3MB HC6
Levensloop 1
Geslachtskenmerken
Mannen – vrouwen
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
• Onder invloed van geslachtshormonen
• Geslachthormonen gevormd door geslachtsklieren (gonaden)
Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte aanwezig.
Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit. Dat gebeurd onder invloed
van geslachtshormonen. Een groot deel daarvan wordt gevormd door de
geslachtsklieren (gonaden), in de eierstokken en in de testes.
Gonaden geslachtsklieren
Mannelijke geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken man
• De testes – zaadballen
• Scrotum - balzak
• De epididymes – bijballen
• De ductie deferens - zaadleiders
• De prostaat – voorstanderklier
• De penis – mannelijk lid
Secundaire geslachtskenmerken man
• Volgroeiing van testes en penis
• Stemverlaging (baard in de keel)
• Beharing
• Grotere spier- en botontwikkeling dan bij de vrouw
Mannen veranderen in de puberteit meer qua vorm dan vrouwen.
Erfelijk materiaal
Chromosoom is drager van erfelijk materiaal (DNA) van een organisme
23 chromosomen paren
Diploïd
Geslachtscellen - gameten
Primaire geslachtscellen zijn diploïd
Na speciale deling haploïd
DNA is de drager van het erfelijk materiaal, waarin beschreven staat hoe je lichaam eruit
gaat zien en of je een ziekte wel of niet hebt. In totaal heb je 23 chromosomen paren. De
meeste cellen zijn diploïd, behalve de geslachtscellen.
Diploïd wil zeggen dat je chromosoom paren hebt (van alles twee). Bij de geslachtscellen
heb je er maar één, want je krijgt er ook nog een van de man of vrouw.
Diploïd paar
Levensloop 1
Geslachtskenmerken
Mannen – vrouwen
Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
• Onder invloed van geslachtshormonen
• Geslachthormonen gevormd door geslachtsklieren (gonaden)
Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte aanwezig.
Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit. Dat gebeurd onder invloed
van geslachtshormonen. Een groot deel daarvan wordt gevormd door de
geslachtsklieren (gonaden), in de eierstokken en in de testes.
Gonaden geslachtsklieren
Mannelijke geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken man
• De testes – zaadballen
• Scrotum - balzak
• De epididymes – bijballen
• De ductie deferens - zaadleiders
• De prostaat – voorstanderklier
• De penis – mannelijk lid
Secundaire geslachtskenmerken man
• Volgroeiing van testes en penis
• Stemverlaging (baard in de keel)
• Beharing
• Grotere spier- en botontwikkeling dan bij de vrouw
Mannen veranderen in de puberteit meer qua vorm dan vrouwen.
Erfelijk materiaal
Chromosoom is drager van erfelijk materiaal (DNA) van een organisme
23 chromosomen paren
Diploïd
Geslachtscellen - gameten
Primaire geslachtscellen zijn diploïd
Na speciale deling haploïd
DNA is de drager van het erfelijk materiaal, waarin beschreven staat hoe je lichaam eruit
gaat zien en of je een ziekte wel of niet hebt. In totaal heb je 23 chromosomen paren. De
meeste cellen zijn diploïd, behalve de geslachtscellen.
Diploïd wil zeggen dat je chromosoom paren hebt (van alles twee). Bij de geslachtscellen
heb je er maar één, want je krijgt er ook nog een van de man of vrouw.
Diploïd paar