Hoofdstuk – wat is geld?
Functies van geld:
-ruilmiddel ( of betaalmiddel)
- rekenmiddel
-spaarmiddel
Chartaal geld= munten en bankbiljetten( zijn wettige betaalmiddelen, charta= wet)
Giraal geld= is geld dat op een bankrekening staat, pinpas- creditcard-overschrijfkaart( niet op
spaarrekening)
Voordelen giraal geld ten opzicht chartaal = veiliger en rekeningschrijvers betalen door
overschrijvingen.
Onstoffelijk geld= giraal geld is in tegenstelling tot chartaal geld niet tastbaar.
Maatschappelijk geldhoeveelheid= geld dat gebruikt wordt als ruilmiddel en dat in handen is van
publiek.
Geldscheppende banken= zijn banken waarbij je een rekening- courant kunt hebben zoals
ABN/AMRO, RABO,ING, TRIODOS. Ze horen niet tot het publiek.
Maatschappelijke geldhoeveelheid
Giraal geld Chartaal geld
munten bankbiljetten
Hoofdstuk 2- het ontstaan van munten
Directe ruil/ ruil in natura= aanvankelijk werden goederen tegen goederen geruild, de arbeidsdeling
leidt tot ruil
Indirecte ruil= goederen worden geruild tegen een ruilmiddel ( geld)