Week 1A Werkgroepvragen: Vertegenwoordiging, volmacht (Titel 3.3 BW)
Aantekeningen
Terugblik: verschillen tussen goederen- en verbintenissenrecht
› relatie persoon goed > relatie persoon – persoon
› absolute rechten > relatieve rechten
› rechtszekerheid > autonomie, vertrouwen
› dwingend recht > regelend recht
› vormvoorschriften > concensualisme (3:37)
› gesloten systeem (3:81) > (half) Open systeem (6:1)
› gedetailleerde normen > open normen (6:2, 162
Overeenkomst: art. 6:217: aanbod + aanvaarding
Wilsovereenstemming: 3:33 BW (rechtshandeling, rechtsgevolgen)
Wilsvertrouwensleer: 3:35 (gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij, 3:11 bw)
- Wil en verklaring niet overeenstemmen
- Wilsgebrek niet kende en ook niet behoorde te kennen (evt. onderzoeksplicht)
Geslaagd beroep op art. 3:34 BW zorgt voor wilsontbreken wat zorgt dat er geen
rechtshandeling tot stand is gekomen, kan beroep worden gedaan op art. 3:35 BW
Indien handelingsonbekwame rechtshandeling heeft gedaan dan vernietigbaar ex. art. 3:32
bw geen beroep kan worden gedaan op art. 3:35 BW
Bijzondere overeenkomsten, boek 7 BW.
Uitleg overeenkomsten gaat aan hand van haviltex, komt aan op de zin partijen over en weer
redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij
redelijkerwijs mochten verwachten
Uit. Art. 3:37 BW blijkt beginsel van concensualisme, dat een wilsverklaring in iedere vorm
kan geschieden maar dat een bijzondere vorm in acht moet worden genomen maar dat
bijzondere vorm in acht genomen moet worden (3:39 BW)
Ontvangsttheorie: een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, moet om haar werking
te hebben die persoon hebben bereikt
- Indien niet tijdig bereiken gevolg is van eigen handelen dan draagt hij nadeel
;een verklaring die nog niet is ontvangen kan men intrekken door haar met een sneller
communicatiemiddel in te halen (3:37 lid 5)
, Rechtshandeling onder opschortende voorwaarde: treden de rechtsgevolgen van
rechtshandeling in zodra voldaan wordt aan de tijdsbepaling of voorwaarde
Rechtshandeling onder ontbindende voorwaarde: treden de rechtsgevolgen direct in, maar
eindigen weer als aan tijdsbepaling of aan voorwaarde wordt voldaan (6:22 BW)
6:227 BW: een aanbod moet voldoende bepaalbaar zijn, alle essentiële elementen van ovk
bevat
Essentie vertegenwoordiging:
Rechtshandelingen verricht door de vertegenwoordiger treden in werking voor de
vertegenwoordigde
;rechtsgevolgen voor een ander treden in
vertegenwoordigde = principaal, achterman
vertegenwoordiger = tussenpersoon
derde = wederpartij (D)
De wet ken verschilende vormen van vertegenwoordiging, zoals lastgeving(7:414),
zaakwaarneming, vertegenwoordiging van minderjarigen
vertegenwoordigde = principaal, achterman
vertegenwoordiger = tussenpersoon
derde = wederpartij
Volmacht is een van de vele vormen van directe vertegenwoordiging (3:60 BW)
1) Vertegenwoordiger moet bevoegdheid tot vertegenwoordiging hebben
(vertegenwoordigingsbevoegdheid)
2) En hij moet handelen in naam van vertegenwoordigde
Algemene vs. Bijzondere volmacht
Directe vertegenwoordiging: als vertegenwoordiger in naam van vertegenwoordigde handelt
;vertegenwoordigde en wederpartij zijn partij
;vertegenwoordiger valt er tussen uit als partij (3:66 BW)
Indirecte vertegenwoordiging: als vertegenwoordiger in eigen naam, maar voor rekening
vertegenwoordiger handelt
;vertegenwoordiger en wederpartij zijn partij
;vertegenwoordiger wordt houder (3:110)
;vermogen komt niet in vermogen vertegenwoordiger terecht
7:414 BW
Lid 1:
› overeenkomst van opdracht
› waarbij lasthebber zich verbindt
