1.1 Stedelijk samenleven
Fysieke werkelijkheid; de zichtbare, tastbare stad (ziekenhuizen, winkelpanden, scholen)
Vier domeinen;
1. Fysieke domein
2. Sociale domein
3. Cultureel domein
4. Economisch domein
Eerste kabinet Kok (1994-1998); grotestedenbeleid (GSB)
1.2 stadsvernieuwing, PCG-beleid en sociale vernieuwing
G4; Amsterdam, Rotterdam, Den Haag & Utrecht
G15; 15 middelgrote steden
Decentraliseren; niet alles wordt vanuit Den Haag geregeld, maar ook door gemeentes
WMO; Wet Maatschappelijke Ondersteuning
1. Bevorderen van de sociale samenhang, toegankelijkheid van voorzieningen, veiligheid en
leefbaarheid
2. Ondersteunen van de zelfredzaamheid
3. Bieden van beschermd wonen en opvang
Stadsvernieuwingsbeleid; jaren 70. Had een sociaal karakter als doelstelling. Richtte zich op de
emancipatie en op het verbeteren van de sociale samenhang in de wijken. De doelstelling van het
SVB was gericht op de stijging op de sociale ladder van de bewoners
Probleemcumulatiegebiedenbeleid (PCG); jaren 80. Richtte zich op probleemwijken waar
sociale achterstanden waren ontstaan
Sociale vernieuwingsbeleid (SVB); Kabinet Lubbers-|||. Was de opvolger van het PCG-beleid.
Het doel van het SVB was sociale achterstanden te bestrijden. Richtte zich op de sociale cohesie
in kwetsbare stadsbuurten
Verkokering; verkokering houdt in dat organisaties in verschillende beleidssectoren met eigen
middelen bezig zijn om problemen op te lossen. Ze doen dit los van elkaar.
Actoren (stakeholders); actoren zijn personen of instanties die vanuit hun eigen perspectief,
belangen en verantwoordelijkheden betrokken zijn bij een maatschappelijk vraagstuk
1.3 grotestedenbeleid
Selectieve migratie; veel bewoners met een hogere- en middeninkomens verlieten de stad,
bedrijven trokken weg en immigranten en laaggeschoolden stroomde in.
Grotestedenbeleid 1 1994-1998; Burgermeester van Rotterdam, Peper, pleitte voor een
"deltaplan''. Hij wilde een onorthodoxe aanpak van de stedelijke problematiek.
Convenant; een convenant is een overeenkomst waarin prestatieafspraken worden vastgelegd.
Een convenant werd in het grotestedenbeleid 1 de basis voor een grotestedenbeleid
Herstructurering; houdt in dat de eenzijdige samenstelling van de bevolking en de eenzijdige
woningvoorraad in deze wijken wordt doorbroken door grootschalig te slopen en herbouwen