Nectar havo 5
Hoofdstuk 11: Transport
Werking van het hart
De gespierde wand van de hartkamers (ventrikels) en de
wand van de boezems (atriums) trekken samen als reactie
op impulsen. Impulsen worden opgewekt door de
sinusknoop.
Vanuit de sinusknoop lopen de spiervezels naar de wanden
van de boezems, en naar de atriumventrikelknoop
(AV-knoop). Vanuit hier lopen vezels via het
harttussenschot naar de punt van het hart en de wanden
van de kamers. De boezemwanden trekken daardoor eerst
samen gevolgd door de kamerwanden.
De hartcyclus:
Stadium 1: boezemsystole
- De boezemspieren trekken samen
- Bloed van boezems wordt naar kamers geperst
Stadium 2: kamersystole
- Kamers trekken samen en hartkleppen tussen boezems en kamers sluiten
- Aorta- en longslagaderkleppen openen
- Bloed wordt in slagaders geperst
Stadium 3: diastole
- Bloed stroomt rustig van boezems naar kamers
De kleine bloedsomloop
Het zuurstofarme bloed gaat van de rechterkamer
naar de longen via de longslagader. De longslagader
splitst zich vervolgens in kleinere slagaders die zich
vertakken naar verschillende delen van de longen. In
de longen vindt gaswisseling plaats: CO² diffundeert
vanuit het bloed naar de longblaasjes en zuurstof
diffundeert vanuit de longblaasjes naar het bloed. Het
zuurstofrijke bloed stroomt
door de longaders naar de
linkerboezem en de
linkerkamer.
, De grote bloedsomloop
De linkerkamer pompt zuurstofrijk bloed de aorta in. Slagaders vanaf aorta gaan
naar organen in het hoofd, romp, armen en benen. Bloed in de haarvaten geeft
zuurstof af en neemt CO² op. Vanuit de organen stroomt het zuurstofarme bloed
via beide holle aders terug naar de boezem van de rechterharthelft.
Bloedvaten
Slagaders
- Vervoeren bloed van het hart af
- Kloppen door pompen van het hart
- Bloeddruk varieert van 120 mmHg
(bovendruk) tot minder dan 80 mmHg
(onderdruk)
- Elastische wand
- Vervoeren zuurstofrijk bloed
- Liggen meestal diep in het lichaam
Aders
- Vervoeren bloed naar het hart toe
- Bloeddruk lager dan 10 mmHg
- Bevatten kleppen
- Wand veel dunner dan slagaderwand
- Vervoeren zuurstofarm bloed
- Liggen meer aan het oppervlakte van lichaam
De bloeddruk in de aders is te laag om het bloed naar het hart terug te brengen.
De pompwerking van het hart heeft dan geen invloed meer. Spieren en slagaders
die rondom de aders zitten, knijpen de aders samen en dankzij de kleppen in de
aders kan het bloed maar één kant op. Als de kleppen niet goed sluiten, hoopt
het bloed zich op (spataderen).
Haarvaten
Haarvaten zijn de kleinste bloedvaten in ons lichaam en spelen een belangrijke
rol in de bloedcirculatie en de uitwisseling van stoffen bloed en weefsels.
Haarvaten zijn dunne buisjes die bestaan uit een enkele laag endotheelcellen die
zijn omringd door een dunne laag spierweefsel en
bindweefsel. Ze hebben geen gladde spieren en zijn
niet in staat om bloedstroom te reguleren.
Kenmerken:
- Zeer dunne wand (1 laag cellen)
- Uitwisseling van stoffen met weefsels
- Vormen zeer uitgebreid netwerk tussen
slagaders en aders