INT8: Toetsdoelen Beeldende Vorming
De student kent het vakconcept en kan in het ontwerp en uitvoering van de activiteit
recht doen aan het vakconcept Beeldende vorming
Productcomponenten
Betekenis, vorm en materiaal is de doelstelling: de leerlingen
kunnen aan het einde van de les ……
De doelstelling splits je in je LSF dus op in drie delen:
Betekenis: Wat is het onderwerp? De leerlingen kunnen
een Afrikaans masker maken.
Vorm: Wat is het beeldaspect? De leerlingen kunnen
natuurtinten gebruiken (beeldaspect is kleur).
Leerlingen leren de gezichtskenmerken te abstraheren
(beeldaspect is vorm)
Materie: Welk materiaal wordt er gebruikt? De leerlingen kunnen een holle vorm van
papier-maché maken. Leerlingen leren hoe ze met kosteloos materiaal verbindingen
kunnen maken op papier-maché.
Bij alle onderdelen (betekenis, vorm, materie) horen evaluatiecriteria. Bij betekenis zou dat
zijn: Ik zie in het eindproduct dat de leerling een Afrikaans masker heeft gemaakt.
Procescomponenten
Deze staan om betekenis, vorm en materie heen in het cirkelmodel. Die stappen moet je
volgen om tot het eindproduct te komen. Bij procescomponenten hoef je geen
evaluatiecriteria te hebben. Je hoeft alleen doelstelling te formuleren.
Beschouwing: Hoe krijgen kinderen een beeld van de opdracht? Kinderen moeten
erachter komen waar het onderwerp over gaat. (heeft betrekking op betekenis)
Onderzoek: Hoe kunnen kinderen het beeldaspect en het materiaal uit de doelstelling
onderzoeken/uitproberen? De kinderen doen onderzoek naar het maken van een
holle vorm van papier-maché. (heeft betrekking op vorm en materie)
Werkwijze: Concrete tips en trucs met betrekking tot materiaal en techniek. Kinderen
leren een basisvorm maken met een plastic zak, daarna moeten ze horizontaal en
verticaal de kranten plakken etc. (betrekking op materie)
De student kan aangeven welke bijdrage beeldend onderwijs kan leveren aan de
realisatie van de kerndoelen voor het primair onderwijs.
Basisonderwijs is erop gericht kinderen te stimuleren in hun brede ontwikkeling. Beeldend
onderwijs stimuleert de ontwikkeling van het beeldend vermogen en draagt bij aan de
zintuiglijke, cognitieve, creatieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Onder beeldend vermogen verstaan we de competentie om:
Op creatieve wijze vorm te geven aan producten op basis van waarneming,
gevoelens, ervaringen, ideeën, concepten, fantasieën en functionaliteit.
Beeldende producten te kunnen beschouwen en analyseren
Te reflecteren op beelden en het vormgevingsproces
De student kent het vakconcept en kan in het ontwerp en uitvoering van de activiteit
recht doen aan het vakconcept Beeldende vorming
Productcomponenten
Betekenis, vorm en materiaal is de doelstelling: de leerlingen
kunnen aan het einde van de les ……
De doelstelling splits je in je LSF dus op in drie delen:
Betekenis: Wat is het onderwerp? De leerlingen kunnen
een Afrikaans masker maken.
Vorm: Wat is het beeldaspect? De leerlingen kunnen
natuurtinten gebruiken (beeldaspect is kleur).
Leerlingen leren de gezichtskenmerken te abstraheren
(beeldaspect is vorm)
Materie: Welk materiaal wordt er gebruikt? De leerlingen kunnen een holle vorm van
papier-maché maken. Leerlingen leren hoe ze met kosteloos materiaal verbindingen
kunnen maken op papier-maché.
Bij alle onderdelen (betekenis, vorm, materie) horen evaluatiecriteria. Bij betekenis zou dat
zijn: Ik zie in het eindproduct dat de leerling een Afrikaans masker heeft gemaakt.
Procescomponenten
Deze staan om betekenis, vorm en materie heen in het cirkelmodel. Die stappen moet je
volgen om tot het eindproduct te komen. Bij procescomponenten hoef je geen
evaluatiecriteria te hebben. Je hoeft alleen doelstelling te formuleren.
Beschouwing: Hoe krijgen kinderen een beeld van de opdracht? Kinderen moeten
erachter komen waar het onderwerp over gaat. (heeft betrekking op betekenis)
Onderzoek: Hoe kunnen kinderen het beeldaspect en het materiaal uit de doelstelling
onderzoeken/uitproberen? De kinderen doen onderzoek naar het maken van een
holle vorm van papier-maché. (heeft betrekking op vorm en materie)
Werkwijze: Concrete tips en trucs met betrekking tot materiaal en techniek. Kinderen
leren een basisvorm maken met een plastic zak, daarna moeten ze horizontaal en
verticaal de kranten plakken etc. (betrekking op materie)
De student kan aangeven welke bijdrage beeldend onderwijs kan leveren aan de
realisatie van de kerndoelen voor het primair onderwijs.
Basisonderwijs is erop gericht kinderen te stimuleren in hun brede ontwikkeling. Beeldend
onderwijs stimuleert de ontwikkeling van het beeldend vermogen en draagt bij aan de
zintuiglijke, cognitieve, creatieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Onder beeldend vermogen verstaan we de competentie om:
Op creatieve wijze vorm te geven aan producten op basis van waarneming,
gevoelens, ervaringen, ideeën, concepten, fantasieën en functionaliteit.
Beeldende producten te kunnen beschouwen en analyseren
Te reflecteren op beelden en het vormgevingsproces