Probleem 2.6.7- Less is more? Or the more the merrier?
Vignet A
LD 1: Wat is de invloed van een groot gezin (het hebben van veel brusjes) op de
ontwikkeling/opvoeding van het kind?
Bron: Damian & Roberts, 2015 = (geboortevolgorde)
Geboortevolgorde is een van de meest doordringende ervaringen, waarvan
wordt aangenomen dat het bepaalt hoe intelligent, aardig,
verantwoordelijk, sociaal en emotioneel stabiel en open voor nieuwe
ervaringen we zijn.
Toch zijn er twee onderzoeken verschenen die aantonen dat
geboortevolgorde weinig of geen inhoudelijke invloed heeft op de
persoonlijkheid.
o In het eerste onderzoek werd er een grote steekproef gebruikt om
de relatie tussen geboortevolgorde en persoonlijkheid te testen in
een gezinsontwerp en de correlatie was laag.
o In het tweede onderzoek (Rohrer et al.) wordt het verband tussen
geboortevolgorde en persoonlijkheid in drie grote steekproeven uit
GB, VS en Duitsland onderzocht. De resultaten laten zien dat de
geboortevolgorde geen effect heeft op de persoonlijkheid, met
uitzondering van intelligentie. Eerstgeborenen scoren daar iets
hoger op.
De onderzoeken leveren samen bewijs dat de
geboortevolgorde weinig of geen inhoudelijke relatie met
de ontwikkeling van persoonlijkheidskenmerken en een
minuscule relatie met de ontwikkeling van intelligentie.
Waarom waren eerdere onderzoeken naar geboortevolgorde niet overtuigend?
In de afgelopen jaren hebben honderden onderzoeken schattingen
opgeleverd over de effecten van geboortevolgorde op
persoonlijkheidskenmerken. De resultaten varieerde alleen heel erg.
Mogelijke verklaringen voor de inconsistente bevindingen:
o Het wijdverbreide gebruik van onderzoeks ontwerpen met behulp
van niet-representatieve populatiesteekproeven. Het verband
tussen geboortevolgorde en intelligentie is veel consistenter,
mogelijk vanwege de grote representatieve steekproeven die zijn
gebruikt.
o Een tweede reden voor het gebrek aan consensus heeft te maken
met veranderende normen over wat zou worden beschouwd als de
optimale methode voor het testen van de geboortevolgorde effecten
op de persoonlijkheid. Recentelijk hebben sommigen beweerd dat
between family designs gaan voorbij aan verschillen tussen
families en de dynamiek binnen gezinnen en vergelijken alleen de
persoonlijkheidskenmerken van niet-verwante mensen met
verschillende geboorterangen. Je hebt hier last van storende
variabelen. Daarom moeten er within-family designs gebruikt
worden, waarbij de persoonlijkheidskenmerken van eerst- en
latergeboren broers en zussen uit hetzelfde gezin worden
vergeleken.
, Hoewel within-family designs als beste worden gezien, omdat
ze de dynamiek binnen het gezin weerspiegelen, vormen ze
ook een aantal problemen:
Ten eerste hebben within-family designs de neiging om
leeftijdsverwarring te introduceren. Onderzoeken hebben
tot nu toe bijv. alle broers en zussen op hetzelfde
moment getest, wat betekent dat de eerstgeborene altijd
ouder was dan de later geborenen op het moment van
beoordelen. Het kan dus zo zijn dat de eerstgeborene
bijv. alleen maar intelligenter lijkt, omdat hij ouder is.
Het tweede punt van kritiek is dat ze kunnen lijden onder
vraageffecten of sociale stereotypen. Kan opgelost
worden door onafhankelijke zelfrapportages te gebruiken.
Dus: gebruik maken van grote representatieve steekproeven, door zowel
between als within-family designs te gebruiken, door gebruik te maken van
onafhankelijke zelfrapportage van persoonlijkheid, door rekening te
houden met verwarringen (leeftijd bijv.) en door bevindingen te testen in
meerdere aanvullende analyses, kan hier goed onderzoek naar gedaan
worden.
Conclusie: geboortevolgorde is geen belangrijke factor voor
persoonlijkheidsontwikkeling.
Bron: Jeannin, 2012
Opvoeden van meerdere kinderen in een gezin
Opvoeding is een bidirectioneel proces het betreft niet enkel acties die
uitgaan van de ouder, kinderen lokken ook bepaalde opvoedgedragingen
uit. Kinderen in een gezin kunnen verschillen in termen van geboorteorde,
geslacht, temperament etc. en het opvoedgedrag van ouders is niet
identiek ten opzichte van elk kind.
Dit kan een rechtstreekse invloed hebben op hoe kinderen zich van elkaar
onderscheiden ze gaan zichzelf een positie toeschrijven binnen het
gezin. Met die positie gaan zij elkaar vergelijken en de verschillen tussen
kinderen zijn hierbij van groot belang
Siblings spelen een grote rol in het socialisatieproces van het kind de
opvoeding die de broer of zus krijgen kan een model zijn voor het kind om
te leren hoe het zich moet gedragen. Het is veilig oefenterrein voor sociale
vaardigheden.
Op jonge leeftijd is de relatie met de siblings heel belangrijk, en naar
adolescentie toe wordt dit steeds minder. De relatie is op een aantal
vlakken anders dan die met leeftijdsgenoten
o Positieve aspecten: warmte
o Negatieve aspecten: conflict
o Verschil in macht, status en rollen
o Geboorteorde en rivaliteit om ouderlijke aandacht
Differentiële opvoeding verschillende opvoedingservaringen van
siblings, die verschillen in hun ontwikkeling kunnen verklaren. We spreken
hier van objectieve en subjectieve verschillen. De term is in het leven
geroepen door Plomin & Daniels; uit gedragsgenetica onderzoek is
gebleken dat kinderen die in hetzelfde gezin opgroeien, even verschillend
Vignet A
LD 1: Wat is de invloed van een groot gezin (het hebben van veel brusjes) op de
ontwikkeling/opvoeding van het kind?
Bron: Damian & Roberts, 2015 = (geboortevolgorde)
Geboortevolgorde is een van de meest doordringende ervaringen, waarvan
wordt aangenomen dat het bepaalt hoe intelligent, aardig,
verantwoordelijk, sociaal en emotioneel stabiel en open voor nieuwe
ervaringen we zijn.
Toch zijn er twee onderzoeken verschenen die aantonen dat
geboortevolgorde weinig of geen inhoudelijke invloed heeft op de
persoonlijkheid.
o In het eerste onderzoek werd er een grote steekproef gebruikt om
de relatie tussen geboortevolgorde en persoonlijkheid te testen in
een gezinsontwerp en de correlatie was laag.
o In het tweede onderzoek (Rohrer et al.) wordt het verband tussen
geboortevolgorde en persoonlijkheid in drie grote steekproeven uit
GB, VS en Duitsland onderzocht. De resultaten laten zien dat de
geboortevolgorde geen effect heeft op de persoonlijkheid, met
uitzondering van intelligentie. Eerstgeborenen scoren daar iets
hoger op.
De onderzoeken leveren samen bewijs dat de
geboortevolgorde weinig of geen inhoudelijke relatie met
de ontwikkeling van persoonlijkheidskenmerken en een
minuscule relatie met de ontwikkeling van intelligentie.
Waarom waren eerdere onderzoeken naar geboortevolgorde niet overtuigend?
In de afgelopen jaren hebben honderden onderzoeken schattingen
opgeleverd over de effecten van geboortevolgorde op
persoonlijkheidskenmerken. De resultaten varieerde alleen heel erg.
