13.4 Kou en hitte
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedige dieren. De dieren hebben aanpassingen
in hun lichaamsbouw of hun gedrag die er voor zorgt dat ze niet te veel afkoelen of
opwarmen. Bijna alle zoogdieren hebben een vacht van haren en vogels hebben
veren. Tussen de haren en veren zit een laag lucht. Stilstaande lucht houdt de
warmte goed vast. Dat noem je isoleren.
Walvissen en bijvoorbeeld zeehonden hebben geen haren. Zij hebben een dikke
vette huid die er voor zorgt dat ze warm blijven.
Sommige dieren hebben een speciale manier om in de winter warm te blijven:
1. Winterrust:
- De lichaamstemperatuur daalt
- De hartslagfrequentie daalt
- De ademfrequentie daalt
2. Winterslaap:
In de winterslaap gebeurd hetzelfde als in de winterrust.
Warmteverliezen
Dieren krijgen bijvoorbeeld in de lente een zomervacht waardoor ze makkelijk
warmteverliezen. Als dat in de zomerhitte niet genoeg is verliezen ze net als mensen
de warmte door het bloed afgegeven. Als het waait kan een dier meer warmte
afgeven. Warmte is een voortdurende luchtstroom. Olifanten maken zelf een
luchtstroom door met hun oren te wapperen. Dieren kunnen niet zweten, maar
verliezen wel op een andere manier die warmte, namelijk door te hijgen.
Warmbloedig
Een warmbloedig dier is vaak warmer dan zijn omgeving. Daardoor verliest het dier
warmte via zijn huid; lichaamsoppervlak. Een kleinere hond koelt daarom ook
sneller af, omdat die een kleiner lichaamsoppervlak heeft.
Koudbloedig
Vissen, amfibieën, reptielen en andere ongewervelde dieren zijn koudbloedig. Dat
houdt in dat als het buiten koud is dat zij ook koud worden, dus ze passen zich aan
hun omgeving aan.
Vogels en zoogdieren zijn warmbloedige dieren. De dieren hebben aanpassingen
in hun lichaamsbouw of hun gedrag die er voor zorgt dat ze niet te veel afkoelen of
opwarmen. Bijna alle zoogdieren hebben een vacht van haren en vogels hebben
veren. Tussen de haren en veren zit een laag lucht. Stilstaande lucht houdt de
warmte goed vast. Dat noem je isoleren.
Walvissen en bijvoorbeeld zeehonden hebben geen haren. Zij hebben een dikke
vette huid die er voor zorgt dat ze warm blijven.
Sommige dieren hebben een speciale manier om in de winter warm te blijven:
1. Winterrust:
- De lichaamstemperatuur daalt
- De hartslagfrequentie daalt
- De ademfrequentie daalt
2. Winterslaap:
In de winterslaap gebeurd hetzelfde als in de winterrust.
Warmteverliezen
Dieren krijgen bijvoorbeeld in de lente een zomervacht waardoor ze makkelijk
warmteverliezen. Als dat in de zomerhitte niet genoeg is verliezen ze net als mensen
de warmte door het bloed afgegeven. Als het waait kan een dier meer warmte
afgeven. Warmte is een voortdurende luchtstroom. Olifanten maken zelf een
luchtstroom door met hun oren te wapperen. Dieren kunnen niet zweten, maar
verliezen wel op een andere manier die warmte, namelijk door te hijgen.
Warmbloedig
Een warmbloedig dier is vaak warmer dan zijn omgeving. Daardoor verliest het dier
warmte via zijn huid; lichaamsoppervlak. Een kleinere hond koelt daarom ook
sneller af, omdat die een kleiner lichaamsoppervlak heeft.
Koudbloedig
Vissen, amfibieën, reptielen en andere ongewervelde dieren zijn koudbloedig. Dat
houdt in dat als het buiten koud is dat zij ook koud worden, dus ze passen zich aan
hun omgeving aan.