, HC1A
Regels boekhouden
● De balans is altijd in evenwicht!
● Op de resultatenrekening staan alle (bedrijfsmatige) oorzaken (kosten en
opbrengsten) waardoor je rijker/armer bent geworden. Veranderingen in het EV
● Een winst/verlies op de RR is op de balans terug te zien als
vermeerdering/vermindering van het EV (‘communicerende vaten’)
● Dus op de resultatenrekening staan alleen bedrijfsmatige veranderingen in het eigen
vermogen
● Kopen kost niets!
Winst berekenen via de balans en resultatenrekening
● vermogensvergelijking: winst = eindvermogen (EVE) – beginvermogen (EVB) +
onttrekkingen – stortingen
Beginselen
● Toerekeningsbeginsel: opbrengsten en kosten worden verantwoord in de periode
waarop ze betrekking hebben, ongeacht of zij in diezelfde periode tot ontvangsten of
uitgaven hebben geleid.
○ Realisatiebeginsel: Opbrengsten worden genomen op het moment van
realisatie; bij de verkoop van een goed of levering van een dienst.
○ Matchingbeginsel: Uitgaven die samenhangen met de omzet worden als
kosten verantwoord in dezelfde periode als waarin de omzet is geboekt
(ongeacht dat de ontvangst/uitgave wellicht in een andere periode heeft
plaatsgevonden). Gekochte zaken die nog niet zijn verkocht dienen te worden
geactiveerd (m.u.v. kleine zaken)
○ Voorzichtigheidsbeginsel: Winst (opbrengst) pas nemen zodra het is
gerealiseerd. Verliezen worden al genomen zodra ze verwacht worden.
HC1B
4 soorten grootboekrekeningen:
● Rekeningen van bezit (bijv. gebouwen, voorraad goederen, liquide middelen,
debiteuren);
○ debet openen,
○ debiteren bij toename, crediteren bij afname
○ credit afsluiten + saldo naar de balans
○ debet heropenen
● Rekeningen van schuld (bijv. hypotheek, crediteuren);
○ credit openen
○ debiteren bij afname, crediteren bij toename
○ debet afsluiten + saldo naar de balans
○ credit heropenen
● EV
○ credit openen
○ financiële feiten worden verwerkt op de hulprekeningen
○ worden niet afgesloten
○ credit heropenen