Eerste tijdvak, prehistorie
Prehistorie = Voor de geschiedenis (geschreven bronnen)
Kenmerkende aspecten
De levenswijze van jagers en boeren
Het ontstaan van de landbouwsamenleving
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Revolutie
Relatief “snelle” ingrijpende verandering
Jagers-verzamelaars en boeren ware ook aaseters en insecteneters
Verschil tussen de homo sapiens en andere mensen rassen:
Kunt voorwerpen (rotstekeningen)
Gebruik maken van meer soorten materialen
Groter brein
Jagers en verzamelaars
Leefde groepen van 20 tot 30
Duidelijke rolverdeling (man / vrouw)
Geen duidelijke scheiding (arm / rijk , macht)
Belangrijke dingen in prehistorie
1. De verschijning van de mens
2. De mens werd boer
3. Steden zijn uitgevonden
4. Staat wordt uitgevonden
5. Godsdienst wordt uitgevonden
Nomadische naar sedimentair bestaan
Jagers-verzamelaars (boeren) waren nomaden, als het voedsel op was of de grond was uitgeput trok
de groep verder, als ze op een vruchtbaar stuk grond te recht kwamen konden er dorpen ontstaan
want er was geen behoefte om door te trekken (klimaat verandering ijstijd warm). Toen het
klimaat echter weer omsloeg waren de mensen het nomadische bestaan ontwent en zochten ze naar
andere oplossingen om aan voedsel te komen.
Boeren
Dorpen met duidelijke verdeling in macht (vaste woonplaats, opslaan van goederen) de man en
vrouw deden het zelfde op het land, buiten het boeren bestaan bleven ze jagen verzamelen insecten
en aas eten.
Landbouw
De eerste landbouw ontstond rond 11000 VC in Abu Hureya. Maar bij de meeste volkeren pas tussen
9000 en 6000 VC in de vruchtbare Halvemaan tussen de Eufraat en de Tigris vanaf daar verspreide
het verder door de wereld.
Ontdekkingen
Door het land op een plek blijven en een overschot aan voedsel had de mens tijd om dingen te
ontdekken. Zo ging de mens gebruik maken van nieuwe materialen bv gepolijste steen (scherp) dat
leiden tot de steentijd vervolgens ging de mens gebruik maken van metalen brons ijzer tijd.
1
Prehistorie = Voor de geschiedenis (geschreven bronnen)
Kenmerkende aspecten
De levenswijze van jagers en boeren
Het ontstaan van de landbouwsamenleving
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Revolutie
Relatief “snelle” ingrijpende verandering
Jagers-verzamelaars en boeren ware ook aaseters en insecteneters
Verschil tussen de homo sapiens en andere mensen rassen:
Kunt voorwerpen (rotstekeningen)
Gebruik maken van meer soorten materialen
Groter brein
Jagers en verzamelaars
Leefde groepen van 20 tot 30
Duidelijke rolverdeling (man / vrouw)
Geen duidelijke scheiding (arm / rijk , macht)
Belangrijke dingen in prehistorie
1. De verschijning van de mens
2. De mens werd boer
3. Steden zijn uitgevonden
4. Staat wordt uitgevonden
5. Godsdienst wordt uitgevonden
Nomadische naar sedimentair bestaan
Jagers-verzamelaars (boeren) waren nomaden, als het voedsel op was of de grond was uitgeput trok
de groep verder, als ze op een vruchtbaar stuk grond te recht kwamen konden er dorpen ontstaan
want er was geen behoefte om door te trekken (klimaat verandering ijstijd warm). Toen het
klimaat echter weer omsloeg waren de mensen het nomadische bestaan ontwent en zochten ze naar
andere oplossingen om aan voedsel te komen.
Boeren
Dorpen met duidelijke verdeling in macht (vaste woonplaats, opslaan van goederen) de man en
vrouw deden het zelfde op het land, buiten het boeren bestaan bleven ze jagen verzamelen insecten
en aas eten.
Landbouw
De eerste landbouw ontstond rond 11000 VC in Abu Hureya. Maar bij de meeste volkeren pas tussen
9000 en 6000 VC in de vruchtbare Halvemaan tussen de Eufraat en de Tigris vanaf daar verspreide
het verder door de wereld.
Ontdekkingen
Door het land op een plek blijven en een overschot aan voedsel had de mens tijd om dingen te
ontdekken. Zo ging de mens gebruik maken van nieuwe materialen bv gepolijste steen (scherp) dat
leiden tot de steentijd vervolgens ging de mens gebruik maken van metalen brons ijzer tijd.
1