R.L.
Academic Skills I samenvatting tentamen
H1, H2, H3, H4, H5, H6, H9, H10, H11, H12
Uit boek:
Academische vaardigheden voor interdisciplinaire studies, vierde herziene druk 2019, Amsterdam
University Press, Amsterdam
Bijbehorende bronvermelding:
Van der Gaast, K., & Koenders, L. (z.d.). Academische vaardigheden voor interdisciplinaire studies.
Amsterdam University Press.
Succes met studeren!
Deel 1 Oriënteren en lezen
Focus: begin van onderzoek – brede en grondige oriëntatie op onderwerp
H1 Voorbereidend lezen en zoeken
om onderzoek te houden/artikel te schrijven
Oriënteren op een vakgebied/onderwerp,
Oriënteren buiten uni
o Wetenschappelijk onderzoek begint altijd met een observatie = iets dat de aandacht
trekt of iets dat fascineert
o Locaties:
Actualiteit media en podia: kranten, tv programma, sociale media,
documentaires, tijdschriften
Populairwetenschappelijke tijdschriften
Moderne kunst – legt relatie met actualiteit, maatschappelijke
ontwikkelingen en soms direct met technologie en wetenschap
Oriënteren binnen universiteit
o Locaties: via professor (netwerken)
Oriënteren tussen universiteit en maatschappij
o Locaties:
Maatschappelijk/wetenschappelijk debat
Lezingen – bedoeld om bepaald wetenschappelijk werkveld beter te leren
kennen
Concepten en theorieën
vormen het fundament van ieder wetenschappelijk werk
1. Theorieën = veronderstelde relaties tussen concepten
a. Correlatie: een veronderstelde relatie waarbij je een samenhang ziet tussen 2
concepten dus als A wordt gemeten, kan concept B ook
b. Causaal verband: als je aannemelijk kunt maken dat concept A de aanwezigheid van
concept B kan verklaren
2. Concept = abstractie; een verondersteld patroon/begrip dat op verschillende manieren kan
worden gedefinieerd of gecombineerd
Ofwel: concepten zijn bouwstenen van theorieën
Specifieke kenmerken wetenschappelijke literatuur
Overeenkomsten wetenschappelijke artikelen (onderzoeksartikelen/literatuurverslagen):
1. Gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift/journal, waarvan redactie bestaat uit EXPERTS
, R.L.
2. Maat voor waardering van een tijdschrift is impact factor: berekend a.d.h.v. aantal citaten
van de artikelen uit dat tijdschrift in andere wetenschappelijke artikelen
3. Ze zijn peerreviewed: door ten minste 2 onafhankelijke + anonieme wetenschappers
beoordeeld op inhoudelijke kwaliteit
4. Auteurs hebben geen directe commerciële/politieke belangen (bij onderwerp), achtergrond
auteurs is bekend
5. Artikel begint met abstract: een zeer bondige samenvatting van de belangrijkste bevindingen
+ context + implicaties van onderzoek
6. Grote hoeveelheid verwijzingen naar andere wetenschappelijke publicaties over zelfde
onderwerp verwijzingen midden tekst, na zinnen, middenin + literatuurlijst
… deze kenmerken van wetenschappelijke literatuur, onderscheidt met gewone literatuur
Soorten literatuur
1. Wetenschappelijke literatuur
2. Grijze literatuur = publicaties die onderzoekers of onderzoeksorganisaties produceren, maar
die niet peerreviewed zijn
a. Vanwege deze reden is de kwaliteit van bron moeilijk te beoordelen
b. BV: adviesrapporten, niet-wetenschappelijke onderzoeksrapporten (betrouwbaar! =
CBS etc.), (nog) niet-wetenschappelijke publicaties uit academische wereld,
populairwetenschappelijke boeken (betrouwbaar!)
c. Tip: kijk naar (on)afhankelijkheid
Bronnen (het vinden van) van wetenschappelijke info
o Doorzoeken d.m.v. keywords = steek-/trefwoorden die relevant zijn voor artikel
Trefwoorden zoekmachines
Trefwoorden/commando’s Uitleg
AND Zoekt naar beide termen
Or Zoekt naar 1 van beide termen
Not Neemt deze termen niet mee in zoekopdracht
* Zoekt naar variatie op woorden beginnend met
de woorden voor *
BV: Econ* kan zijn: economy, economical
etc.
‘’…’’ Zoekt exact naar datgene wat tussen de
aanhalingstekens staat (dus letterlijke
zoekopdracht)
Zoekt op synoniemen
Oriënterend lezen
Snellezen d.m.v.:
o Titel: zeer gesublimeerde samenvatting van gehele publicatie – teruggebracht tot 1
zin
o Abstract: korte samenvatting van gehele studie (dus niet alleen resultaten maar ook
van aanpak en theoretische grondslag van studie)
Conceptmap = visuele weergave van verbindingen tussen concepten
Academic Skills I samenvatting tentamen
H1, H2, H3, H4, H5, H6, H9, H10, H11, H12
Uit boek:
Academische vaardigheden voor interdisciplinaire studies, vierde herziene druk 2019, Amsterdam
University Press, Amsterdam
Bijbehorende bronvermelding:
Van der Gaast, K., & Koenders, L. (z.d.). Academische vaardigheden voor interdisciplinaire studies.
