P2 Bedrijf & Omgeving: ‘principes van marketing’
- H1, H2, H3, H6 & H7
, SAMENVATTING BEDRIJF & OMGEVING P2
MISSIE = bestaansreden van een bedrijf in het heden.
Waarom bestaan we? Voor wie bestaan we? Welke behoeften vervullen we?
De versimpelde versie hiervan zijn slogans.
VISIE = definitie van wat een bedrijf nu - maar vooral in de toekomst wil zijn.
Waar gaan we samen naartoe? Waar willen we staan over 𝑥 jaar?
DOEL : is een gewenst eindpunt. Kwalitatief en kent geen deadline.
VB: Iedereen toegang te geven tot schoon drinkwater in Zuid-Rwanda.
DOELSTELLING : is een concreet doel. Kwantitatief en heeft wel een deadline.
VB: Binnen 2 jaar moet 50% van alle inwoners van Zuid-Rwanda toegang hebben tot
schoon drinkwater.
Doelstellingen moet via de SMART-techniek zijn opgesteld.
Abell-diagram
Doel: het afbakenen van de markt
aan de hand van de volgende factoren:
• Behoeften
• Klantgroepen
• Producten
Je kunt klantgroepen opdelen in 4 categorieën:
1. Vreemdelingen
Kortetermijnklanten – Weinig rendabel
Het aanbod sluit slecht aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = kleinst.
2. Plakkers
Langetermijnklanten – weinig rendabel
Het aanbod sluit beperkt aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = klein.
3. Vlinders
Kortetermijnklanten – zeer rendabel
Het aanbod sluit goed aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = groot.
4. Echte vrienden
Langetermijnklanten – zeer rendabel
Het aanbod sluit uitstekend aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = grootst.
, 1. de micro-omgeving
Het bedrijf zelf.
2. de meso-omgeving
De markt van het bedrijf:
leveranciers, concurrenten, consumenten
3. de macro-omgeving
de (inter)nationale invloeden van een bedrijf:
demografische, economische, politieke dingen
Micro-omgeving Intern 7S model Strengths
BMC Weaknesses
Meso-omgeving Extern ABCDE-analyse Opportunities
5K van Porter Threats
Macro-omgeving Extern DESTEP-analyse Opportunities
Threats
Meso- en Extern 4K van Omgevings-
Macro-omgeving Osterwalder invloeden
• Het 7S model
Het 7S model bestaat uit 7S’en (dûh):
1. Strategy (strategie)
De doelen van een organisatie + de manier waarop
gepland is die doelen te bereiken.
2. Structure (structuur)
De opbouw van de organisatie (organigram).
3. Systems (systemen)
De manier(en) waarop een organisatie tot een eindproduct komt
4. Style (managementstijl)
De manier waarop er leiding wordt gegeven.
5. Staff (personeel)
De eigenschappen van het personeel.
6. Skills (sleutelvaardigheden)
Deze sleutelvaardigheden heb je op twee niveaus, namelijk op:
▪ Medewerkerniveau: Inzicht in de sterke punten per medewerker
▪ Organisatieniveau: Inzicht in de sterke punten van de organisatie
7. Shared values (gemeenschappelijke waarden)
De bedrijfscultuur, welke normen en waarden er zijn in een organisatie
- H1, H2, H3, H6 & H7
, SAMENVATTING BEDRIJF & OMGEVING P2
MISSIE = bestaansreden van een bedrijf in het heden.
Waarom bestaan we? Voor wie bestaan we? Welke behoeften vervullen we?
De versimpelde versie hiervan zijn slogans.
VISIE = definitie van wat een bedrijf nu - maar vooral in de toekomst wil zijn.
Waar gaan we samen naartoe? Waar willen we staan over 𝑥 jaar?
DOEL : is een gewenst eindpunt. Kwalitatief en kent geen deadline.
VB: Iedereen toegang te geven tot schoon drinkwater in Zuid-Rwanda.
DOELSTELLING : is een concreet doel. Kwantitatief en heeft wel een deadline.
VB: Binnen 2 jaar moet 50% van alle inwoners van Zuid-Rwanda toegang hebben tot
schoon drinkwater.
Doelstellingen moet via de SMART-techniek zijn opgesteld.
Abell-diagram
Doel: het afbakenen van de markt
aan de hand van de volgende factoren:
• Behoeften
• Klantgroepen
• Producten
Je kunt klantgroepen opdelen in 4 categorieën:
1. Vreemdelingen
Kortetermijnklanten – Weinig rendabel
Het aanbod sluit slecht aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = kleinst.
2. Plakkers
Langetermijnklanten – weinig rendabel
Het aanbod sluit beperkt aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = klein.
3. Vlinders
Kortetermijnklanten – zeer rendabel
Het aanbod sluit goed aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = groot.
4. Echte vrienden
Langetermijnklanten – zeer rendabel
Het aanbod sluit uitstekend aan bij de behoefte;
Winstpotentieel = grootst.
, 1. de micro-omgeving
Het bedrijf zelf.
2. de meso-omgeving
De markt van het bedrijf:
leveranciers, concurrenten, consumenten
3. de macro-omgeving
de (inter)nationale invloeden van een bedrijf:
demografische, economische, politieke dingen
Micro-omgeving Intern 7S model Strengths
BMC Weaknesses
Meso-omgeving Extern ABCDE-analyse Opportunities
5K van Porter Threats
Macro-omgeving Extern DESTEP-analyse Opportunities
Threats
Meso- en Extern 4K van Omgevings-
Macro-omgeving Osterwalder invloeden
• Het 7S model
Het 7S model bestaat uit 7S’en (dûh):
1. Strategy (strategie)
De doelen van een organisatie + de manier waarop
gepland is die doelen te bereiken.
2. Structure (structuur)
De opbouw van de organisatie (organigram).
3. Systems (systemen)
De manier(en) waarop een organisatie tot een eindproduct komt
4. Style (managementstijl)
De manier waarop er leiding wordt gegeven.
5. Staff (personeel)
De eigenschappen van het personeel.
6. Skills (sleutelvaardigheden)
Deze sleutelvaardigheden heb je op twee niveaus, namelijk op:
▪ Medewerkerniveau: Inzicht in de sterke punten per medewerker
▪ Organisatieniveau: Inzicht in de sterke punten van de organisatie
7. Shared values (gemeenschappelijke waarden)
De bedrijfscultuur, welke normen en waarden er zijn in een organisatie