Samenvatting van het boek Biology, a global approach voor het vak EDI
Evolutie:
De Evolutietheorie van Darwin
Diversiteit is gevolg van evolutie
Leven is als een boom met vertakkingen
Het grote aantal vertakkingen zorgt voor grote morfologische (uiterlijke)
verschillen.
“Descent with modification”
Afstamming gepaard met modificatie, zelfde voorouder.
Natuurlijke selectie
dieren met betere eigenschappen hebben een hogere overlevingskans
dieren met betere eigenschappen krijgen meer nakomelingen
bij verandering van milieu veranderen organismen ook
Artificiële selectie
selectief telen om gewilde eigenschappen te verkrijgen
Adaptatie
geërfd kenmerk dat kans op overleven verhoogd.
Homoloog / homologie
Gelijkenissen door een gemeenschappelijke voorouder (bijv. de structuur
van de hand/poot van zoogdieren)
Analoog / analogie
Gelijkenissen die niet komen door een gemeenschappelijke voorouder.
(convergente evolutie)
Fylogenetische reconstructie:
Homoplasie
Ziet er hetzelfde uit maar geen recente voorouder, bijv. vogel en
vleermuis.
Monofyletisch
Voorouder met alle nakomelingen in een groep.
Polyfyletisch
Voorouder en een deel van de nakomelingen maar niet allemaal in een
groep.
Parafyletisch
Een aantal nakomelingen zonder gemeenschappelijke voorouder in een
groep.