Casusopdracht BS4
Titel opdracht Casusopdracht BS4
Naam
Studentnummer
Toetscode VBS4-CA-16
,Inhoudsopgave
1.1 Samenvatting anamnese.......................................................................................................................... 3
1.2A Clusters.................................................................................................................................................. 4
1.2B Etiologie................................................................................................................................................. 6
1.2C Gemeenschappelijke en beïnvloedbare oorzaken...................................................................................8
1.2D Hypothetische diagnoses/ontbrekende gegevens...................................................................................9
1.2E Toetsing NANDA diagnose en Prioritering............................................................................................. 11
1.2F De 4 vastgestelde verpleegkundige diagnoses op volgorde van prioriteit...............................................13
1.3 Mogelijke diagnosen voorleggen aan de cliënt........................................................................................14
1.4 Toetsen zelfredzaamheid en inzetten mantelzorgers/vrijwilligers...........................................................15
1.4A....................................................................................................................................................................15
1.4B....................................................................................................................................................................15
1.4C.....................................................................................................................................................................15
1.4D....................................................................................................................................................................15
1.4E.....................................................................................................................................................................16
1.5 Keuze diagnose voor dit verslag.............................................................................................................. 17
1.6 Doel bepalen.......................................................................................................................................... 17
1.7 Interventies bepalen.............................................................................................................................. 17
1.8 Toewijzen en/of doorverwijzen.............................................................................................................. 17
Onderdeel B: Multidisciplinair samenwerken...............................................................................................18
Opdracht 2..........................................................................................................................................................18
Onderdeel C: Kwaliteit van zorg en veiligheid............................................................................................... 19
Opdracht 3.1.......................................................................................................................................................19
Opdracht 3.2.......................................................................................................................................................19
Onderdeel D: Verantwoording literatuur...................................................................................................... 20
Onderdeel E: Reflectie.................................................................................................................................. 21
Bronnenlijst................................................................................................................................................. 22
Bijlage......................................................................................................................................................... 24
2
,1.1 Samenvatting anamnese
Meneer Kowalski is 81 jaar oud en is getrouwd met mevrouw Kowalski van 80 jaar oud.
Zij hebben samen 3 kinderen en 1 kleinkind. Zij houden ervan om gezellig te wandelen
met de hond en doen los van elkaar meerdere activiteiten. Mevrouw is 17 jaar geleden
gediagnosticeerd met diabetes mellitus type 2. Hiervoor gebruikt zij dagelijks insuline-
injectie. Aangezien mevrouw niet meer goed kan zien helpt haar dochter dagelijks met
het klaarzetten van de insulinepennen.
Meneer Kowalski is op een dag gevallen. Mevrouw ziet dat zijn mond aan de rechterzijde
scheef hangt. Er wordt geconstateerd dat meneer een hersenbloeding heeft gehad, ook
wel een cerebrovasculair accident (CVA) genoemd. Meneer is rechts halfzijdig verlamd,
heeft last van afasie en is rolstoelafhankelijk geworden. Door zijn blijvende krachtverlies
in zijn rechterarm zijn er alledaagse handelingen die meneer niet meer zelf kan doen,
zoals het wassen en het aankleden. Hiervoor komt er een thuisverpleegkundige twee
keer per week. Meneer vindt deze handelingen slopend en is dus altijd kapot als de
thuisverpleegkundige is geweest. Mevrouw Kowalski helpt meneer ook met dagelijkse
dingen, maar omdat zij meneer erg lastig vindt, kost het haar erg veel moeite om alles
goed te moeten doen. Mevrouw vindt dat meneer geen rekening met haar houdt
aangezien zij zelf ook op de suikers moet letten. Aan het eind van de dag is mevrouw dan
ook doodop.
