Leerdoelen methodieken
D. De student benoemd het belang van het gebruiken van methodieken en methoden voor
het verantwoorden van het handelen van de SPH’er.
Een methodiek kent vier basiselementen
- maakt verantwoord kiezen mogelijk
- steunt op praktijktheoretische en wetenschappelijke theorieën
- omwikkeld zich in de uitwisseling tussen theorie en praktijk
- is gebaseerd op ethische en normatieve stellingnames (normen en waarden)
Een methodiek is een door hulpverenleners gezamenlijk gedragen flexibel geheel van sturende
praktijktheoretische inzichten en ethische en normatieve stellingnames over een omschreven gebied
ban hulpverlening.
Een methode kent zeven specifieke kenmerken:
1. gericht op een doelgroep
2. doelgericht
3. vraagt een wijze van handelen die past bij de doelen en de de doelgroep
4. bevat een specifieke structuur
5. kent specifieke instrumenten en technieken
6. wordt toegepast in een organisatorische context
7. is bewezen effectief.
Een methode is een omschreven, doelgerichte werkwijze om met een cliënt(engroep) in een bepaalde
situatie een bepaald vraagstuk op te lossen. Methode’s geven richting aan het handelen van de
hulpverlener door middel van aanwijzing voor het gebruik van instrumenten en technieken.
Methodisch handelen (je eigen handelen)
- jouw handelen ten opzichte van de cliënt en de methodiek
- werken in de praktijk gaat nooit zo als het in de theorie besproken is
- werken in de discretionaire ruimte ⇒ de gaten die de theorie laat
- een methode en methodiek mogen nooit het doel zijn, de cliënt en zijn vraag staat voorop.
E. De student omschrijft welke methodieken binnen de beroepsgroep gebruikt worden en
maakt daar mee een start in het profileren van de beroepsgroep
&
G. De student beschrijft de uitgangspunten van de volgende vier belangrijke SPH
beroepsmethodieken: de benadering vanuit de systeemtheorie, de creatief-agogische
benadering, de cognitief-gedragsmatige benadering en de oplossingsgerichte benadering.
De vier belangrijkste methodieken binnen het sociaal werkveld:
Systeemgerichte benadering:
De systeemtheorie is ontstaan vanuit de biologie en natuurkunde, en kijkt naar de totaliteit. Dus niet
alleen naar het individu maar ook naar de omgeving er om heen. Andere kernbegrippen zijn:
- interpersoonlijk verklaren ⇒ kijgen naar verklaringen buiten het individu
- niet optelbaarheid ⇒ het geheel is meer dan de som der delen
- meta-niveau ⇒ niet alleen naar het gedrag kijken maar ook naar de reacties ⇒
metaniveau is helikopterview (van bovenaf kijken)
- Circulaire causale werkelijkheid ⇒ oorzaak - gevolg - oorzaak
Een van de methodes binnen deze benadering is beschermjassen.
Beschermjassen is een methode voor migrantengezinnen en probeert hen doormiddel van fases
structuur en veiligheid te bieden in de huidige situatie. Hulpverleners gaan binnen het huidige leven
opzoek naar een referentiekader van de oude situatie. Zo rijk je kwetsbare mensen een beschermjas,
een houvast van vroeger. De drie fases zijn:
- afscheidsfase: rouwen
D. De student benoemd het belang van het gebruiken van methodieken en methoden voor
het verantwoorden van het handelen van de SPH’er.
Een methodiek kent vier basiselementen
- maakt verantwoord kiezen mogelijk
- steunt op praktijktheoretische en wetenschappelijke theorieën
- omwikkeld zich in de uitwisseling tussen theorie en praktijk
- is gebaseerd op ethische en normatieve stellingnames (normen en waarden)
Een methodiek is een door hulpverenleners gezamenlijk gedragen flexibel geheel van sturende
praktijktheoretische inzichten en ethische en normatieve stellingnames over een omschreven gebied
ban hulpverlening.
Een methode kent zeven specifieke kenmerken:
1. gericht op een doelgroep
2. doelgericht
3. vraagt een wijze van handelen die past bij de doelen en de de doelgroep
4. bevat een specifieke structuur
5. kent specifieke instrumenten en technieken
6. wordt toegepast in een organisatorische context
7. is bewezen effectief.
Een methode is een omschreven, doelgerichte werkwijze om met een cliënt(engroep) in een bepaalde
situatie een bepaald vraagstuk op te lossen. Methode’s geven richting aan het handelen van de
hulpverlener door middel van aanwijzing voor het gebruik van instrumenten en technieken.
Methodisch handelen (je eigen handelen)
- jouw handelen ten opzichte van de cliënt en de methodiek
- werken in de praktijk gaat nooit zo als het in de theorie besproken is
- werken in de discretionaire ruimte ⇒ de gaten die de theorie laat
- een methode en methodiek mogen nooit het doel zijn, de cliënt en zijn vraag staat voorop.
E. De student omschrijft welke methodieken binnen de beroepsgroep gebruikt worden en
maakt daar mee een start in het profileren van de beroepsgroep
&
G. De student beschrijft de uitgangspunten van de volgende vier belangrijke SPH
beroepsmethodieken: de benadering vanuit de systeemtheorie, de creatief-agogische
benadering, de cognitief-gedragsmatige benadering en de oplossingsgerichte benadering.
De vier belangrijkste methodieken binnen het sociaal werkveld:
Systeemgerichte benadering:
De systeemtheorie is ontstaan vanuit de biologie en natuurkunde, en kijkt naar de totaliteit. Dus niet
alleen naar het individu maar ook naar de omgeving er om heen. Andere kernbegrippen zijn:
- interpersoonlijk verklaren ⇒ kijgen naar verklaringen buiten het individu
- niet optelbaarheid ⇒ het geheel is meer dan de som der delen
- meta-niveau ⇒ niet alleen naar het gedrag kijken maar ook naar de reacties ⇒
metaniveau is helikopterview (van bovenaf kijken)
- Circulaire causale werkelijkheid ⇒ oorzaak - gevolg - oorzaak
Een van de methodes binnen deze benadering is beschermjassen.
Beschermjassen is een methode voor migrantengezinnen en probeert hen doormiddel van fases
structuur en veiligheid te bieden in de huidige situatie. Hulpverleners gaan binnen het huidige leven
opzoek naar een referentiekader van de oude situatie. Zo rijk je kwetsbare mensen een beschermjas,
een houvast van vroeger. De drie fases zijn:
- afscheidsfase: rouwen