Amsterdam University Press.
Succes met studeren!
Deel 1 Oriënteren en lezen
Focus: begin van onderzoek – brede en grondige oriëntatie op onderwerp
H1 Voorbereidend lezen en zoeken
om onderzoek te houden/artikel te schrijven
Oriënteren op een vakgebied/onderwerp,
Oriënteren buiten uni
o Wetenschappelijk onderzoek begint altijd met een observatie = iets dat de aandacht
trekt of iets dat fascineert
o Locaties:
Actualiteit media en podia: kranten, tv programma, sociale media,
documentaires, tijdschriften
Populairwetenschappelijke tijdschriften
Moderne kunst – legt relatie met actualiteit, maatschappelijke
ontwikkelingen en soms direct met technologie en wetenschap
Oriënteren binnen universiteit
o Locaties: via professor (netwerken)
Oriënteren tussen universiteit en maatschappij
o Locaties:
Maatschappelijk/wetenschappelijk debat
Lezingen – bedoeld om bepaald wetenschappelijk werkveld beter te leren
kennen
Concepten en theorieën
vormen het fundament van ieder wetenschappelijk werk
1. Theorieën = veronderstelde relaties tussen concepten
a. Correlatie: een veronderstelde relatie waarbij je een samenhang ziet tussen 2
concepten dus als A wordt gemeten, kan concept B ook
b. Causaal verband: als je aannemelijk kunt maken dat concept A de aanwezigheid van
concept B kan verklaren
2. Concept = abstractie; een verondersteld patroon/begrip dat op verschillende manieren kan
worden gedefinieerd of gecombineerd
Ofwel: concepten zijn bouwstenen van theorieën
Specifieke kenmerken wetenschappelijke literatuur
Overeenkomsten wetenschappelijke artikelen (onderzoeksartikelen/literatuurverslagen):
1. Gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift/journal, waarvan redactie bestaat uit EXPERTS
, R.L.
2. Maat voor waardering van een tijdschrift is impact factor: berekend a.d.h.v. aantal citaten
van de artikelen uit dat tijdschrift in andere wetenschappelijke artikelen
3. Ze zijn peerreviewed: door ten minste 2 onafhankelijke + anonieme wetenschappers
beoordeeld op inhoudelijke kwaliteit
4. Auteurs hebben geen directe commerciële/politieke belangen (bij onderwerp), achtergrond
auteurs is bekend
5. Artikel begint met abstract: een zeer bondige samenvatting van de belangrijkste bevindingen
+ context + implicaties van onderzoek
6. Grote hoeveelheid verwijzingen naar andere wetenschappelijke publicaties over zelfde
onderwerp verwijzingen midden tekst, na zinnen, middenin + literatuurlijst
… deze kenmerken van wetenschappelijke literatuur, onderscheidt met gewone literatuur
Soorten literatuur
1. Wetenschappelijke literatuur
2. Grijze literatuur = publicaties die onderzoekers of onderzoeksorganisaties produceren, maar
die niet peerreviewed zijn
a. Vanwege deze reden is de kwaliteit van bron moeilijk te beoordelen
b. BV: adviesrapporten, niet-wetenschappelijke onderzoeksrapporten (betrouwbaar! =
CBS etc.), (nog) niet-wetenschappelijke publicaties uit academische wereld,
populairwetenschappelijke boeken (betrouwbaar!)
c. Tip: kijk naar (on)afhankelijkheid
Bronnen (het vinden van) van wetenschappelijke info
o Doorzoeken d.m.v. keywords = steek-/trefwoorden die relevant zijn voor artikel
Trefwoorden zoekmachines
Trefwoorden/commando’s Uitleg
AND Zoekt naar beide termen
Or Zoekt naar 1 van beide termen
Not Neemt deze termen niet mee in zoekopdracht
* Zoekt naar variatie op woorden beginnend met
de woorden voor *
BV: Econ* kan zijn: economy, economical
etc.
‘’…’’ Zoekt exact naar datgene wat tussen de
aanhalingstekens staat (dus letterlijke
zoekopdracht)
Zoekt op synoniemen
Oriënterend lezen
Snellezen d.m.v.:
o Titel: zeer gesublimeerde samenvatting van gehele publicatie – teruggebracht tot 1
zin
o Abstract: korte samenvatting van gehele studie (dus niet alleen resultaten maar ook
van aanpak en theoretische grondslag van studie)
Conceptmap = visuele weergave van verbindingen tussen concepten