3
, 1.2A Clusters
Cluster 1 Probleem “Vermoeidheid”
- Mevrouw 80 jaar, meneer 81 jaar
- Meneer wordt geholpen met wassen een aankleden
- Na de handelingen van de wijkverpleegkundige is meneer doodmoe
- Meneer vindt de handelingen slopend
- Mevrouw vindt meneer erg lastig
- Het kost mevrouw veel moeite alles goed te doen
- Mevrouw geeft aan dat ze ook niet meer alles kan
- Mevrouw geeft aan, aan het eind van de dag doodop te zijn
Cluster 2 Probleem “Minder activiteiten”
- Meneer heeft een hersenbloeding gehad (CVA)
- Meneer is rechts halfzijdig verlamd
- Meneer is rolstoelafhankelijk
- Meneer heeft last van afasie
- Meneer heeft blijvend krachtverlies rechterarm
- Meneer heeft radiusfractuur links
- Na bezoek wijkverpleegkundige is meneer doodmoe
Cluster 3 Probleem “Alledaagse handelingen”
- Meneer heeft een hersenbloeding gehad (CVA)
- Meneer heeft een flinke val gehad
- Meneer is rechts halfzijdig verlamd
- Meneer is rolstoelafhankelijk
- Last van afasie
- Meneer heeft radiusfractuur links
- Blijvend krachtverlies in rechterarm
- Meneer is ADL afhankelijk
- Huis moet worden aangepast
- Wijkverpleegkundige komt twee keer per week langs
- Wordt geholpen met wassen en aankleden
- Meneer kan niet meer zelf wassen en aankleden
- Gevoelsstoornis
- Handelingen kosten veel tijd als meneer het alleen doet
- Handelingen verlopen slordig en doen pijn als meneer het alleen doet
Cluster 4 Probleem “Overbelasting mantelzorger”
- Mevrouw 80 jaar
- Meneer is ADL afhankelijk
- Meneer wordt geholpen met wassen en aankleden
- Meneer is rolstoelafhankelijk
- Meneer is rechts halfzijdig verlamd
- Meneer heeft radiusfractuur links
- Meneer heeft blijvend krachtverlies in rechterarm
- Mevrouw is doodmoe aan het einde van de dag
- Mevrouw geeft aan ook niet meer alles te kunnen
4
Titel opdracht Casusopdracht BS4
Naam
Studentnummer
Toetscode VBS4-CA-16
,Inhoudsopgave
1.1 Samenvatting anamnese.......................................................................................................................... 3
1.2A Clusters.................................................................................................................................................. 4
1.2B Etiologie................................................................................................................................................. 6
1.2C Gemeenschappelijke en beïnvloedbare oorzaken...................................................................................8
1.2D Hypothetische diagnoses/ontbrekende gegevens...................................................................................9
1.2E Toetsing NANDA diagnose en Prioritering............................................................................................. 11
1.2F De 4 vastgestelde verpleegkundige diagnoses op volgorde van prioriteit...............................................13
1.3 Mogelijke diagnosen voorleggen aan de cliënt........................................................................................14
1.4 Toetsen zelfredzaamheid en inzetten mantelzorgers/vrijwilligers...........................................................15
1.4A....................................................................................................................................................................15
1.4B....................................................................................................................................................................15
1.4C.....................................................................................................................................................................15
1.4D....................................................................................................................................................................15
1.4E.....................................................................................................................................................................16
1.5 Keuze diagnose voor dit verslag.............................................................................................................. 17
1.6 Doel bepalen.......................................................................................................................................... 17
1.7 Interventies bepalen.............................................................................................................................. 17
1.8 Toewijzen en/of doorverwijzen.............................................................................................................. 17
Onderdeel B: Multidisciplinair samenwerken...............................................................................................18
Opdracht 2..........................................................................................................................................................18
Onderdeel C: Kwaliteit van zorg en veiligheid............................................................................................... 19
Opdracht 3.1.......................................................................................................................................................19
Opdracht 3.2.......................................................................................................................................................19
Onderdeel D: Verantwoording literatuur...................................................................................................... 20
Onderdeel E: Reflectie.................................................................................................................................. 21
Bronnenlijst................................................................................................................................................. 22
Bijlage......................................................................................................................................................... 24
2
,1.1 Samenvatting anamnese
Meneer Kowalski is 81 jaar oud en is getrouwd met mevrouw Kowalski van 80 jaar oud.
