Hoofdstuk 1
1.1 Zinsdelen
Persoonsvorm De persoonsvorm is het Anne wil foutloos schrijven
werkwoord dat verandert, als Anne wilde foutloos schrijven
de tijd in de zin verandert
Zinsdeel Een groep woorden die bij De wedstrijd gaat vanwege
elkaar blijft, als je hem voor slecht weer niet door
een persoonsvorm plaatst Vanwege slecht weer gaat de
wedstrijd niet door
Onderwerp Als de persoonsvorm in enkel Je verricht belangrijk werk
of meervoud zit, verandert het Jullie verrichten belangrijk
onderwerp ook werk
Gezegde Het (werkwoordelijk) gezegde Gisteren heeft het bestuur het
zijn alle (delen van) voorstel aangenomen
werkwoorden samen
Lijdend voorwerp Vindt je door wie of wat + Dit bedrijf hanteert gunstige
gezegde + onderwerp te tarieven. Wat? Gunstige
vragen tarieven
Meewerkend voorwerp Voor een meewerkend De receptioniste heeft (aan)
voorwerp kun je aan of voor ons de sleutel gegeven
plaatsen, of weglaten
Bijwoordelijke bepaling Geven antwoord op vragen Afgelopen zomer hebben wij
zoals: Waar? Wanneer? met een groep vrienden
Waardoor? Waarom? Hoe? gefietst in Frankrijk
Bijvoeglijke bepaling Een (groepje) woord(en) bij Een tamelijke ingewikkeld
een zelfstandig naamwoord vraagstuk
Bijstelling Een bijstelling staat achter een Theo Zwart, mijn
zelfstandig naamwoord en stagebegeleider, komt ook
tussen komma’s
1.2 Hoofdzinnen en bijzinnen
Enkelvoudige zin Een zin met maar één De topspotter tracht zijn
persoonsvorm record
Samengestelde zin Zin met meer dan één Miranda gaf een gil toen ze de
persoonsvorm golven in dook
Nevengeschikte zin Een nevengeschrikte zin in een Sjoerd bakt een taart en Karin
samengestelde zin is even versiert de kamer
belangerijk als de andere zin
Ondergeschikte zin Een ondergeschrikte zin in een Sjoerd heeft een taart
samengestelde zin is minder gebakken, waarop hij straks 21
belangerijk dan de andere zin kaarsjes gaat zetten
Hoofdzin Staan het onderwerp en Tijdens de uitverkoop
persoonsvorm bij elkaar profiteren wij van
aantrekkelijke aanbiedingen