COLLEGE 5
Herhaling vorig college
Aristoteles
o We willen begrijpen wat hij nu ziet van de werkelijkheid
Plato en Aristoteles kijken naar dezelfde werkelijkheid maar begrijpen iets anders
Plato begrijpt de wereld in zijn verandering (college 3)
Aristoteles zal reageren op Plato zijn 2-wereldentheorie en zal dus ook
reageren op Parmenides die als eerste dit onderscheid maakte
De ene wereld is transcendent aan de andere (Parmenides, Plato)
De ene wereld is immanent aan de andere (Aristoteles)
o Aristoteles zoekt nog altijd naar de juiste verklaring om de wereld te verklaren
o Aristoteles zijn uitgangspunt?
de zintuigelijke waarheid
we moeten de wereld beschrijven zoals we ze zien
in alle mogelijke details beschrijven en ordenen in 5 categorieën
als we de wereld moeten uitleggen zal hij eerst uitleggen hoe ons verstand
werkt
de wereld die wij zien met alle dingen die we zien kunnen we 2
vragen stellen
o Wat is het?
o Welke eigenschappen heeft het?
Die antwoorden op deze vragen worden gevormd omdat ons
verstand gebruikt maakt van categorieën
OORDEEL: uitspraak in zijn logische vorm, structuur
o een substantie is zichtbaar maar een idee niet
o een substantie is iets enkelvoudig, iets concreet. Een idee is iets algemeen
hebben ook zaken gemeen zoals, geven stabiliteit en onveranderlijkheid aan de werkelijkheid
o Wat maakt de dingen wat ze zijn?
De dragers van eigenschappen
Het bestaat uit een materie (hylè) en een vorm (morfè)
de stoffelijkheid, wat bepaalbaar is materie
de essentie vorm (is hetgeen wat Plato een idee noemt, maar het bevindt
zich in de substantie en is dus niet transcendent)
Het waarheid kennen de dingen in hun essentie begrijpen
essentie is een algemeen begrip uit een definitie en het algemeen begrip
komt overeen met de essentie uit de dingen
Alle kenmerken eraf halen dan hou je het belangrijkste over, de essentie
o Het ordeningsprincipe
De vaste algemene Vorm gaat ervoor zorgen dat de wereld ordelijk is
De essentie is bij de artefacten (zo kan je verschillende artefacten
onderscheiden)
de essentie ligt bij de functie