BOK1 pathologie leerjaar 2 kwartiel 2 Podotherapie.

Samenvatting BOK1
Leerjaar 2 opleiding podotherapie




Spierafwijkingen en aandoeningen

,Functie spieren:
 Beweging mogelijk maken
 Behouden van lichaamshouding
 Stabiliseren van gewrichten
 Behouden lichaamstemperatuur

Glad gestreept = ongecontroleerd (organen)
Dwarsgestreept = skeletspieren

Veel bloedvaten en zenuwen voor een aanvoer en reservevoorraad energie. (glucogen,
myoglobine)

Oorzaken spierafwijkingen
 Direct geweld
 Krachtige contracties (scheurtjes)
 Indirecte schade (door extra rek op volledig gerekte spier)
Meest kwetsbare plek is het eindpunt van die spier bij de pees. Spieren die over twee
gewrichten lopen zijn gevoeliger voor schade.

anaerobe verbranding (zonder zuurstof) -> lactaat en co2 vorming -> ophoping van
afvalproducten

Spierkramp:
 Hevige contractie of spasme
 Spiervermoeidheid met ophoping afvalstoffen
 Verminderde aanvoer van bloed
 Ischemische pijn (zuurstoftekort)
Indien goed getraind
 Meer Myofiblrillen dus meer opname zuurstof dus minder snel oververmoeid (geen
mitose van spiercellen -> dus niet meer cellen).
 Hypertrofie = vergroting van de cellen
 Conditie verbetert; efficiënter weefsel

Spierrupturen:
Meestal incompleet, bij de insertie, duidelijk aanwijsbare plek met een bloeduitstorting
(bloed loopt uit spier)
 Krachtverlies, spierzwakte, ballotage, pijn en functieverlies

Intramusculair hematoom (bloeduitstorting in spier)
 Zeer pijnlijk, veel zwelling, altijd ontstekingsreactie en kan leiden tot
compartimentsyndroom.
 Compartimentsyndroom: te veel druk binnen compartiment -> verminderde
bloeddoorstroming -> minder voedingsstoffen en zuurstof aanvoer. Dit geeft pijn,
bleekheid, verminderde hartslag (niet altijd), paresthesie = verlammend gevoel,
paralyse na een tijdje = verlammingsverschijnsel.
Wat te doen aan compartimentsyndroom: operatie, opensnijden en langzaam de wond
weer dicht maken.



Subcutaan hematoom
 Kneuzing en zichtbaar naar enkele dagen

,Spierrupturen typen
Graad 1 = klein, niet of nauwelijks klachten
Graad 2 = 2 pijn, verlies ROM en kracht
Graad 3 = contractie onmogelijk, bloeding en operatie

PRICE ( protect, rest (relatief), ice (koelen), compressie en elevatie.

Behandeling graad 2 -> rekoefeningen = licht, vanaf 3 weken na letsel. Na 6-8 weken
volledig, ter voorkoming van litteken contractie

Behandeling graad 3 -> chirurgie alleen bij complete rupturen en vooral bij sporters. 6-9
maanden voor RTS, max 90% van originele sterkte.

Herstel:
Onstekingsfase:
 dagen; macrofagen
 Proliferatiefase (weken), regeneratieweefsel
 Remodelleringsfase (maanden) omzetting naar spierweefsel.

Zweepslag:
Gedeeltelijke scheur van gastrocnemius, mediale deel van spierpees overgang, gevoel
van steentje of zweepslag, herstel 6-10 weken.

Liespijn:
klassiek beeld bij voetballers. Kan door overbelasting maar ook acuut. Iliopsoas related
pain, abdominal related pain, pubic bone stress pain.

Myopathie: ziekte aan spier.
 Gebrek aan spierspanning
 Mitochondriele myopathie = te weinig productie van ATP in spieren.

Ziekte van duchenne: dystrofine ontbreekt -> afbraak van spierweefsel. Is een genetische
afwijking, vertraagde ontwikkeling en progressief. Ook glad spierweefsel van hart en
ademhalingsspieren.

Myositis: ontsteking van skeletspieren
 bacterie/virus.
 Allergische reactie
 Idiopathisch
Krachtsverlies in armen en benen maar ook keel en slikspieren.

Spierhypertonie:
 Constante aanspanning
 Bemoeilijkt extensie
 Dystone hypertonie (Parkinson)
 Spastische hypertonie (na CP (cerebrale parese) of rugletsel
Spier hypotonie:
 Te weinig aanspanning
 Meestal zenuwkwestie (dwarslaesie, zenuwontsteking bij ALS)
 Spieratrofie

, Sarcopenie is de afname van spierkracht en massa. Het is leeftijdsgebonden en wordt
beïnvloed door voeding, (in)activiteit en ziekte. Het begint rond het 25e levensjaar en de
totale reductie ligt tussen de 20 en 50%