hoorcolleges
HC 1
Thema’s vak:
- Wetenschapsfilosofie
- Ethiek
- Survey & experimenteel onderzoek (komt terug vanuit kwantitatief OM)
- Case study onderzoek
- DSR
Oefenopdracht:
- 1x per week, 6x totaal
- Deadline dinsdagen 12:00
- Circa 10 open vragen over wetenschappelijke teksten in Perusall
- Beoordeling:
o Lees alle artikelen
o Individueel minimaal 30 minuten besteden per opdracht (ondergrens)
o Minimaal 5 annotaties van voldoende kwaliteit bij relevante passages in de tekst
In Nederlands
o Ten minste 2 annotaties waarop groepsgenoten reageren
Minitoetsen
- 6x
- Maandagen 10:00
- Open boek, 16 MC
- 45 minuten
- 4 vd 5 tellen mee voor opdrachtencijfer
- Vragen gaan vooral over het boek
Groepsopdracht
- In groepje maar met individuele component in de beoordeling
- Circa 10 open vragen over wetenschappelijke teksten in Perusall
- Hoogste 5 vd 6 tellen voor 50% mee in het opdrachtencijfer
Wat is bedrijfskundig wetenschappelijk onderzoek?
- 1: wat levert het op, wat kun je ermee
- 2: Balans van:
o Toegepast onderzoek
o Fundamenteel onderzoek
- 3: typen onderzoek:
o Rapporterend
o Descriptief
o Verklarend
, o Voorspellend
o Ontwerpend
- 4: negatief of positief?
o Hoe bereik je deze doelen en kennis?
- 5: wat is wetenschappelijk bewijs?
o Bewijs => bewijs => kennis
2 typen bedrijfskundig onderzoek:
- Toegepast bdk onderzoek
o Probleem: management vraag
Organisatie-specifiek vraagstuk
o Doel: praktisch
Uitkomsten genereren dmv onderzoek die alleen geldig is in de context van
deze organisatie
o Toepassing: Direct
Uitkomsten zijn meestal direct toepasbaar
- Fundamenteel bdk onderzoek
o Probleem: research gap
Kennisprobleem in de literatuur
o Doel: Intellectueel/academisch
Dmv onderzoek wetmatigheden vinden in hoe organisaties opereren
o Toepassing: Indirect
Uitkomsten dragen vaak indirect bij aan toepassingen in de praktijk
Hoe bereik je je onderzoeksdoel?
- Dmv onderzoek dat zowel (kegs) is:
o Kritisch
o Empirisch
o Gecontroleerd
o Systematisch
Kritisch vragenstellingen:
- Wat is de aard van de werkelijkheid?
- Wat zijn geldige observaties?
- Wat accepteren we als kennis?
Crash-course wetenschapsfilosofie:
- Ontologie:
o = aard van werkelijkheid
o Positivisme: externe werkelijkheid die objectief en onafhankelijk waar te nemen is
o Interpretivisme: realiteit = sociaal geconstrueerd en subjectief waarneembaar
o Realisme: macroniveau = positivisme, microniveau= interpretivisme
- Epistemologie:
o = acceptabele kennis
o Positivisme: alleen feiten kunnen leiden tot kennis
o Interpretivisme: subjectieve interpretaties over fenomenen en de betekenis hiervan
o Realisme: tussenin
, - Axiologie:
o = wat is de rol van waardes?
o Positivisme: onderzoek is waardevrij
o Interpretivisme: onderzoeker brengt zijn/haar waardes toe in het onderzoek
o Realisme: hetzelfde als interpretivisme
- Positivisme = kwantitatief
o Kan ook kwalitatief zijn, als bijvoorbeeld grounded theory gebruikt word
- Interpretivisme = kwalitatief of kwantitatief
Wetenschappelijke redenaties:
- Logica:
o Inductie:
observaties voor ongetoetste conclusie
o Deductie:
als observaties kloppen, moet conclusie kloppen
o Reflectieve redenatie:
observaties voor getoetste conclusie
- Generaliseerbaarheid:
o Inductie:
data => theorie ; specifiek => algemeen
o Deductie:
theorie => data ; algemeen => specifiek
o Reflectieve redenatie:
data theorie ; algemeen <=> specifiek
- Gebruik van gegevens:
o Inductie:
Exploreren
o Deductie:
Toetsen
o Reflectieve redenatie:
Combi van toetsen en exploreren
- Theorie
o Inductie:
Bouwen nieuwe theorieën en conceptueel model (CM)
o Deductie:
theorie toetsen
o Reflectieve redenatie:
combi van beide
, HC 2
Onderzoeksethiek en classificeren van onderzoeksontwerpen
Onderzoeksethiek
- Normen en waarden van gedrag die morele keuzes over ons gedrag en relaties met anderen
geleiden
Omgaan met deelnemers in je onderzoek (4 stappen)
- 1: licht toe wat de doelen en contributies van de studies zijn
o Beïnvloed de deelnemer => deceptie
o Deelnemer wordt gemotiveerder om mee te doen aan het onderzoek
- 2: leg rechten van de deelnemer uit
- 3: vraag om toestemming om te beginnen met het onderzoek na informatie gedeeld te
hebben (informed consent)
o Bv. schriftelijk
- 4: Debriefing
o Als er sprake is van deceptie, mag deelnemer ervoor kiezen om uit het onderzoek te
stappen
o Deel van het onderzoek sturen naar deelnemer als goedkeuring vóór publicatie
Informed consent procedures for surveys
- Introduce yourself (name & university)
- Describe survey topic
- Describe geographic area that is being interviewed or the target sample
- Describe the sponsor
- Describe the purpose of the research
- Give an estimated time to complete the interview
- Promise anonymity and confidentiality (optional last procedure)
- Tell that participation is voluntary
- Tell respondent that non-response is acceptable
- Ask permission to begin the interview/survey
GDPR/wet privacy
- General Data Protection Regulation
o Privacy wet EU
- Zijn deelnemers identificeerbaar? (natuurlijke persoon)
o Nee: geen belang bij deze wet
o Ja: wel belang bij deze wet
- Wet telt 5 vereisten:
o 1: minimale gegevens bewerking
Verzamel alleen gegevens die je nodig hebt (bv geen klantinformatie als dat
niet nodig is)
o 2: Informed consent nodig volgens de wet
o 3: informeer deelnemers wat je met de data gaat doen
o 4: bewaar gegevens veilig (anonimiseer data)
o 5: geef data inbreuken altijd aan