Examen B1-K1-W10 - Evaluatieverslag ontslag- en
overdracht procedure
+ De verantwoording in de dienst
Casus / situatieschets van de cliënt - mevrouw de V.
Mevrouw de V. is een 77-jarige somatische cliënt met een licht dementieel
beeld.
Zij verblijft momenteel in een somatische setting in een verpleegtehuis, op
een open afdeling. Zij heeft hier haar eigen huiskamer en slaapkamer.
Mevrouw heeft sinds een aantal weken steeds meer last van dwaalgedrag
door het gebouw en dit levert op bepaalde momenten gevaarlijke situaties
op, waarbij haar veiligheid in gevaar komt. Zij gaat in haar beleving dan op
zoek naar haar kinderen.
Mevrouw heeft 2 kinderen, echter wonen deze dusdanig ver weg dat zij
hier vrijwel geen rol in kunnen spelen.
Mevrouw loopt met een rollator en is nog vrij mobiel.
Mevrouw heeft in het verleden vaker last gehad van psychoses. Mevrouw
gebruikte voor het ernstige dwalen geen medicatie voor de onrust.
Mevrouw heeft in het verleden wel vaker periodes gehad dat zij meer ging
dwalen om bovenstaande redenen. Echter zakte dit dan vaak weer snel af
en bovendien werden hierbij dan geen gevaarlijke situaties geconstateerd.
Zoals bij de ziektebeelden te zien is, zou dit te maken kunnen hebben met
de lichte vorm van dementie welke verergerd is of kan het te maken
hebben met psychoses en de onrust. De onrust zou ook nog te maken
kunnen hebben met het onrustige en angstige gevoel vanuit het
atriumfibrilleren.
Het dwalen, de onrust welke hierbij komt kijken en waaruit de gevaarlijke
situaties ontstaan kunnen veel oorzaken hebben. Dit in combinatie met de
gevaarlijke situaties is dan ook het dilemma vanuit deze casus.
Een ander dilemma is dat duidelijk is geworden dat de cliënt gaat
verhuizen naar een andere zorginstelling. Gezien de situatie zorgwekkend
is, wil je de cliënt ook niet in zo'n situatie laten verhuizen naar een andere
instelling.
Vanuit de medicatie welke mevrouw al gebruikt zijn er geen bekende
neveneffecten die dit ziektebeeld zouden kunnen veroorzaken of
verklaren.
Daarnaast zijn er in de afgelopen periode geen medicatie aanpassingen
geweest, mevrouw gebruikt desbetreffende medicatie al jarenlang, dus
ook dit is onwaarschijnlijk.
Sandy Heijkamp Pagina 1
, Medicatie welke zij gebruikt:
- Dipiperon druppels (Pipamperon behoort tot de klassieke
antipsychotica. Het vermindert in de hersenen het effect van de natuurlijk
voorkomende stof dopamine. Hierdoor nemen psychosen en onrust af.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie en onrust). Deze
medicatie is na het dwalen en het constateren van gevaar pas
voorgeschreven.
- Macrogol (Macrogol is een laxeermiddel. Het is te gebruiken
bij verstopping, of om het laatste deel van de darm leeg te maken voor
een darmonderzoek of darmoperatie. Het wordt soms gebruikt
bij vergiftiging, om de darmen snel leeg te maken en
bij prikkelbaredarmsyndroom met verstopping).
- Acenocoumarol (Acenocoumarol is een antistollingsmiddel. Artsen
schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct,
beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen).
- Metformine (Metformine verlaagt de bloedsuiker. Te veel suiker in het
bloed maakt je ziek en is schadelijk voor hart, bloedvaten, ogen, nieren en
zenuwen).
- Digoxine (Digoxine is een hartglycoside. Dit medicijn zorgt ervoor dat
het hart het bloed beter rondpompt. Dit medicijn wordt gebruikt bij
bepaalde hartritmestoornissen en bij boezem- en atriumfibrilleren).
