragen
- Toetredende verdragen
EU is hoe het is door oprichtende verdragen, nieuwe beleidsterreinen worden toegevoegd op basis van
amenderende verdragen. De lidstaten worden toegevoegd op basis van toetredende verdragen. Er zijn 27 staten
op dit moment.
Doelstellingen van de Europese Unie (art. 3 VEU):
Lid 1Vrede, waarde en welzijn bevorderen
Lid 2 Vrij verkeer
Lid 3 Interne markt
Lid 4 Economische unie
Europees recht
Om doelstellingen die er zijn te kunnen bereiken zijn er regels nodig die ervoor zorgen dat alles netjes verloopt.
Verdrag betreffende de EU (VEU)
Doelstellingen EU
Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU)
“Het is een Werkingsverdrag”
Verdere uitwerking van het VEU
Grondrechten: Handvest, EVRM en Grondwet
Lidstaten maken in gezamenlijk overleg verdragen en hebben daarin EU- instellingen bevoegdheid tot wetgeving
toegekend
Categorieën EU-recht
- Primair recht: zoals VEU, VWEU
- Secundair recht (288 VWEU)
- Verordeningen
- Richtlijnen
- Beschikkingen
- Aanbevelingen
- Adviezen
EU staat
De Europese Unie is geen staat. Een lidstaat die besluit deel te nemen aan de Europese Unie heeft een
beperking van de beslissingsbevoegdheid.
Rechtsbeginselen
1. Attributiebeginsel
2. Subsidiariteitsbeginsel
3. Gelijkheidsbeginsel
4. Proportionaliteitbeginsel = evenredigheidsbeginsel
Attributiebeginsel
art. 5 lid 2 VEU.
Instellingen mogen alleen handelen binnen de grenzen van de door de verdragen toegedeelde bevoegdheden,
welke bevoegdheid kan zijn, een:
a. Exclusieve bevoegdheid= lidstaat heeft geen zeggenschap hierbij, bijv een verordening
b. Gedeelde bevoegdheid= EU geeft bijv een richtlijn aan de lidstaat
c. Ondersteunende bevoegdheid
d. Let op: restcategorie en flexartikel 352 VWEU
, Subsidiariteitsbeginsel
- Artikel 5 lid 3 VEU
- De lidstaten bepalen zoveel mogelijk zelf. Op het moment dat blijkt dat het beter is om deze zaak
gezamenlijk te regelen treedt de Europese Unie op.
- Een voorbeeld: De Europese Unie houd zich niet bezig met de gezondheid, maar nu corona overal is is
het beter om samen dingen af te spreken.
Ter voorkoming: “Regelzucht” en “Te veel macht in Brussel”
Gelijkheidsbeginsel
• Art. 18 VWEU
• Discriminatie op grond van nationaliteit is verboden
Evenredigheidsbeginsel
- = proportionaliteitsbeginsel
- Art. 5 lid 4 VEU
- Voor bereiken van doel moet altijd het minst ingrijpende middel worden gekozen
- Geldt voor alle bevoegdheden, dus ook exclusieve!
Doel en middel moeten proportioneel zijn. Moet het minst ingrijpend zijn.
Doelstellingen en beginselen
Doelstelling?
Noodzakelijk hiervoor is de aanwezigheid van:
- eigen wetgeving= onder meer VEU en VWEU
- eigen bestuur = instellingen van de EU
- eigen rechtspraak= Hof van Justitie
Europese raad
Belang= De Europese (met in achterhoofd de nationale) belangen
Wettelijke grondslag= art. 15 VEU, 13 VEU, 235 VWEU en 236 VWEU
Samenstelling= staatshoofden, regeringsleiders, voorzitter
Bevoegdheden= politieke richtingen + prioritering
De Raad van de Europese Unie
Belang= De nationale belangen, lidstaten
Wettelijke grondslag= art .13, 16 VEU, art. 237-243 VWEU
Samenstelling= vertegenwoordigers van iedere lidstaat
Bevoegdheden= wetgeving
Het Europees Parlement
Belang= Het belang van de burgers
Wettelijke grondslag= art. 13, 14 VEU, art. 229-234 VWEU
Samenstelling= vertegenwoordigers 750
Bevoegdheden= wetgeving
De Europese Commissie
Belang= Het algemeen Europees belang, EU
Wettelijke grondslag= art. 13, 17 VEU, art. 244 -250 VWEU
Samenstelling= 27 leden, elke lidstaat 1.
Bevoegdheden= initiatief wetgeving
Het Hof van Justitie
Belang= Toezicht op de rechtmatige interpretatie en toepassing. Voor iedereen (geschillen tussen lidstaten, EU-
instellingen, bedrijven en individuen waarbij EU-wetgeving aan de orde is.)
Wettelijke grondslag= art. 251 t/m 281 VWEU, art. 13 VEU, 19 VEU
Samenstelling= art. 254 VWEU en 19 lid 2 VEU= 1 rechter per lidstaat .Griffier, advocaten-generaal, president,
Bevoegdheden= toezicht en sancties
