Ergotherapie Samenvatting Grondslagen Hoofdstuk 15
CMOP-E: inhoudsmodel > update van het CMOP: beschrijft de uitvoering van het handelen als de
dynamisch interactie van de persoon, de beteknisvolle activiteiten en de omgeving.
Iedereen heeft recht om te handelen of hierin betrokken zijn.
Belangrijke functie voor de ergotherapie:
o Vier kernconcepten van de ergotherapie ( person, occupation, environment, levensloop)
o Levert een grafisch representatie van het ergotherapeutisch perspectief.
Gebaseerd op theorieën > dragen op hun beurt weer bij aan het begrijpen van de uitdaging
die mensen ervaren in het handelen en de keuzes die mensen maken:
o Occupational challenge
o Occupational choice
o Self-efficacy: vertrouwen in de eigen mogelijkheden bepaalt de effectiviteit van het
handelen.
Twee perspectieven die het handelen mogelijk maken:
1. Individuele perspectief ( enabling individual change): richt zich op de persoon-handelen-
omgeving-interactie.
2. Sociale perspectief (enabling social change): richt zich op sociale gerechtigheid en inclusie in
de samenleving.
Visie CMOP-E:
Participatie is gerelateerd aan de rollen en zingeving unieke persoon
Optimaal niveau van handelen > positie in de samenleving
Inclusie
Interventie gericht op uitvoering en betrokkenheid van handelen
Person Occupation Environment
Affective: Gevoelens, sociale Uitgangspunten? Zie Cultural: etnische, raciale,
en emotionele functies beroepsprofiel of H2 ceremoniële en routinematige
activiteiten.
Cognitive: denken en mentale Zelfzorg Institutional: maatschappelijke
processen (waarnemingen, organisaties, beleid. Economie,
concentratie etc.) politiek etc.
Physical: het ‘doen’, sensoriek Productiviteit Physical: natuurlijke en
en motoriek. bebouwde omgeving.
Spiritual (centrale kern): Ontspanning Social: relaties, sociale
Essentie van het leven, groeperingen.
iedereen is een uniek persoon.
Wat is de betekenis van het
handelen?
Persoonlijke capaciteit: Mediators:
1. Mogelijkheden 1. Motivatie/interesse
2. Vaardigheden 2. Betekenis
3. Kennis 3. Effectiviteit van de cliënt
Handelen:
1. Eisen die nodig zijn voor het handelen
2. De mediators van het handelen beïnvloeden de keuzes die gemaakt worden tijdens het uitvoeren
3. Betrokken zijn in het handelen
CMOP-E: inhoudsmodel > update van het CMOP: beschrijft de uitvoering van het handelen als de
dynamisch interactie van de persoon, de beteknisvolle activiteiten en de omgeving.
Iedereen heeft recht om te handelen of hierin betrokken zijn.
Belangrijke functie voor de ergotherapie:
o Vier kernconcepten van de ergotherapie ( person, occupation, environment, levensloop)
o Levert een grafisch representatie van het ergotherapeutisch perspectief.
Gebaseerd op theorieën > dragen op hun beurt weer bij aan het begrijpen van de uitdaging
die mensen ervaren in het handelen en de keuzes die mensen maken:
o Occupational challenge
o Occupational choice
o Self-efficacy: vertrouwen in de eigen mogelijkheden bepaalt de effectiviteit van het
handelen.
Twee perspectieven die het handelen mogelijk maken:
1. Individuele perspectief ( enabling individual change): richt zich op de persoon-handelen-
omgeving-interactie.
2. Sociale perspectief (enabling social change): richt zich op sociale gerechtigheid en inclusie in
de samenleving.
Visie CMOP-E:
Participatie is gerelateerd aan de rollen en zingeving unieke persoon
Optimaal niveau van handelen > positie in de samenleving
Inclusie
Interventie gericht op uitvoering en betrokkenheid van handelen
Person Occupation Environment
Affective: Gevoelens, sociale Uitgangspunten? Zie Cultural: etnische, raciale,
en emotionele functies beroepsprofiel of H2 ceremoniële en routinematige
activiteiten.
Cognitive: denken en mentale Zelfzorg Institutional: maatschappelijke
processen (waarnemingen, organisaties, beleid. Economie,
concentratie etc.) politiek etc.
Physical: het ‘doen’, sensoriek Productiviteit Physical: natuurlijke en
en motoriek. bebouwde omgeving.
Spiritual (centrale kern): Ontspanning Social: relaties, sociale
Essentie van het leven, groeperingen.
iedereen is een uniek persoon.
Wat is de betekenis van het
handelen?
Persoonlijke capaciteit: Mediators:
1. Mogelijkheden 1. Motivatie/interesse
2. Vaardigheden 2. Betekenis
3. Kennis 3. Effectiviteit van de cliënt
Handelen:
1. Eisen die nodig zijn voor het handelen
2. De mediators van het handelen beïnvloeden de keuzes die gemaakt worden tijdens het uitvoeren
3. Betrokken zijn in het handelen