› om rechtshandelingen te verrichten
Aantekeningen
Terugblik: verschillen tussen goederen- en verbintenissenrecht
› relatie persoon goed > relatie persoon – persoon
› absolute rechten > relatieve rechten
› rechtszekerheid > autonomie, vertrouwen
› dwingend recht > regelend recht
› vormvoorschriften > concensualisme (3:37)
› gesloten systeem (3:81) > (half) Open systeem (6:1)
› gedetailleerde normen > open normen (6:2, 162
Overeenkomst: art. 6:217: aanbod + aanvaarding
Wilsovereenstemming: 3:33 BW (rechtshandeling, rechtsgevolgen)
Wilsvertrouwensleer: 3:35 (gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij, 3:11 bw)
- Wil en verklaring niet overeenstemmen
- Wilsgebrek niet kende en ook niet behoorde te kennen (evt. onderzoeksplicht)
Geslaagd beroep op art. 3:34 BW zorgt voor wilsontbreken wat zorgt dat er geen
rechtshandeling tot stand is gekomen, kan beroep worden gedaan op art. 3:35 BW
Indien handelingsonbekwame rechtshandeling heeft gedaan dan vernietigbaar ex. art. 3:32
bw geen beroep kan worden gedaan op art. 3:35 BW
Bijzondere overeenkomsten, boek 7 BW.
Uitleg overeenkomsten gaat aan hand van haviltex, komt aan op de zin partijen over en weer
redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij
redelijkerwijs mochten verwachten
Uit. Art. 3:37 BW blijkt beginsel van concensualisme, dat een wilsverklaring in iedere vorm
kan geschieden maar dat een bijzondere vorm in acht moet worden genomen maar dat
bijzondere vorm in acht genomen moet worden (3:39 BW)
Ontvangsttheorie: een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, moet om haar werking
te hebben die persoon hebben bereikt
- Indien niet tijdig bereiken gevolg is van eigen handelen dan draagt hij nadeel
;een verklaring die nog niet is ontvangen kan men intrekken door haar met een sneller
communicatiemiddel in te halen (3:37 lid 5)
, Rechtshandeling onder opschortende voorwaarde: treden de rechtsgevolgen van
rechtshandeling in zodra voldaan wordt aan de tijdsbepaling of voorwaarde
Rechtshandeling onder ontbindende voorwaarde: treden de rechtsgevolgen direct in, maar
eindigen weer als aan tijdsbepaling of aan voorwaarde wordt voldaan (6:22 BW)
6:227 BW: een aanbod moet voldoende bepaalbaar zijn, alle essentiële elementen van ovk
bevat
Essentie vertegenwoordiging:
Rechtshandelingen verricht door de vertegenwoordiger treden in werking voor de
vertegenwoordigde
;rechtsgevolgen voor een ander treden in
vertegenwoordigde = principaal, achterman
vertegenwoordiger = tussenpersoon
derde = wederpartij (D)
De wet ken verschilende vormen van vertegenwoordiging, zoals lastgeving(7:414),
zaakwaarneming, vertegenwoordiging van minderjarigen
vertegenwoordigde = principaal, achterman
vertegenwoordiger = tussenpersoon
derde = wederpartij
Volmacht is een van de vele vormen van directe vertegenwoordiging (3:60 BW)
1) Vertegenwoordiger moet bevoegdheid tot vertegenwoordiging hebben
(vertegenwoordigingsbevoegdheid)
2) En hij moet handelen in naam van vertegenwoordigde
Algemene vs. Bijzondere volmacht
Directe vertegenwoordiging: als vertegenwoordiger in naam van vertegenwoordigde handelt
;vertegenwoordigde en wederpartij zijn partij
;vertegenwoordiger valt er tussen uit als partij (3:66 BW)
Indirecte vertegenwoordiging: als vertegenwoordiger in eigen naam, maar voor rekening
vertegenwoordiger handelt
;vertegenwoordiger en wederpartij zijn partij
;vertegenwoordiger wordt houder (3:110)
;vermogen komt niet in vermogen vertegenwoordiger terecht
7:414 BW
Lid 1:
› overeenkomst van opdracht
› waarbij lasthebber zich verbindt
› om rechtshandelingen te verrichten