Ziektebeelden:
- Lichte vorm van dementie
- Atriumfibrilleren
- Psychoses
- Diabetes
Sandy Heijkamp Pagina 2
overdracht procedure
+ De verantwoording in de dienst
Casus / situatieschets van de cliënt - mevrouw de V.
Mevrouw de V. is een 77-jarige somatische cliënt met een licht dementieel
beeld.
Zij verblijft momenteel in een somatische setting in een verpleegtehuis, op
een open afdeling. Zij heeft hier haar eigen huiskamer en slaapkamer.
Mevrouw heeft sinds een aantal weken steeds meer last van dwaalgedrag
door het gebouw en dit levert op bepaalde momenten gevaarlijke situaties
op, waarbij haar veiligheid in gevaar komt. Zij gaat in haar beleving dan op
zoek naar haar kinderen.
Mevrouw heeft 2 kinderen, echter wonen deze dusdanig ver weg dat zij
hier vrijwel geen rol in kunnen spelen.
Mevrouw loopt met een rollator en is nog vrij mobiel.
Mevrouw heeft in het verleden vaker last gehad van psychoses. Mevrouw
gebruikte voor het ernstige dwalen geen medicatie voor de onrust.
Mevrouw heeft in het verleden wel vaker periodes gehad dat zij meer ging
dwalen om bovenstaande redenen. Echter zakte dit dan vaak weer snel af
en bovendien werden hierbij dan geen gevaarlijke situaties geconstateerd.
Zoals bij de ziektebeelden te zien is, zou dit te maken kunnen hebben met
de lichte vorm van dementie welke verergerd is of kan het te maken
hebben met psychoses en de onrust. De onrust zou ook nog te maken
kunnen hebben met het onrustige en angstige gevoel vanuit het
atriumfibrilleren.
Het dwalen, de onrust welke hierbij komt kijken en waaruit de gevaarlijke
situaties ontstaan kunnen veel oorzaken hebben. Dit in combinatie met de
gevaarlijke situaties is dan ook het dilemma vanuit deze casus.
Een ander dilemma is dat duidelijk is geworden dat de cliënt gaat
verhuizen naar een andere zorginstelling. Gezien de situatie zorgwekkend
is, wil je de cliënt ook niet in zo'n situatie laten verhuizen naar een andere
instelling.
Vanuit de medicatie welke mevrouw al gebruikt zijn er geen bekende
neveneffecten die dit ziektebeeld zouden kunnen veroorzaken of
verklaren.
Daarnaast zijn er in de afgelopen periode geen medicatie aanpassingen
geweest, mevrouw gebruikt desbetreffende medicatie al jarenlang, dus
ook dit is onwaarschijnlijk.
Sandy Heijkamp Pagina 1
, Medicatie welke zij gebruikt:
- Dipiperon druppels (Pipamperon behoort tot de klassieke
antipsychotica. Het vermindert in de hersenen het effect van de natuurlijk
voorkomende stof dopamine. Hierdoor nemen psychosen en onrust af.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie en onrust). Deze
medicatie is na het dwalen en het constateren van gevaar pas
voorgeschreven.
- Macrogol (Macrogol is een laxeermiddel. Het is te gebruiken
bij verstopping, of om het laatste deel van de darm leeg te maken voor
een darmonderzoek of darmoperatie. Het wordt soms gebruikt
bij vergiftiging, om de darmen snel leeg te maken en
bij prikkelbaredarmsyndroom met verstopping).
- Acenocoumarol (Acenocoumarol is een antistollingsmiddel. Artsen
schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct,
beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen).
- Metformine (Metformine verlaagt de bloedsuiker. Te veel suiker in het
bloed maakt je ziek en is schadelijk voor hart, bloedvaten, ogen, nieren en
zenuwen).
- Digoxine (Digoxine is een hartglycoside. Dit medicijn zorgt ervoor dat
het hart het bloed beter rondpompt. Dit medicijn wordt gebruikt bij
bepaalde hartritmestoornissen en bij boezem- en atriumfibrilleren).
Ziektebeelden:
- Lichte vorm van dementie
- Atriumfibrilleren
- Psychoses
- Diabetes
Sandy Heijkamp Pagina 2
