Hoofdstuk 6 – Afweer
§6.1 Bescherming
Inwendig en uitwendig milieu
- Je lichaam wordt constant belaagd door organismen uit de omgeving die je ziek maken,
ziekteverwekkers.
- Het dekweefsel (van de huid, longen en darmen) scheidt het inwendige milieu van het
uitwendige milieu.
Lichaamsvreemde stoffen
- Het binnendringen van ziekteverwekkers in je lichaam heet een infectie.
- Je kunt ziek worden van stoffen die je inademt, inslikt of die via je huid binnendringen. De
stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren heten lichaamsvreemde stoffen. Het
afweersysteem (immuunsysteem) beschermt je tegen de lichaamsvreemde stoffen.
- Lichaamseigen stoffen of cellen worden door je lichaam gemaakt of zijn onderdeel van je
lichaam.
De eerste verdedigingslinie
- De eerste verdedigingslinie bestaat uit de huid en de slijmvliezen. Deze beschermen je tegen
gevaren van buitenaf.
- Mechanische afweer = fysieke aanpassingen om indringers buiten te houden.
Chemische afweer = het gebruik van stoffen om indringers buiten te houden
- De slijmvliezen zorgen ervoor dat ziekteverwekkers moeilijk kunnen binnendringen bij de
openingen van het lichaam.
- Melanocyten in de kiemlaag produceren pigment (melanine) dat beschermt tegen uv-
straling.
Bescherming bij planten
- Planten beschermen zichzelf tegen vraat en infecties met hun afweermechanismen. Die kun
je onderverdelen in drie groepen:
Mechanische afweer = bv. haren, stekels en doornen om vraat tegen te gaan.
Chemische afweer = aanmaken van stoffen die onsmakelijk of dodelijk zijn.
Indirecte afweer = aanmaak van stoffen die de natuurlijke vijand van de belager
aantrekken.
§6.2 Afweer
Het afweersysteem
- Binnen het afweersysteem worden twee typen onderscheiden:
Aangeboren afweer = gericht tegen vele verschillende ziekteverwekkers, vooral bij
planten en dieren. Ook dient deze afweer als een snelle eerste afweer tegen een
infectie.
Verworven afweer = gericht tegen één type ziekteverwekker, bij alleen gewervelde
dieren. Dit afweer systeem ontwikkel je gedurende je leven.
- In het rode beenmerg ontstaan verschillende typen witte bloedcellen, fagocyten en
lymfocyten:
Fagocyten = komen in het bloed terecht en bestrijden lichaamsvreemde virussen en
bacteriën. Horen bij de aangeboren afweer.
Lymfocyten = werken hetzelfde als de fagocyten, alleen deze horen bij de verworven
afweer.
§6.1 Bescherming
Inwendig en uitwendig milieu
- Je lichaam wordt constant belaagd door organismen uit de omgeving die je ziek maken,
ziekteverwekkers.
- Het dekweefsel (van de huid, longen en darmen) scheidt het inwendige milieu van het
uitwendige milieu.
Lichaamsvreemde stoffen
- Het binnendringen van ziekteverwekkers in je lichaam heet een infectie.
- Je kunt ziek worden van stoffen die je inademt, inslikt of die via je huid binnendringen. De
stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren heten lichaamsvreemde stoffen. Het
afweersysteem (immuunsysteem) beschermt je tegen de lichaamsvreemde stoffen.
- Lichaamseigen stoffen of cellen worden door je lichaam gemaakt of zijn onderdeel van je
lichaam.
De eerste verdedigingslinie
- De eerste verdedigingslinie bestaat uit de huid en de slijmvliezen. Deze beschermen je tegen
gevaren van buitenaf.
- Mechanische afweer = fysieke aanpassingen om indringers buiten te houden.
Chemische afweer = het gebruik van stoffen om indringers buiten te houden
- De slijmvliezen zorgen ervoor dat ziekteverwekkers moeilijk kunnen binnendringen bij de
openingen van het lichaam.
- Melanocyten in de kiemlaag produceren pigment (melanine) dat beschermt tegen uv-
straling.
Bescherming bij planten
- Planten beschermen zichzelf tegen vraat en infecties met hun afweermechanismen. Die kun
je onderverdelen in drie groepen:
Mechanische afweer = bv. haren, stekels en doornen om vraat tegen te gaan.
Chemische afweer = aanmaken van stoffen die onsmakelijk of dodelijk zijn.
Indirecte afweer = aanmaak van stoffen die de natuurlijke vijand van de belager
aantrekken.
§6.2 Afweer
Het afweersysteem
- Binnen het afweersysteem worden twee typen onderscheiden:
Aangeboren afweer = gericht tegen vele verschillende ziekteverwekkers, vooral bij
planten en dieren. Ook dient deze afweer als een snelle eerste afweer tegen een
infectie.
Verworven afweer = gericht tegen één type ziekteverwekker, bij alleen gewervelde
dieren. Dit afweer systeem ontwikkel je gedurende je leven.
- In het rode beenmerg ontstaan verschillende typen witte bloedcellen, fagocyten en
lymfocyten:
Fagocyten = komen in het bloed terecht en bestrijden lichaamsvreemde virussen en
bacteriën. Horen bij de aangeboren afweer.
Lymfocyten = werken hetzelfde als de fagocyten, alleen deze horen bij de verworven
afweer.