Samenvatting Economie havo 4-5 module 7

Economie samenvatting module 7
Nbp Bbp – afschrijvingen
Bruto toegevoegde waarde (btw) TO – kosten ingekochte goederen en
diensten
Netto toegevoegde waarde (ntw) Bruto toegevoegde waarde -
afschrijvingen

Bruto binnenlands product (bbp) Objectieve methode: optelsom alle
bruto toegevoegde waarden + alle
ambtenarensalarissen

Subjectieve methode: nbp/nbi +
afschrijvingen

Bestedingsmethode: nbi +
afschrijvingen = Y + afschrijvingen = C +
I + O + (E – M) + afschrijvingen
Netto binnenlands product (nbp) Bbp – afschrijvingen
Nbp = Netto binnenlands inkomen
Totaal aan primair inkomen
Bbp per hoofd van de bevolking Bbp : aantal mensen

Bruto binnenlands inkomen (bbi) Nbi + afschrijven

Arbeidsinkomen Looninkomen + winst zelfstandigen met
een eenmanszaak
Arbeidsinkomensquote (AIQ) (arbeidsinkomen : nbi) x 100%
Loonquote (loon : nbi) x 100%

Het totaal aan geld dat naar de C+I+O+E
bedrijven stroomt
Het totaal aan geld dat vanaf bedrijven Y+M
naar andere partijen stroomt

Eerste macro-economische identiteit Y = C + I + O (E - M)
Tweede macro-economische identiteit Y=C+B+S
Derde macro-economische identiteit (E – M) = (S – I) + (B – O)

Besteedbaar inkomen Nbi – belastingen (B)

Saldo van de overheidssector Belastinggeld – overheidsgoederen
B-O
Overheidssaldo Export – Import (E – M)
Nationaal spaarsaldo (S – I) + (B – O)

Indexcijfer groei reëel bbp (Indexcijfer groei nominaal bbp : CPI
vergelijkingsjaar) x 100
Arbeidsaanbod = beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking +
geregistreerde werklozen

, Arbeidsvraag = werkgelegenheid = Werkzame beroepsbevolking +
openstaande vacatures

Wig Loonbelasting + sociale premies +
sociale premies werkgever


Gemiddeld loonbelasting (belasting : bruto-inkomen) x 100%
Formulelijst M7

H1 bruto binnenlands product
Paragraaf 1, micro-economie en macro-economie
 Het onderwerp van de micro-economie is de invloed van de overheid op het
marktevenwicht
 Het onderwerp van de macro-economie is de invloed van de overheid op de
gehele markt

Geaggregeerde waarden
Bij macro-economie wordt gekeken naar macro-economische kengetallen:
economische waarden die de economie als geheel beschrijven.
 Macro-economische kengetallen zijn meestal geaggregeerde waarden: de
optelsom van alle onderliggende individuele waarden.
 Een aantal macro-economische kengetallen is al besproken, zoals de export, de
import, de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid.
Daarbij worden de waarden van de onderliggende markten opgeteld.
 De export van Nederland is de vraag naar arbeid in Nederland is iedereen die in
Nederland aan het werk is + alle opstaande vacatures in heel Nederland.
 Macro-economische kengetallen hebben zodoende een micro-economische
basis. Goed begrip van deze micro-economische basis is van belang voor het
begrijpen van macro-economie

Bruto binnenlands product
Een belangrijk macro-economisch kengetal is het bruto binnenlands product
(bbp). Dit is gedefinieerd als de waarde van alle getallen in een land geproduceerde
goederen en diensten in een jaar.
 Het bbp is wat een land in een jaar voortbrengt. Dat wordt ook wel het nationaal
inkomen genoemd.
 Het bbp is een indicator voor de omgeving van de economie van een land.

Rente en inflatie
2 belangrijke economische waarden zijn: de rente (de marktprijs van tijd) en de
inflatie. Deze economische waarden hebben grote invloed op het functioneren van
de gehele economie.

Bbp per hoofd van de bevolking = bbp : aantal mensen



Begrippen
Micro-economie

, Deel van de economische wetenschap dat de werking van individuele markten
bestudeert

Macro-economie
Deel van de economische wetenschap dat de werking een economie als geheel
bestudeert

Macro-economische kengetallen
Geaggregeerde waarden die een economie als geheel beschrijven

Geaggregeerde waarden
Optelsom van onderlinge individuele waarden

Bruto binnenlands product (bbp)
Opbrengstwaarde van alle geproduceerde goederen en diensten – de waarde van de
daarvoor gebruikte grondstoffen en ingekochte diensten

Nationaal inkomen
Netto binnenlands inkomen

Paragraaf 2, berekenen van het bbp: de objectieve methode
Het bbp kan op 3 manieren berekend worden:
1. Vanuit de productie: de objectieve methode
2. Vanuit het inkomen: de subjectieve methode
3. Vanuit de bestedingen: de bestedingsmethode

 De objectieve methode telt de toegevoegde waarde op van alles wat er in een
jaar in een land wordt gebracht.
 Bij de subjectieve methode wordt de totale beloning van alle productiefactoren
in een jaar berekend
 Bij de bestedingsmethode worden alle bestedingen van een land in een jaar bij
elkaar opgeteld.
Dit geeft 3x dezelfde uitkomst: het bbp

Berekeningsmethode 1: de objectieve methode
Bij de objectieve methode om het bbp te berekenen kijk je naar de totale waarde die
in een land door productie in een jaar wordt toegevoegd. Dit is de toegevoegde
waarde. ‘objectief’ geeft aan dat het hier om objecten gaat.
Het verschil tussen de waarde van het eindproduct en de waarde van het ingekochte
goederen en diensten is de bruto toegevoegde waarde. Voor een individuele
aanbieder komt de bruto toegevoegde waarde uit op:
 Bruto toegevoegde waarde = TO – kosten ingekochte goederen en diensten

Afschrijvingen
Er zijn 2 soorten kapitaal:
 Financieel kapitaal
 Fysiek kapitaal (grondstoffen, halffabricaten, machines en bedrijfsauto)
Door de tijd heen neemt de waarde van deze kapitaalgoederen af. Anders
gezegd: er wordt op kapitaalgoederen afgeschreven (afschrijvingen). Productie
voegt dus niet alleen waarde toe, maar veroorzaakt ook waardevermindering.