Aardrijkskunde periode 4
Belangrijke achtergrond informatie:
Sociale ongelijkheid: Grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen
tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking.
Regionale ongelijkheid: Grote en ongewenste verschillen in de ontwikkeling tussen
gebieden.
Reliëf: het geheel van hoogtes en laagtes in het landschap.
Stuwingsregen: neerslag veroorzaakt door vochtige lucht die over een gebergte beweegt
en daardoor gedwongen wordt op te stijgen.
Demografische druk: De verhouding tussen het aantal mensen dat werkten het aantal
mensen dat niet werkt. Hoe meer kinderen en bejaarden, hoe (qua percentage) minder
mensen er werken. De demografische druk stijgt dan.
Ruimtelijk segregatie: Mensen uit verschillende groepen wonen niet bij elkaar in hetzelfde
gebied.
Middellandse Zeeklimaat
Kenmerken: - Warme Zomers
- Zachte winters
- Vooral neerslag in de winter.
Zeeklimaat
Kenmerken: - Koele zomer
- Zachte winter
- Hele jaar neerslag
Woestijn of steppe klimaat
Kenmerken: - Bijna geen neerslag (droog)
- Hete zomers (boven de 18 graden)
- Koude winters.
- Verschil tussen woenstijn en steppe: Als er iets meer neerslag valt
dan is het een Steppe klimaat.
Toendra of hooggebergte of pool klimaat
Kenmerken: - De temperatuur blijft het hele jaar onder de 10 graden Celsius
- Weinig neerslag
- Hoe kouder, hoe meer richting poolklimaat
Landklimaat
Kenmerken: - Zomers boven de 10 graden.
- In de winter onder de –3 graden.
Savanne klimaat
Kenmerken: - De temperatuur is het hele jaar boven de 18 graden
- Heeft een droge periode en een natte periode.
Tropisch klimaat
Kenmerken: - De temperatuur is het hele jaar boven de 18 graden.
- En het hele jaar veel neerslag.
1
, Paragraaf 1:
Mental map: het ruimtelijk beeld dat iemand van een bepaald gebied in zijn geheugen heeft
opgeslagen, het verschilt per persoon dus is het subjectief.
Perceptie: de manier waarop je iets waarneemt, ervaart en beoordeelt.
Stereotypen: een algemene karakterisering van een gebied of van een groep mensen die
niet met de werkelijkheid overeenkomt.
Beelden over een land vormen we op basis van verhalen over het verleden, ervaringen van
andere mensen, media, commercie en overheden.
Geografisch beeld: een beeld van een gebied op basis van controleerbare informatie over
de ligging van het gebied, de ruimtelijke kenmerken ervan en de samenhang daartussen.
Brazilië is een volwaardig handelspartner of concurrent. Het land is in opkomst, de status
van ontwikkelingsland ontgroeid en behoort inmiddels tot de grootste economieën van de
wereld.
Paragraaf 2:
Ligging klimaatgebieden in relatie met verschillende klimaatfactoren:
o Reliëf
Stuwingsregen aan de zuidoostkust, noordoostelijke gedeelte hierdoor in
regenschaduw en komt woestijn voor.
o Geografische ligging
Evenaar doorsnijdt noorden van Brazilië, zuidelijke gedeelte hogere breedte dus
koeler.
Hoge zonnestand zorgt voor hoge temperaturen en stijgingsregen.
o Lucht- en zeestromen
Passaatwinden
Warme zeestroom die op lage breedte makkelijk verdampt neerslag
o ITCZ
2
Belangrijke achtergrond informatie:
Sociale ongelijkheid: Grote en ongewenste verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen
tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking.
Regionale ongelijkheid: Grote en ongewenste verschillen in de ontwikkeling tussen
gebieden.
Reliëf: het geheel van hoogtes en laagtes in het landschap.
Stuwingsregen: neerslag veroorzaakt door vochtige lucht die over een gebergte beweegt
en daardoor gedwongen wordt op te stijgen.
Demografische druk: De verhouding tussen het aantal mensen dat werkten het aantal
mensen dat niet werkt. Hoe meer kinderen en bejaarden, hoe (qua percentage) minder
mensen er werken. De demografische druk stijgt dan.
Ruimtelijk segregatie: Mensen uit verschillende groepen wonen niet bij elkaar in hetzelfde
gebied.
Middellandse Zeeklimaat
Kenmerken: - Warme Zomers
- Zachte winters
- Vooral neerslag in de winter.
Zeeklimaat
Kenmerken: - Koele zomer
- Zachte winter
- Hele jaar neerslag
Woestijn of steppe klimaat
Kenmerken: - Bijna geen neerslag (droog)
- Hete zomers (boven de 18 graden)
- Koude winters.
- Verschil tussen woenstijn en steppe: Als er iets meer neerslag valt
dan is het een Steppe klimaat.
Toendra of hooggebergte of pool klimaat
Kenmerken: - De temperatuur blijft het hele jaar onder de 10 graden Celsius
- Weinig neerslag
- Hoe kouder, hoe meer richting poolklimaat
Landklimaat
Kenmerken: - Zomers boven de 10 graden.
- In de winter onder de –3 graden.
Savanne klimaat
Kenmerken: - De temperatuur is het hele jaar boven de 18 graden
- Heeft een droge periode en een natte periode.
Tropisch klimaat
Kenmerken: - De temperatuur is het hele jaar boven de 18 graden.
- En het hele jaar veel neerslag.
1
, Paragraaf 1:
Mental map: het ruimtelijk beeld dat iemand van een bepaald gebied in zijn geheugen heeft
opgeslagen, het verschilt per persoon dus is het subjectief.
Perceptie: de manier waarop je iets waarneemt, ervaart en beoordeelt.
Stereotypen: een algemene karakterisering van een gebied of van een groep mensen die
niet met de werkelijkheid overeenkomt.
Beelden over een land vormen we op basis van verhalen over het verleden, ervaringen van
andere mensen, media, commercie en overheden.
Geografisch beeld: een beeld van een gebied op basis van controleerbare informatie over
de ligging van het gebied, de ruimtelijke kenmerken ervan en de samenhang daartussen.
Brazilië is een volwaardig handelspartner of concurrent. Het land is in opkomst, de status
van ontwikkelingsland ontgroeid en behoort inmiddels tot de grootste economieën van de
wereld.
Paragraaf 2:
Ligging klimaatgebieden in relatie met verschillende klimaatfactoren:
o Reliëf
Stuwingsregen aan de zuidoostkust, noordoostelijke gedeelte hierdoor in
regenschaduw en komt woestijn voor.
o Geografische ligging
Evenaar doorsnijdt noorden van Brazilië, zuidelijke gedeelte hogere breedte dus
koeler.
Hoge zonnestand zorgt voor hoge temperaturen en stijgingsregen.
o Lucht- en zeestromen
Passaatwinden
Warme zeestroom die op lage breedte makkelijk verdampt neerslag
o ITCZ
2
