Week 1 fysiologie
Energiesystemen
- Fosfaat
o ATP(adenosinetrifosfaat) kan energie uit verbrandingsprocessen tijdelijk opslaan
en doorgeven aan energievragende processen. De totale voorraad van ATP is klein.
o CP(creatinefosfaat) snelle inzetbare vorm van energie. Net als ATP een organische
fosfaatverbinding. CP wort niet direct gebruikt voor contractie van spiercellen, maar
draagt zijn fosfaat met een hoge snelheid over aan ADP. Zorg dus voor aanvullen van
ATP-voorraad.
- Anaerobe
o Energievrijmaking uit glucose zonder zuurstof.
o Ontstaan van melkzuur
o Hoog vermogen (veel energie per seconde), beperkte capaciteit (slechts voorraad
voor beperkte tijd)
- Aerobe
o Energievrijmaken van glucose en vetzuren met behulp van zuurstof
o Weinig vermogen (matige hoeveel energie per seconde), grote capaciteit (voorraad
voor lange tijd)
Energiesysteem Duur oefening Hersteltijd Alactisch, lactisch of
aeroob
ATP 0-3 sec Geen Anaeroob alactisch
capaciteit/vermogen
CP 3-10/20 sec 2 min Anaeroob alactisch
Anaeroob (melkzuur) 10/20 sec – 2/3min 6-15min Anaeroob lactisch
Aeroob (zuurstof) >3min 3 min – geen aeroob
Je werkt de energievormen niet op volgorde af. Maar het gaat om de intensiteit die je hebt. Wanneer
je rustig uit een stoel opstaat is dit aeroob, wanneer je dit op snelheid doet gebruik je ATP. Bij een
normale sprint marathon is het aeroob, wanneer je een sprintstart doet dan gebruik je even ATP/CP
ATP/CP/melkzuur tegen de 100% van de uitvoering.
Het herstel van de creatinefosfaat
- Na 17 sec 50% gevuld
- Na 30 sec 70% gevuld
- Na 2-5 min volledig gevuld
o Gedurende herhalingspauze actief herstellen
o Gedurende seriepauze licht aeroob werk