Zij hebben samen 3 kinderen en 1 kleinkind. Zij houden ervan om gezellig te wandelen
met de hond en doen los van elkaar meerdere activiteiten. Mevrouw is 17 jaar geleden
gediagnosticeerd met diabetes mellitus type 2. Hiervoor gebruikt zij dagelijks insuline-
injectie. Aangezien mevrouw niet meer goed kan zien helpt haar dochter dagelijks met
het klaarzetten van de insulinepennen.
Meneer Kowalski is op een dag gevallen. Mevrouw ziet dat zijn mond aan de rechterzijde
scheef hangt. Er wordt geconstateerd dat meneer een hersenbloeding heeft gehad, ook
wel een cerebrovasculair accident (CVA) genoemd. Meneer is rechts halfzijdig verlamd,
heeft last van afasie en is rolstoelafhankelijk geworden. Door zijn blijvende krachtverlies
in zijn rechterarm zijn er alledaagse handelingen die meneer niet meer zelf kan doen,
zoals het wassen en het aankleden. Hiervoor komt er een thuisverpleegkundige twee
keer per week. Meneer vindt deze handelingen slopend en is dus altijd kapot als de
thuisverpleegkundige is geweest. Mevrouw Kowalski helpt meneer ook met dagelijkse
dingen, maar omdat zij meneer erg lastig vindt, kost het haar erg veel moeite om alles
goed te moeten doen. Mevrouw vindt dat meneer geen rekening met haar houdt
aangezien zij zelf ook op de suikers moet letten. Aan het eind van de dag is mevrouw dan
ook doodop.
3
, 1.2A Clusters
Cluster 1 Probleem “Vermoeidheid”
- Mevrouw 80 jaar, meneer 81 jaar
- Meneer wordt geholpen met wassen een aankleden
- Na de handelingen van de wijkverpleegkundige is meneer doodmoe
- Meneer vindt de handelingen slopend
- Mevrouw vindt meneer erg lastig
- Het kost mevrouw veel moeite alles goed te doen
- Mevrouw geeft aan dat ze ook niet meer alles kan
- Mevrouw geeft aan, aan het eind van de dag doodop te zijn
Cluster 2 Probleem “Minder activiteiten”
- Meneer heeft een hersenbloeding gehad (CVA)
- Meneer is rechts halfzijdig verlamd
- Meneer is rolstoelafhankelijk
- Meneer heeft last van afasie
- Meneer heeft blijvend krachtverlies rechterarm
- Meneer heeft radiusfractuur links
- Na bezoek wijkverpleegkundige is meneer doodmoe
Cluster 3 Probleem “Alledaagse handelingen”
- Meneer heeft een hersenbloeding gehad (CVA)
- Meneer heeft een flinke val gehad
- Meneer is rechts halfzijdig verlamd
- Meneer is rolstoelafhankelijk
- Last van afasie
- Meneer heeft radiusfractuur links
- Blijvend krachtverlies in rechterarm
- Meneer is ADL afhankelijk
- Huis moet worden aangepast
- Wijkverpleegkundige komt twee keer per week langs
- Wordt geholpen met wassen en aankleden
- Meneer kan niet meer zelf wassen en aankleden
- Gevoelsstoornis
- Handelingen kosten veel tijd als meneer het alleen doet
- Handelingen verlopen slordig en doen pijn als meneer het alleen doet
Cluster 4 Probleem “Overbelasting mantelzorger”
- Mevrouw 80 jaar
- Meneer is ADL afhankelijk
- Meneer wordt geholpen met wassen en aankleden
- Meneer is rolstoelafhankelijk
- Meneer is rechts halfzijdig verlamd
- Meneer heeft radiusfractuur links
- Meneer heeft blijvend krachtverlies in rechterarm
- Mevrouw is doodmoe aan het einde van de dag
- Mevrouw geeft aan ook niet meer alles te kunnen
4
