100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Voedsel- En Voedingsleer I

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
111
Geüpload op
08-02-2023
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting gebaseerd op powerpoints en notities tijdens de lessen

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
8 februari 2023
Aantal pagina's
111
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Voedsel- en Voedingsleer
Deel 1: Inleiding
Begrippen
 Voedselleer = samenstelling van levensmiddelen = wat/welke componenten zit er in het
voedingsmiddel?
 Voedingsleer = Wat doen deze in ons lichaam?
 FAVV = Federal agentschap voor voedsel veiligheid, dit is op nationaal vlak (België)
 EFSA = European food safety agency, dit is op Europees vlak
 VIGEZ= Vlaams instituut voor gezondheid en ziekte

In de apotheek
 Patiënten advies geven, raadgeving over gezonde voeding!
 Zuigelingenvoedsel
 Sondevoeding
 Voedingsproblematiek (obesitas)
 Voeding gerelateerde pathologieën (Diabetes)
 Interactie voedsel en geneesmiddel
 Voedingssupplementen

Voedingspiramide:
 Rode cirkel= restgroep, het eten dat we niet nodig hebben = genotmiddelen
 1 voedingsmodel die voor iedereen perfect is bestaat niet  het is bedoeld voor alle mensen
 Lichaamsbeweging  nu niet meer in voedingsdriehoek (vroeger wel), maar nu een aparte
driehoek voor voorzien
- 2 driehoeken maakt het moeilijker om in 1 oogopslag te zien
 Nadeel nieuwe driehoek:
- Er staan geen hoeveelheden bij (enkel veel/weinig  niet duidelijk)




1

,Functie voedsel
 We hebben voedsel nodig als levensmiddelen:
- = Aanbreng nutriënten: voedingsstoffen, voedselcomponenten die door het lichaam
kunnen worden opgenomen en nodig zijn voor groei en het leven of voor het
metabolisme
- Structureel + groei
- Energievoorziening  koolhydraten en vetten
- Metabolisme  voeding is nodig om de biochemie in stand te houden
 Genotmiddelen: hebben geen functie, deze dienen gewoon voor het plezier, als genot
- Vb. koffie, alcohol, snoep, chocola

Levensmiddelen
 Nutriënten = noodzakelijk, voedsel moet worden opgenomen anders kunnen we deficiëntie
problemen krijgen
 Nutriënten kunnen energieleverend zijn en niet-energieleverend zijn
 Nutriënten worden opgedeeld in 2 groepen:
- Macronutriënten: moeten in grote hoeveelheden aangevoerd worden
o Koolhydraten
o Lipiden
o Proteïnen
o Water
- Micronutriënten: moeten in kleineren hoeveelheden opgenomen worden, ze worden
niet verbrand om energie te leveren maar spelen een rol als cofactor
o Vitaminen
o Mineralen en spoorelementen
 Nevenbestanddelen = niet levensnoodzakelijk
- Voedingsvezel
- Organoleptische stoffen (= stoffen die invloed uitoefenen op een bepaald orgaan)
- Additieven (E-nummers)
- Bevatten geen biochemische rol, wel een technologische rol
o Kunstmatige zoetstof/kleurstof
o Bewaarmiddelen …

Voedingsaanbevelingen
 Hoge Gezondheidsraad (HGR) = proffen, experts, … gaan raad geven over de volksgezondheid
 Niet alleen over voeding maar ook over gedrag, verslaving, … andere soorten
gezondheidsadviezen  verschillende gezondheidsdomeinen
 Om de zoveel jaar wordt deze herzien
 De bepaling van hoeveel van een nutriënt er ingenomen moeten worden, kunnen we altijd
voorstellen door een Gauss curve te maken voor een bepaalde nutriënt:
- Gemiddelde behoefte (AR)
o = Normaal = AR (average requirement)
- Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH/RDA/PRI)
o Wat men nodig heeft
o Hoeveelheid wordt gebaseerd op de hele bevolking (er wordt geen rekening
gehouden met leeftijd, vb. zuigeling vs. bejaard)


2

, o ≠ Gemiddelde hoeveelheid
o ADH is voor de meeste mensen te hoog
o ADH = AR + 2SD
- Laagste opnamedrempel (LTI = lowest treshold intake)
o Hier ga je te weinig hebben, waardoor er insufficiëntie kan optreden
o Ondergrens
o LTI = AR – 2SD




 Normale mensen (volwassenen) zitten zelfs boven punt C door hun inname van voedsel




3

, Deel 2: Energie
Voedsel = brandstof (chemische energie (E))
 Voedsel wordt in het lichaam gemetaboliseerd om er ATP uit te kunnen halen
- ATP is noodzakelijk in biosynthese/metabolisme (voor biochemische pathways)
- Het wordt actief getransporteerd over de celmembraan tegen de elektrochemisch
gradiënt in
- Het wordt gebruikt voor ademhaling, bloedcirculatie en spiercontractie
 Wanneer men energie verbruikt, moet deze terug aangebracht worden

Eenheid
 Joule (J) of kJ  meest juiste uitdrukking maar gebruiken we niet in de voeding
 In voedingswetenschap = kcal

E-voorraad = E-inname – E-verbruik
 Energiebalans: Energie-inname = energieverbruik
- Ideaal is de E-voorraad = 0  inname = verbruik  HOMEOSTASE
 Soms kan deze balans verstoord worden:
- Ondervoeding: voedselinname  voedselverbruik
- Overvoeding: voedselinname  voedselverbruik  we hebben te veel energievoorraad
waardoor de energie zal opgeslagen worden
 Energiebehoefte (WHO) = voldoende om te voorzien in verbruik bij ‘gezonde’
lichaamsomvang en –bouw, met voorziening voor economische en sociale
lichaamsactiviteiten (vb. sporten, werken…)
 Soms moet er extra energie aanwezig zijn voor:
- Weefselopbouw: bij kinderen en zwangere vrouwen (voor placenta, foetus, vetweefsel
op andere plaatsen)
- Melkproductie: bij zwangere vrouwen (er moet 750ml moedermelk/dag geproduceerd
worden = 750kcal extra)

Body Mass Index (BMI)
Kunnen berekenen + evalueren!
gewicht (kg)
 BMI =
lengte ²(m ²)
 Formule geldt enkel voor volwassenen, niet voor kinderen
- Ondervoeding BMI: <18,5
- Streefgewicht BMI: 18,5 – 28,9
- Overgewicht BMI: 28,9 – 29,9
- Obesitas BMI: ≥ 30
- Bij de BMI bepaling wordt er geen rekening gehouden met spiergehalte en geslacht
 Vetverdeling: abdominaal vet!
- Soms kunnen mensen mager zijn, maar toch een zeer groot vetgehalte hebben  deze
parameter is veel belangrijker voor de gezondheidsrisico
o Hypertensie
o Diabetes type 2
o Cardiovasculaire aandoeningen
- Daarom meten we het vat aan de buik = diep vet = visceraal vet ≠ cutaan vet (BMI)
- Verhoogd risico wanneer de tailleomtrek ≥ 88cm (vrouwen) en ≥ 102cm (mannen)

4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
LepageJ Universiteit Antwerpen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
93
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
30
Documenten
27
Laatst verkocht
6 uur geleden

4,0

24 beoordelingen

5
7
4
13
3
3
2
0
1
1

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen