100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Heffingen Lokale Overheden Uitgebreide uitwerking onderwijsgroepen

Beoordeling
4,1
(7)
Verkocht
13
Pagina's
35
Geüpload op
31-05-2016
Geschreven in
2015/2016

Dit zijn de uitgebreide uitwerkingen van de leerdoelen van alle problemen van het vak Heffingen Lokale Overheden.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
31 mei 2016
Bestand laatst geupdate op
27 september 2016
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2015/2016
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inhoud
Probleem 1 ..................................................................................................................................... 3
1. Mogen gemeentes belastingen invoeren of wijzigen? ................................................................ 3
2. Zijn de gemeenten vrij om een maatschap van heffing te bepalen? Zijn er grenzen?
Wat zijn die grenzen? ...................................................................................................................................... 3
3. Wat is de WOZ-beschikking en hoe kan je daar tegen in beroep gaan............................... 4
4. Welke formele regels zijn er hiervoor voor de belanghebbende en het
bestuursorgaan? ................................................................................................................................................ 5
5. Wat zijn de rechten en plichten van beide? ..................................................................................... 6
Probleem 2 ..................................................................................................................................... 7
1. Wanneer is iets een onroerende zaak? .............................................................................................. 7
2.Wanneer betaal je onroerende zaak belasting................................................................................ 7
3. Wat betaal je als het geen onroerende zaak is? ............................................................................. 9
Probleem 3 ................................................................................................................................... 10
1. Wat is de OZB? Waarover wordt de OZB geheven? (Let op voorzieningen) ................ 10
2. Wie is belastingplichtig over de OZB? Wat als er meerdere bewoners zijn? ............... 12
Probleem 4 ................................................................................................................................... 14
1. Hoe wordt WOZ waarde vastgesteld? ............................................................................................. 14
2. Welke factoren kunnen de waarde beïnvloeden? ..................................................................... 16
3. Worden subjectieve elementen meegenomen?.......................................................................... 17
4. Hebben beperkte rechten invloed op WOZ waarde? ............................................................... 18
Probleem 5 ................................................................................................................................... 19
1. Wat is de bedrijfswaarde? .................................................................................................................... 19
2. Wanneer speelt de bedrijfswaarde een rol in de WOZ-waarde? ....................................... 20
Probleem 6 ................................................................................................................................... 21
1. Wat is reclamebelasting en de precariobelasting? ................................................................... 21
2. Is samenloop van deze belastingen toegestaan? ....................................................................... 24
3. Moet er een relatie zijn tussen belasting en profijt ervan zijn? .......................................... 25
4. Moeten kleine ondernemers met een lager omzet minder belasting betalen? ........... 25
Probleem 7 ................................................................................................................................... 26
1. Wat zijn de essentialia van hondenbelasting? ............................................................................ 26
2. Waarom betalen hondenbezitters meer belasting? ................................................................. 26
3. Mag de gemeente de heffingsmaatstaf bepalen? ....................................................................... 27
4. Wat zijn de essentialia van toeristenbelasting? ......................................................................... 27


1

, 5. Moet de opbrengst van de toeristenbelasting besteed worden aan toerisme? .......... 29
Probleem 8 ................................................................................................................................... 30
1. Wat zijn de essentialia van de forensenbelasting? ................................................................... 30
2. Wat zijn de essentialia van de parkeerbelasting? ..................................................................... 32




2

,Probleem 1 (Wegwijs H2, Compendium H1)

1. Mogen gemeentes belastingen invoeren of wijzigen?
In Hoofdstuk 15 paragraaf 1 Gemeentewet staan de algemene belastingbepalingen.
Hierin staat of je belastingen mag invoeren, wijzigen of afschaffen. Alleen de belastingen
die in de Gemeentewet staan mag je invoeren. Hiervoor moet je de gemeentelijke
belastingverordening vaststellen en bekendmaken. Zonder dit kan geen belasting
worden geheven. Dit is het constitutieve vereiste.

In art. 104 Grondwet staat dat belastingen slechts uit kracht van een wet in formele zin
mag worden geheven (legaliteitsbeginsel). Je mag dus geen belastingen heffen die niet in
de Gemeentewet staan. Dit is het gesloten stelsel. De gemeenteraad is het bevoegde
orgaan om belastingen in te voeren, te wijzigen of af te schaffen door middel van een
belastingverordening (art. 216 Gemw). De gemeenteraad moet zich dan houden aan de
Gemeentewet en de rechtsbeginselen, zoals het gelijkheids- en het
evenredigheidsbeginsel. Anders kan de belastingverordening door de belastingrechter
onverbindend worden verklaard. De belastingrechter mag toetsen of de
belastingverordening in overeenstemming is met de wet en of het in overeenstemming
is met het recht. Ook heeft de belastingverordening pas rechtskracht als het deugdelijk
bekend is gemaakt (art. 139 Gemw). De belastingverordening moet de essentialia
bevatten. Dat betreft de belastingplichtige, het voorwerp van belasting, het belastbare
feit, de heffingsmaatstaf, het tarief, het tijdstip van ingang van heffing, het tijdstip van
beëindiging van heffing en wat er nog meer van belang is (art. 217 Gemw).

Belastingplichtige: Degene op wiens naam belasting wordt geheven. Dit is diegene die
de belasting moet betalen. Bij hetzelfde belastbare feit kan er maar één aanslag of WOZ-
beschikking naar één belastingplichtige of WOZ-beschikkingsgerechtigde worden
verzonden.
Voorwerp van belasting: Datgene waarbij de heffing wordt aangesloten en wat in de
heffing wordt betrokken. Bij de hondenbelasting is dit de hond.
Het belastbare feit: De aanleiding om belasting te heffen. Bij de hondenbelasting is dit
het houden van een hond.
De heffingsmaatstaf: Datgene waarbij het tarief aansluit. Bij de OZB is het de waarde
van het onroerende goed en bij de parkeerbelasting is de parkeertijd.
Het tarief: Het bedrag, de eenheid of het percentage dat vermenigvuldigd wordt met de
heffingsmaatstaf.
Het tijdstip van ingang van de heffing: Het tijdstip waarop de belasting kan zijn
verschuldigd.
Het tijdstip van beëindiging van de heffing: Tijdstip waarna geen belastingschuld
meer kan ontstaan.
Hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is: Bijvoorbeeld de
wijze van heffing.

2. Zijn de gemeenten vrij om een maatschap van heffing te bepalen? Zijn er
grenzen? Wat zijn die grenzen?
Volgens art. 219 lid 2 Gemw is de gemeenteraad bevoegd die heffingsmaatstaf vast te
stellen die zich het beste verhoudt met het ter zake geldende gemeentebeleid tenzij in
de Gemeentewet of een andere wet in formele zin een bepaalde heffingsmaatstaf wordt
voorgeschreven. Aan deze vrijheid zijn er een aantal grenzen:
 Verbod op heffing naar draagkracht: Het bedrag dat aan belasting wordt
geheven mag niet afhankelijk zijn van het inkomen.
 Gelijkheidsbeginsel: Gelijke gevallen gelijk en ongelijke gevallen ongelijk.


3

,  Evenredigheidsbeginsel: Gelijke gevallen gelijk en ongelijke gevallen ongelijk
naar de mate van ongelijkheid.

3. Wat is de WOZ-beschikking en hoe kan je daar tegen in beroep gaan.
De WOZ waarde wordt door de gemeenteambtenaar vastgesteld via een afzonderlijke
voor bezwaar vatbare WOZ-beschikking. In art. 17 Wet WOZ is geregeld dat voor
woningen en rijksmonumenten de waarde in het economische verkeer als maatstaf geldt.
Dit is de waarde als de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden
overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin deze zich bevindt, onmiddellijk
en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. De WOZ-beschikking moet verzonden
worden naar degene die aan het begin van het WOZ-kalenderjaar het genot heeft van de
onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of naar degene die aan het
begin van het WOZ-kalenderjaar de onroerende zaak die niet tot woning dient al dan
niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt. De
eigenaren of gebruikers worden ook wel belanghebbende genoemd.

De WOZ-beschikking bevat in ieder geval de volgende informatie:
 De naam, het adres en de woon- of vestigingsplaats van degene te wiens aanzien
de beschikking wordt genomen;
 Een aanduiding van de onroerende zaak;
 De aan de onroerende zaak toegekende waarde;
 De waardepeildatum;
 Het WOZ-kalenderjaar waarvoor de beschikking geldt.
Ook moet de beschikking een dagtekening bevatten en moet worden aangegeven door
wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt. De
beschikking moet worden genomen binnen acht weken na aanvang van het WOZ-
kalenderjaar.

Bezwaar
Tegen iedere beschikking kan een bezwaarschrift worden ingediend bij de instantie die
de beschikking heeft genomen. Een bezwaarschrift is op tijd ingediend als het binnen
zes weken na dagtekening van de aanslag is ingediend. Als de bezwaarschrift te laat is
ingediend, wordt je niet-ontvankelijk verklaard. Toch kunnen de gemeenten toch
ambtshalve beoordelen en ambtshalve de aanslag of WOZ-waarde verminderen. Tegen
zulke uitspraken kan je niet in beroep gaan. Je wordt niet niet-ontvankelijk verklaard,
als er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Je kunt denken aan
iemand die tegen het einde van de termijn in het ziekenhuis wordt opgenomen. Je kunt
ook een pro-formabezwaarschrift indienen als het veel tijd kost om een goede
motivering op te stellen. Als het bezwaarschrift bij een verkeerd orgaan is ingediend,
moet dat orgaan het bezwaarschrift naar het juiste orgaan sturen (doorzendplicht).

Het bezwaarschrift moet aan een aantal vormvereisten voldoen. Het bezwaarschrift
moet een ondertekening, de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, de
omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt en de gronden van
het bezwaar (de motivering). Als er vormverzuimen zijn, kan de gemeente een redelijke
termijn geven om de verzuimen te herstellen.

De bedoeling is dat het bezwaar door dezelfde instantie wordt behandeld als die de
WOZ-beschikking heeft vastgesteld (art. 7:11 Awb). Samen met de WOZ-beschikking
wordt ook de aanslag OZB opgelegd. Een bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking
wordt ingevolge art. 30, lid 2, Wet WOZ geacht eveneens te zijn gericht tegen de OZB-
aanslag, tenzij uit het bezwaarschrift het tegendeel blijkt.



4

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 7 reviews worden weergegeven
7 jaar geleden

8 jaar geleden

8 jaar geleden

9 jaar geleden

9 jaar geleden

9 jaar geleden

9 jaar geleden

4,1

7 beoordelingen

5
4
4
0
3
3
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Fiscaaltje96 Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
983
Lid sinds
10 jaar
Aantal volgers
403
Documenten
70
Laatst verkocht
1 maand geleden

3,9

298 beoordelingen

5
67
4
147
3
69
2
9
1
6

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen