Telgetal (Ordinaal)
1e,2e,3e etc
BSN
Kardinaal (hoeveel
heidsgetal, aantal)
Verschijningsvorm en
Natuurlijk getal Naamgetal
functies Getallen
(bus 13)
(1,2,3)
Hele getallen Meetgetal
(ook negatief)
(5km)
Formeel rekengetal
Talstelsel (rijweer
Arabisch gave) Plaats positiewaarde
Getalsysteem (0t/m9)
Additief systeem (symb
olen geven waarde) positionele notatie
Subtractief getalsysteem (kleine Ons Getalsysteem nul
waarde voor grote trekt af)
Egyptisch getalsyteem
bundelingsprincipe
(x-tallige stelsels)
Binaire 2, octale 8, hexadecima
Metriek stelsels Romeinse le 16 sexagesimale 60 stelsels
Getalsysteem
, Commutatieve (wissel
Transformeren eigenschap)
16X12,5=8X25 (2X7=7X2)
Associatieve (schakeleig
enschap)
Rekeneigenschappen (16X4)X5=16X4X5
Inverse Relatie
56:8=7
7X8=56
Distributieve (verdeel eig
enschap)
3X14=3X10+3X4=30+12
Compenseren (Te
rmen veranderen)
32+19=31+20
Persoonlijk eigendom
32+19=32+20-1
Wiskundige oriëntatie
Betekenisvolle (Ruwe begrippen
Situatie
Rijke Leeromgeving
(hoeveel borden zijn er
nodig)
Elementair
Rol leerkracht
(vragen stellen) Getalbegrip
Interview met kinderen
over grote getallen
Aansluiten (metriekstelsel
zone naastenontwikke
ling (met/zonder begel
eiding
Wiskundetaal
(rollenspel)
, Context (aantal), Object (blokjes), een op een koppeling (op
Formeel elk pot past een deksel) Hoeveelheden herkennen
Abstractieniveaus
subbiteren (1t/m 3 blokjes
Verkort tellen/terug
tellen vanaf bepaal Leren Tellen akoestisch tellen
de hoeveelheid (hardop telrij, versje)
Telgetal en
hoeveelheid (koppeling Asynchroon tellen
ordinaal en kardinaal)
Resultatief tellen (juiste volg Nummeren
orde, beseffen, 1-1 relatie) Synchroon tellen
Seriatie (klein,
Correspondentie kleiner, kleinst)
(1-1 relatie)
Classificatie
(gemeenschappelijke
kenmerken groepen)
Conservatie Piaget '69 (Reken
(hoeveelheid zelfde, voorwaardes))
vorm anders)
Subbiteren (zien
zonder tellen)
1e,2e,3e etc
BSN
Kardinaal (hoeveel
heidsgetal, aantal)
Verschijningsvorm en
Natuurlijk getal Naamgetal
functies Getallen
(bus 13)
(1,2,3)
Hele getallen Meetgetal
(ook negatief)
(5km)
Formeel rekengetal
Talstelsel (rijweer
Arabisch gave) Plaats positiewaarde
Getalsysteem (0t/m9)
Additief systeem (symb
olen geven waarde) positionele notatie
Subtractief getalsysteem (kleine Ons Getalsysteem nul
waarde voor grote trekt af)
Egyptisch getalsyteem
bundelingsprincipe
(x-tallige stelsels)
Binaire 2, octale 8, hexadecima
Metriek stelsels Romeinse le 16 sexagesimale 60 stelsels
Getalsysteem
, Commutatieve (wissel
Transformeren eigenschap)
16X12,5=8X25 (2X7=7X2)
Associatieve (schakeleig
enschap)
Rekeneigenschappen (16X4)X5=16X4X5
Inverse Relatie
56:8=7
7X8=56
Distributieve (verdeel eig
enschap)
3X14=3X10+3X4=30+12
Compenseren (Te
rmen veranderen)
32+19=31+20
Persoonlijk eigendom
32+19=32+20-1
Wiskundige oriëntatie
Betekenisvolle (Ruwe begrippen
Situatie
Rijke Leeromgeving
(hoeveel borden zijn er
nodig)
Elementair
Rol leerkracht
(vragen stellen) Getalbegrip
Interview met kinderen
over grote getallen
Aansluiten (metriekstelsel
zone naastenontwikke
ling (met/zonder begel
eiding
Wiskundetaal
(rollenspel)
, Context (aantal), Object (blokjes), een op een koppeling (op
Formeel elk pot past een deksel) Hoeveelheden herkennen
Abstractieniveaus
subbiteren (1t/m 3 blokjes
Verkort tellen/terug
tellen vanaf bepaal Leren Tellen akoestisch tellen
de hoeveelheid (hardop telrij, versje)
Telgetal en
hoeveelheid (koppeling Asynchroon tellen
ordinaal en kardinaal)
Resultatief tellen (juiste volg Nummeren
orde, beseffen, 1-1 relatie) Synchroon tellen
Seriatie (klein,
Correspondentie kleiner, kleinst)
(1-1 relatie)
Classificatie
(gemeenschappelijke
kenmerken groepen)
Conservatie Piaget '69 (Reken
(hoeveelheid zelfde, voorwaardes))
vorm anders)
Subbiteren (zien
zonder tellen)