Mogelijke verklaringen voor de inconsistente bevindingen:
o Het wijdverbreide gebruik van onderzoeks ontwerpen met behulp
van niet-representatieve populatiesteekproeven. Het verband
tussen geboortevolgorde en intelligentie is veel consistenter,
mogelijk vanwege de grote representatieve steekproeven die zijn
gebruikt.
o Een tweede reden voor het gebrek aan consensus heeft te maken
met veranderende normen over wat zou worden beschouwd als de
optimale methode voor het testen van de geboortevolgorde effecten
op de persoonlijkheid. Recentelijk hebben sommigen beweerd dat
between family designs gaan voorbij aan verschillen tussen
families en de dynamiek binnen gezinnen en vergelijken alleen de
persoonlijkheidskenmerken van niet-verwante mensen met
verschillende geboorterangen. Je hebt hier last van storende
variabelen. Daarom moeten er within-family designs gebruikt
worden, waarbij de persoonlijkheidskenmerken van eerst- en
latergeboren broers en zussen uit hetzelfde gezin worden
vergeleken.
, Hoewel within-family designs als beste worden gezien, omdat
ze de dynamiek binnen het gezin weerspiegelen, vormen ze
ook een aantal problemen:
Ten eerste hebben within-family designs de neiging om
leeftijdsverwarring te introduceren. Onderzoeken hebben
tot nu toe bijv. alle broers en zussen op hetzelfde
moment getest, wat betekent dat de eerstgeborene altijd
ouder was dan de later geborenen op het moment van
beoordelen. Het kan dus zo zijn dat de eerstgeborene
bijv. alleen maar intelligenter lijkt, omdat hij ouder is.
Het tweede punt van kritiek is dat ze kunnen lijden onder
vraageffecten of sociale stereotypen. Kan opgelost
worden door onafhankelijke zelfrapportages te gebruiken.
Dus: gebruik maken van grote representatieve steekproeven, door zowel
between als within-family designs te gebruiken, door gebruik te maken van
onafhankelijke zelfrapportage van persoonlijkheid, door rekening te
houden met verwarringen (leeftijd bijv.) en door bevindingen te testen in
meerdere aanvullende analyses, kan hier goed onderzoek naar gedaan
worden.
Conclusie: geboortevolgorde is geen belangrijke factor voor
persoonlijkheidsontwikkeling.
Bron: Jeannin, 2012
Opvoeden van meerdere kinderen in een gezin
Opvoeding is een bidirectioneel proces het betreft niet enkel acties die
uitgaan van de ouder, kinderen lokken ook bepaalde opvoedgedragingen
uit. Kinderen in een gezin kunnen verschillen in termen van geboorteorde,
geslacht, temperament etc. en het opvoedgedrag van ouders is niet
identiek ten opzichte van elk kind.
Dit kan een rechtstreekse invloed hebben op hoe kinderen zich van elkaar
onderscheiden ze gaan zichzelf een positie toeschrijven binnen het
gezin. Met die positie gaan zij elkaar vergelijken en de verschillen tussen
kinderen zijn hierbij van groot belang
Siblings spelen een grote rol in het socialisatieproces van het kind de
opvoeding die de broer of zus krijgen kan een model zijn voor het kind om
te leren hoe het zich moet gedragen. Het is veilig oefenterrein voor sociale
vaardigheden.
Op jonge leeftijd is de relatie met de siblings heel belangrijk, en naar
adolescentie toe wordt dit steeds minder. De relatie is op een aantal
vlakken anders dan die met leeftijdsgenoten
o Positieve aspecten: warmte
o Negatieve aspecten: conflict
o Verschil in macht, status en rollen
o Geboorteorde en rivaliteit om ouderlijke aandacht
Differentiële opvoeding verschillende opvoedingservaringen van
siblings, die verschillen in hun ontwikkeling kunnen verklaren. We spreken
hier van objectieve en subjectieve verschillen. De term is in het leven
geroepen door Plomin & Daniels; uit gedragsgenetica onderzoek is
gebleken dat kinderen die in hetzelfde gezin opgroeien, even verschillend
