NTO Hanne Gijbels Blok 4
1 De student past kennis toe door vragen te beantwoorden over onderstaande
onderwerpen. Hij geeft aan welke pre-concepten er kunnen zijn bij kinderen bij elk van
de onderwerpen.
Magnetisme:
Magneten hebben twee uiteinden: noordpool en zuidpool.
-Gelijke polen stoten elkaar af.
IJzer, nikkel, kobalt (ferromagnetische metalen) worden door magneet aangetrokken.
Magnetisch: In een stuk ijzer zitten ontelbare magnetische gebiedjes door elkaar.
Als je zorgt dat die gebiedjes dezelfde kant op wijzen (door wrijving met magneet),
wordt het ijzer magnetisch.
Niet magnetisch: Door het ijzer te verhitten gaan alle magnetische stukjes weer
door elkaar en verliest het de magnetische werking.
Het magnetisch veld: bepaald gebied om magneet waarbinnen onzichtbare magnetische
krachten zijn. Bij polen is deze kracht het sterkst.
Magnetisme heeft veel met elektriciteit te maken. Elektrische stroom kan magnetische
veld opwekken, zoals bij elektromagneten gebeurt. Denk aan fietsdynamo.
Aarde is ook een magneet: kompas wijs naar Noordpool door magnetisch gesteente.
Constructies
Constructie is: verschillende onderdelen die een geheel vormen.
-De functie van een constructie is bepalend door de materialen, verbindingen en vormen
die gekozen worden.
-Constructies hebben te maken met allerlei interne en externe krachten. Materialen,
verbindingen en vormen die goed in staat zijn om deze krachten op te vangen, zorgen in
een constructie voor de benodigde stevigheid en stabiliteit.
Materialen
1. Natuurlijke materialen: hout, leer, wol en katoen
Ruwe materialen worden bewerkt tot halffabricaten. Boomstam plank
2. Kunstmatige materialen: plastic en glas.
Je bewerkt een grondstof. (Plastic wordt van aardolie gemaakt)
Welk materiaal je kiest voor een product is afhankelijk voor de functie van het product.
Van een wijnglas wordt vereist dat hij waterdicht is, geen smaak af geeft aan de wijn en
dat je kunt zien wat je drinkt. Glas voldoet aan deze eisen.
Gecombineerde materialen: manieren om te voldoen aan de uiteindelijke functie. Je zorgt
ervoor dat je eigenschappen kunt verbeteren:
Gewapend beton: beton + staaldraad = extra stevigheid voor grotere constructies
Polyester toevoegen aan kleding van wol = kreukherstellend.
Metaalmengsel = legering (bijv. roestvrij staal = ijzer + koolstof + chroom)
1 De student past kennis toe door vragen te beantwoorden over onderstaande
onderwerpen. Hij geeft aan welke pre-concepten er kunnen zijn bij kinderen bij elk van
de onderwerpen.
Magnetisme:
Magneten hebben twee uiteinden: noordpool en zuidpool.
-Gelijke polen stoten elkaar af.
IJzer, nikkel, kobalt (ferromagnetische metalen) worden door magneet aangetrokken.
Magnetisch: In een stuk ijzer zitten ontelbare magnetische gebiedjes door elkaar.
Als je zorgt dat die gebiedjes dezelfde kant op wijzen (door wrijving met magneet),
wordt het ijzer magnetisch.
Niet magnetisch: Door het ijzer te verhitten gaan alle magnetische stukjes weer
door elkaar en verliest het de magnetische werking.
Het magnetisch veld: bepaald gebied om magneet waarbinnen onzichtbare magnetische
krachten zijn. Bij polen is deze kracht het sterkst.
Magnetisme heeft veel met elektriciteit te maken. Elektrische stroom kan magnetische
veld opwekken, zoals bij elektromagneten gebeurt. Denk aan fietsdynamo.
Aarde is ook een magneet: kompas wijs naar Noordpool door magnetisch gesteente.
Constructies
Constructie is: verschillende onderdelen die een geheel vormen.
-De functie van een constructie is bepalend door de materialen, verbindingen en vormen
die gekozen worden.
-Constructies hebben te maken met allerlei interne en externe krachten. Materialen,
verbindingen en vormen die goed in staat zijn om deze krachten op te vangen, zorgen in
een constructie voor de benodigde stevigheid en stabiliteit.
Materialen
1. Natuurlijke materialen: hout, leer, wol en katoen
Ruwe materialen worden bewerkt tot halffabricaten. Boomstam plank
2. Kunstmatige materialen: plastic en glas.
Je bewerkt een grondstof. (Plastic wordt van aardolie gemaakt)
Welk materiaal je kiest voor een product is afhankelijk voor de functie van het product.
Van een wijnglas wordt vereist dat hij waterdicht is, geen smaak af geeft aan de wijn en
dat je kunt zien wat je drinkt. Glas voldoet aan deze eisen.
Gecombineerde materialen: manieren om te voldoen aan de uiteindelijke functie. Je zorgt
ervoor dat je eigenschappen kunt verbeteren:
Gewapend beton: beton + staaldraad = extra stevigheid voor grotere constructies
Polyester toevoegen aan kleding van wol = kreukherstellend.
Metaalmengsel = legering (bijv. roestvrij staal = ijzer + koolstof + chroom)