Cursus leerkracht
11/10/2022
60 vragen, meerkeuze.
Er mogen alleen maar vragen worden gesteld over de verplichte toetsstof.
Bijeenkomst 3
Verschillen en uniciteit
1. (uiterlijk)
2. Temparement
3. Sekseverschillen – Gender
4. IQ en EQ
5. SES & cultuurverschillen
6. Onderwijsbehoeften (vanuit Pameijer)
Van Beemen & Beckerman, 2018
1.3 Gender & sekseverschillen
Leeftijd Kennis sekserol
(ongeveer!)
2 jaar Uiterlijke kenmerken
Stereotiepe rollen
Basisgeslachtsidentiteit (ik ben een jongen/meisje)
3 à 4 jaar Kennis seksespecifiek speelgoed/beroep
Rigide sekserolopvatting
>6 Seksespecifieke interesses en prestaties
Flexibilisering sekserolopvatting
Geslachtsconstantie
Adolescentie Extra dimensie ontstaat door seksuele belangstelling
Voltooiing geslachtsidentiteit
- - Sekserol/seksgedrag
- Cross-seksegedrag (Stoere meisjes en jongens met nagellak)
- Sekse-socialisatie (we benaderen meisjes en jongens anders, maatschappij defineert gender)
Actuele beginsituatie: de beginsituatie dat het kind daadwerkelijk heeft
Potentiële beginsituatie: de beginsituatie die dat kind zou moeten hebben.
Temperamenttypes
, - Moeilijk: onregelmatig ritme, terugtrekken bij nieuwe prikkels, past zich lastig aan.
- Makkelijk: regelmatig ritme, geïnteresseerd in nieuwe prikkels, past makkelijk aan.
- Langzame starter: milde negatieve reactie, past langzaamaan.
- Goodness of fit: match tussen een kind met een bepaald temperament met een passende
opvoeder/opvoeding.
Hoogsensitiviteit & differentiële ontvankelijkheid
Negatief pakt negatief uit, positief past positief uit.
IQ & EQ
- Wechsler (WISC) = IQ = vaststaand
- Gardner = MI = divers (muziek, interpersoonlijk, natuur, etc.)
- Dweck = mindset = inzet en denken in groei
- EQ = omgaan emoties = brede opvatting, ook zelfkennis.
Kansenongelijkheid
Jelier (interview Denessen):
Hoge verwachtingen hebben van alle leerlingen in de klas. Dit moet aansluiten op de
capaciteiten van het kind.
Extra taalaanbod: woordenschatonderwijs & kansengelijkheid (dus betekent juist niet
hetzelfde behandelen, maar gelijke kansen geven.
Jelier (interview Denessen):
Hoge verwachtingen hebben
Extra taalaanbod: Woordenschatonderwijs & Kansengelijkheid (dus betekent juist niet
hetzelfde behandelen, maar gelijke kansen geven).
Kirchner: relatie tot kansengelijkheid
Voorkennis > Kapstok > Ankerbegrippen
Bijeenkomst 4
11/10/2022
60 vragen, meerkeuze.
Er mogen alleen maar vragen worden gesteld over de verplichte toetsstof.
Bijeenkomst 3
Verschillen en uniciteit
1. (uiterlijk)
2. Temparement
3. Sekseverschillen – Gender
4. IQ en EQ
5. SES & cultuurverschillen
6. Onderwijsbehoeften (vanuit Pameijer)
Van Beemen & Beckerman, 2018
1.3 Gender & sekseverschillen
Leeftijd Kennis sekserol
(ongeveer!)
2 jaar Uiterlijke kenmerken
Stereotiepe rollen
Basisgeslachtsidentiteit (ik ben een jongen/meisje)
3 à 4 jaar Kennis seksespecifiek speelgoed/beroep
Rigide sekserolopvatting
>6 Seksespecifieke interesses en prestaties
Flexibilisering sekserolopvatting
Geslachtsconstantie
Adolescentie Extra dimensie ontstaat door seksuele belangstelling
Voltooiing geslachtsidentiteit
- - Sekserol/seksgedrag
- Cross-seksegedrag (Stoere meisjes en jongens met nagellak)
- Sekse-socialisatie (we benaderen meisjes en jongens anders, maatschappij defineert gender)
Actuele beginsituatie: de beginsituatie dat het kind daadwerkelijk heeft
Potentiële beginsituatie: de beginsituatie die dat kind zou moeten hebben.
Temperamenttypes
, - Moeilijk: onregelmatig ritme, terugtrekken bij nieuwe prikkels, past zich lastig aan.
- Makkelijk: regelmatig ritme, geïnteresseerd in nieuwe prikkels, past makkelijk aan.
- Langzame starter: milde negatieve reactie, past langzaamaan.
- Goodness of fit: match tussen een kind met een bepaald temperament met een passende
opvoeder/opvoeding.
Hoogsensitiviteit & differentiële ontvankelijkheid
Negatief pakt negatief uit, positief past positief uit.
IQ & EQ
- Wechsler (WISC) = IQ = vaststaand
- Gardner = MI = divers (muziek, interpersoonlijk, natuur, etc.)
- Dweck = mindset = inzet en denken in groei
- EQ = omgaan emoties = brede opvatting, ook zelfkennis.
Kansenongelijkheid
Jelier (interview Denessen):
Hoge verwachtingen hebben van alle leerlingen in de klas. Dit moet aansluiten op de
capaciteiten van het kind.
Extra taalaanbod: woordenschatonderwijs & kansengelijkheid (dus betekent juist niet
hetzelfde behandelen, maar gelijke kansen geven.
Jelier (interview Denessen):
Hoge verwachtingen hebben
Extra taalaanbod: Woordenschatonderwijs & Kansengelijkheid (dus betekent juist niet
hetzelfde behandelen, maar gelijke kansen geven).
Kirchner: relatie tot kansengelijkheid
Voorkennis > Kapstok > Ankerbegrippen
Bijeenkomst 4