100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting hoofdstuk ademhaling en circulatie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
14
Geüpload op
26-03-2023
Geschreven in
2022/2023

Samenvatting over de ademhaling en circulatie. Op school heb ik de methode 10 voor biologie en dit zijn hoofdstukken 14 en 15. In de samenvatting zijn de volgende onderwerpen: - Functies van het circulatiestelsel - Bloed - Bloedplasma - Bloedeiwitten - Bloedcellen - Bloedplaatjes - Vorming van bloed - Bloedstolling - Bouw van het hart - De hartwand - Doorbloeding van het hart - Dubbele en enkele bloedsomloop - Werking van het hart - Elektrocardiodiogram - Hartcyclus - Functies neusholte - Luchtpijp en longen - Gaswisseling (+ reacties die plaatsvinden) - Ademhalingsbewegingen - Longfunctie En nog veel meer!

Meer zien Lees minder









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
5

Documentinformatie

Geüpload op
26 maart 2023
Aantal pagina's
14
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Hoofdstuk 14 - Circulatie
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
14.2 Functies van het circulatiestelsel
Het circulatiestelsel bestaat uit het bloedvatenstelsel en het lymfatisch stelsel. Het
bloedvatenstelsel bestaat uit het hart, de bloedvaten en het bloed. De functies van het
circulatiestelsel zijn:
1) Aanvoer van voedingsstoffen;
Voedingsstoffen worden vanuit het maagdarmkanaal via de darmwand overgedragen
aan het bloed. Het bloed vervoert de voedingsstoffen via de lever naar de organen
en weefsel, waar ze gebruikt worden voor de bouw- en/of energiestofwisseling.
2) Afvoer van afvalstoffen;
De bij de stofwisseling vrijgekomen afvalstoffen in de organen en weefsels worden in
het bloed en de lymfe opgenomen en vervoerd naar de uitscheidingsorganen.
3) Transport van gassen;
Bloed vervoert de voor de energiestofwisseling benodigde zuurstof vanuit de longen
naar de weefsel. En de koolstofdioxide die bij de verbranding vrijkomt wordt door het
bloed vanuit de weefsels naar de longen getransporteerd.
4) Transport van hormonen en beschermende stoffen;
Hormoonklieren produceren op veel verschillende plaatsen in het lichaam hormonen.
Deze worden afgegeven aan het bloed waardoor ze naar de eindbestemming
komen. Ook worden beschermende stoffen door het hele lichaam verspreid. Het
lymfatisch systeem speelt hierbij een grote rol.
5) Verspreiding van warmte;
Het bloed zorgt voor verspreiding en afvoer van warmte door je lichaam.

14.3 Bloed
Ongeveer 7,5% van je lichaamsgewicht is bloed. Bloed bestaat uit bloedcellen die in een
waterige tussencelstof rondzweven. Wanneer je bloed onstolbaar maakt en het een tijdje
laat staan ontstaat er een bezinksel met daarboven een lichtgele vloeistof.

14.3.1 Bloedplasma
Bloedplasma bestaat voor 91% uit water. In de darmen wordt water opgenomen in het
bloed.
➞ Water dient als warmtebuffer in het lichaam; het kan warmte opnemen en afgeven zonder
zelf van temperatuur te veranderen.
➞ Ook dient water als oplosmiddel; veel stoffen kunnen alleen vervoerd worden als ze opgelost
zijn in water.
Afvoer van water vindt plaats in de nieren, de huid, de longen en de ontlasting. De
bloedeiwitten in bloedplasma zijn albuminen, fibriogeen en globulinen.

Bloedplasma bestaat voor ongeveer 1% uit opgeloste zouten, vooral natrium-, kalium- en
calcium ionen. Deze worden aangevuld vanuit het spijsverteringskanaal. Afvoer van
overtollige zouten gebeurt vooral via de nieren en de huid. De verhouding tussen de
verschillende ionen moet constant blijven, anders wordt het functioneren van zenuwen en

, spieren verminderd. Het bloedplasma heeft een bepaalde constante osmotische waarde
die door de opgeloste zouten op peil blijft.

Bloedplasma vervoert bloedgassen. Dit zijn opgeloste zuurstof, koolstofdioxide en stikstof.
Echter wordt de stikstof niet gebruikt.

14.3.2 Bloedeiwitten
In het bloedplasma zitten veel bloedeiwitten. Deze worden vooral in de lever aangemaakt
en ook weer afgebroken. De bloedeiwitten bepalen de stroperigheid van het bloed.
De bloedeiwitten hebben invloed op de zuurgraad; ze houden de pH van het bloedplasma
zeer constant.
De bloedeiwitten hebben ook een rol in het constant houden van een osmotische waarde.
Wanneer de osmotische waarde te laag is kan er vochtophoping komen.

Er zijn drie soorten bloedeiwitten:
1) Albuminen
Vorm: langgerekte eiwitmoleculen
Functie: albuminen spelen een rol bij de colloïd-osmotische waarde.

2) Globulinen
Vorm: kleine bolvormige eiwitmoleculen
Functie: er zijn verschillende typen globulinen.
Sommige globulinen hebben een transportfunctie: bepaalde stoffen worden aan het eiwit
gekoppeld en vervoerd.
Immunoglobulin hebben de functie als antistoffen, deze beschermen het lichaam tegen
ziekteverwekker en lichaamsvreemde stoffen.

3) Fibrinogeen
Vorm: vrij grote eiwitmoleculen
Functie: fibrinogeen heeft een belangrijke functie bij bloedstolling.
Bloedplasma waar fibrinogeen uit gehaald is heet serum.

14.3.3 Bloedcellen en bloedplaatjes
Bijna 95% van je bloedcellen zijn rode bloedcellen. Rode bloedcellen leven niet lang en
worden dus de hele tijd aangemaakt. De bloedcel heeft een kleine indeuking waardoor de
cel soepel en vervormbaar is, hierdoor kan die door kleine bloedvaatjes.

Een rode bloedcel bezit geen kern, mitochondriën of andere grote organellen. Naast water
bevat de cel veel hemoglobine. Hemoglobine is rood en bevat ijzer. Hemoglobine heeft een
groot zuurstofbindende vermogen in een zuurstofrijke omgeving. In een zuurstofarme
omgeving geeft het zuurstof af. Ook spelen rode bloedcellen een rol bij het vervoer van
koolstofdioxide. Rode bloedcellen bepalen je bloedgroep.

Witte bloedcellen (leukocyten) zijn minder aanwezig. Drie typen witte bloedcellen zijn:
monocyten, lymfocyten en granulocyten. Witte bloedcellen zijn groter dan rode bloedcellen
en ze hebben een kern en organellen. De levensduur van de cel varieert. Witte bloedcellen
hebben te maken met de verdediging van het lichaam.

Bloedplaatjes zijn celfragmenten, omgeven door een membraan en ooit afgesnoerd van
stamcellen in het rode beenmerg. Bloedplaatjes hebben geen kern en geen organellen. De
cel leeft voor 7 à 8 dagen. Bloedplaatjes bevatten de plaatjesfactor, dit is belangrijk bij
bloedstolling.
€2,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
jadeheidemans
4,0
(1)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
jadeheidemans
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
4
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
3
Documenten
21
Laatst verkocht
1 jaar geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen