§2.1 PERIODIEK SYSTEEM
Ξ Atoommodel van Rutherford:
o Positief geladen atoomkern met daaromheen bewegende negatief geladen
elektronen
▪ De elektronen vormen samen een elektronenwolk rond de kern
● Tussen atoomkern en elektronen is lege ruimte, helemaal niets
o Bouwstenen van een atoom:
▪ Protonen, weergegeven door p
▪ Elektronen, weergegeven door e-
▪ Neutronen, weergegeven door n
Ξ Atoomnummer = aantal protonen in de kern
Ξ Massagetal = aantal protonen + neutronen in de atoomkern
Ξ Isotopen = atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een verschillend massagetal
o Bijvoorbeeld Cu-63 en Cu-65
Ξ Atoommodel van Bohr:
o De elektronen bevinden zich in bolvormige banen (elektronenschillen) rond de
kern
o Elektronenconfiguratie = de verdeling van elektronen over de schillen
Ξ Periodiek systeem:
o Periode = een horizontale rij van atoomsoorten
o Groep = een verticale kolom van atoomsoorten
o Atoomsoorten in geel gekleurde hokjes zijn atomen van metalen
▪ De andere atoomsoorten zijn atomen van niet-metalen
● Blauwgekleurde hokjes: metalloïden (staan tussen metalen en
niet-metalen in)
o Verzamelnamen voor groepen atoomsoorten:
▪ Groep 1 = de alkalimetalen
▪ Groep 2 = de aardalkalimetalen
, ▪ Groep 17 = de halogenen
▪ Groep 18 = de edelgassen
§2.2 IONEN
Ξ Positief ion = een atoom met positieve lading
o Dit ontstaat door het afstaan van één of meer elektronen uit de buitenste schil
▪ De positieve lading in de kern is groter dan de negatieve lading in de
elektronenwolk
Ξ Negatief ion = een atoom met negatieve lading
o Dit ontstaat door het opnemen van één of meer elektronen in de buitenste schil
▪ De negatieve lading in de elektronenwolk is groter dan de positieve lading
in de kern
Ξ Elektrovalentie = de lading van een atoom
o Dit hangt af van het aantal elektronen dat een atoom kan opnemen of afstaan
▪ Metaalionen = zijn altijd positief geladen, dus positieve elektrovalentie
● De naam wordt gegeven door de naam van het metaal, gevolgd
door -ion
▪ Niet-metaalionen = zijn vrijwel altijd negatief geladen, dus negatieve
elektrovalentie
● De naam van deze ionen eindigt met het achtervoegsel -ide
Ξ Valentie-elektronen = de elektronen in de buitenste schil, deze zijn betrokken bij het
vormen en verbreken van bindingen tussen atomen
Ξ Edelgassen reageren nauwelijks met andere elementen, ze zijn erg stabiel
o Dit komt doordat er acht elektronen in de buitenste schil zijn
Ξ Octetregel:
o Atomen streven door het opnemen, afstaan of delen van elektronen in de
buitenste schil naar een achtomringing, een octet, dus naar acht elektronen.
▪ Dit heet edelgasconfiguratie
§2.3 MASSA’S VAN BOUWSTENEN
, Ξ Atomaire massa-eenheid (u) = de eenheid van massa van kleine deeltjes als atomen
o 1,00 u = 1,66 * 10-27 kg
Ξ In de scheikunde wordt met twee soorten getallen gerekend:
o Meetwaarden: getallen die ontstaan door een meting
o Telwaarden: getallen die een hoeveelheid aangeven in de vorm van een aantal
Ξ De massa van een proton = de massa van een neutron (1,01 u)
Ξ De massa van een elektron = verwaarloosbaar
o Hierom is de ionmassa gelijk aan de atoommassa
§2.4 DE MOL
Ξ Grootheid = een gegeven dat meetbaar is
o Hierachter komt de eenheid die bij dit getal hoort
Ξ Internationaal stelsel van eenheden (SI) = een stelsel waarin basisgrootheden
geformuleerd zijn met daarbij behorende grondeenheden
Ξ Daarnaast bestaan er ook afgeleide eenheden
Ξ Je mag ook
voorvoegsels gebruiken om de eenheid te vergroten of te verkleinen:
Ξ 1 mol = een pakketje van 6,02214 * 1023 deeltjes
o Dit is het getal van Avogadro NA
Ξ De molaire massa van een stof = het aantal gram per mol van die stof M