Reader basistextiel kwartiel 2
4 soorten doek constructies
- Weven = bestaat uit 2 of meerdere draad systemen die elkaar kruisen.
- Breien = draadsystemen waarbij lussen elkaar vasthouden
- Vlechten = 1 draadsysteem waarbij draden elkaar diagonaal kruisen
- Non-woven = geen draadsysteem, vezels liggen kriskras door elkaar en vormen een
vlies.
Hoofdstuk 1
Handbreimachine
Bestaat uit 2 vaak dakvormige geplaatste naaldenbedden. Vaak staan deze bedden in een
hoek van 90 graden.
Het naaldenbed aan de voorkant (bedieningszijde) wordt het voorbed (VB) genoemd. De
andere zijde heet het achterbed (AB).
De naaldenbedden bestaan uit een stalenplaat waarin groeven zijn gemaakt, daarin
bevinden zich de breinaalden. De afstand tussen deze groeven bepaald de fijnheid van een
breisel.
De fijnheid van een breisel wordt ook wel een deling genoemd. Er bestaan over het
algemeen 2 soorten delingen.
- Engelse deling (E): gauge, aantal naalden per inch
- Zwitserse deling: jouge, afstand tussen twee naalden, uitgedrukt in tienden van
milimeters.
, De breinaald
Er bestaan verschillende soorten naalden. De bekendste daarvan zijn de schuifnaald en de
tongnaald.
Het slot
De bewegingen van de naald worden veroorzaakt door het slot. Het slot werkt op de nokken
die op dat moment zijn geselecteerd, deze nokken worden op dat moment ‘gedwongen’ om
te breien.
De beweging naar boven wordt veroorzaakt door de oploopkam (1)
De beweging naar beneden wordt veroorzaakt door de steekregelkam (2)
De kammen die het slot vormen zitten op de slotplaat (3)
De ruimten tussen de kammen is de slotbaan (4)
Steekvorming
1 2 3
4 5 6
1. Het einde van de oude steek en het begin van de nieuwe steek
2. Nieuwe draad om de kop van de naald
3. Naald beweegt naar beneden en de kop wordt gesloten
4. De naald wordt door de lus getrokken
5. De naald gaat weer omhoog
6. De tong gaat naar beneden zodat de lus van de tong naar de schacht glijdt
4 soorten doek constructies
- Weven = bestaat uit 2 of meerdere draad systemen die elkaar kruisen.
- Breien = draadsystemen waarbij lussen elkaar vasthouden
- Vlechten = 1 draadsysteem waarbij draden elkaar diagonaal kruisen
- Non-woven = geen draadsysteem, vezels liggen kriskras door elkaar en vormen een
vlies.
Hoofdstuk 1
Handbreimachine
Bestaat uit 2 vaak dakvormige geplaatste naaldenbedden. Vaak staan deze bedden in een
hoek van 90 graden.
Het naaldenbed aan de voorkant (bedieningszijde) wordt het voorbed (VB) genoemd. De
andere zijde heet het achterbed (AB).
De naaldenbedden bestaan uit een stalenplaat waarin groeven zijn gemaakt, daarin
bevinden zich de breinaalden. De afstand tussen deze groeven bepaald de fijnheid van een
breisel.
De fijnheid van een breisel wordt ook wel een deling genoemd. Er bestaan over het
algemeen 2 soorten delingen.
- Engelse deling (E): gauge, aantal naalden per inch
- Zwitserse deling: jouge, afstand tussen twee naalden, uitgedrukt in tienden van
milimeters.
, De breinaald
Er bestaan verschillende soorten naalden. De bekendste daarvan zijn de schuifnaald en de
tongnaald.
Het slot
De bewegingen van de naald worden veroorzaakt door het slot. Het slot werkt op de nokken
die op dat moment zijn geselecteerd, deze nokken worden op dat moment ‘gedwongen’ om
te breien.
De beweging naar boven wordt veroorzaakt door de oploopkam (1)
De beweging naar beneden wordt veroorzaakt door de steekregelkam (2)
De kammen die het slot vormen zitten op de slotplaat (3)
De ruimten tussen de kammen is de slotbaan (4)
Steekvorming
1 2 3
4 5 6
1. Het einde van de oude steek en het begin van de nieuwe steek
2. Nieuwe draad om de kop van de naald
3. Naald beweegt naar beneden en de kop wordt gesloten
4. De naald wordt door de lus getrokken
5. De naald gaat weer omhoog
6. De tong gaat naar beneden zodat de lus van de tong naar de schacht glijdt