100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Hoorcolleges 2.3C Afstemming binnen Opvoeding en Onderwijs (FSWE2-032-A)

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
6
Geüpload op
18-01-2023
Geschreven in
2021/2022

Een samenvatting van alle hoor colleges van blok 2.3C Afstemming binnen Opvoeding en Onderwijs (FSWE2-032-A) voor het tentamen. De samenvatting is geschikt voor studenten Pedagogische Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
18 januari 2023
Aantal pagina's
6
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

2.3 Afstemming binnen Opvoeding & Onderwijs


College 1. Introductiecollege
De context is erg belangrijk voor een individu. Bronfenbrenner ontwikkelde het ecologisch
ontwikkelingsmodel -> een van de eerste interdisciplinaire modellen. Dit ecologisch model
van Bronfenbrenner bestaat uit verschillende lagen:
• Microsysteem: individu + microsystemen in zijn/haar omgeving;
• Mesosysteem: interacties tussen verschillende microsystemen van het kind;
• Exosysteem: systemen waar het kind niet actief in participeert, maar wat wel invloed
kan hebben op de ontwikkeling van het kind -> werk van de ouders;
• Macrosysteem: algemeen geldende cultuur, normen en waarden, wetten.

Gedrag van het kind is het resultaat van een complex samenspel tussen kenmerken van het
kind en zijn omgeving (op micro-, meso-, exo- en macroniveau).

Op het moment dat er sprake is van een problematische ontwikkeling en kinderen in de
residentiële jeugdzorg terechtkomen, dan is er een enorme verandering in microsystemen.
Microsystemen kunnen ook veranderen over de tijd -> doordat men ouder wordt of doordat
de historische tijd verandert (veranderingen in cultuur en beleid).




De interactie die een kind zelf heeft met zijn microsystemen noemt men proximale
processen -> bijvoorbeeld de interactie tussen een kind en zijn/haar ouders.

Er is een relatie tussen het model van Bronfenbrenner en de beroepspraktijk. De NVO
(Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen) maakt verbinding tussen de
werkgebieden door het toepassen van het model van Bronfenbrenner.




1

, 2.3 Afstemming binnen Opvoeding & Onderwijs


College 2. Residentiële Jeugdzorg
Van alle jeugdigen die gebruik maken van jeugdhulp in Nederland maakt maar 5% gebruik
van residentiële jeugdhulp. Van alle jeugdigen in de residentiële jeugdhulp gebruikt maar 8%
gesloten residentiële hulp -> Jeugdzorg Plus. Kindertehuizen vormen geen belangrijk
onderdeel van de residentiële jeugdhulp in Nederland.

Een gevolg van ambulantisering is dat de doelgroep van residentiële jeugdhulp ernstige en
complexe problemen laat zien. De doelgroep in de residentiële jeugdhulp bestaat vaak uit
jongens met externaliserende gedragsproblematiek.

In de huidige Nederlandse/Westerse context bestaat residentiële jeugdhulp uit:
• Residentiële leef- en behandelgroepen;
• Kleinschalige gezinshuizen -> kinderen worden opgevangen door gezinnen, waarbij
minstens één van de twee ‘ouders’ geschoold is om hier mee om te gaan. Bij
pleegzorg zijn de pleegouders niet hiervoor geschoold;
• Be-/gesloten inrichtingen.

Residentiële hulp is vaak kleinschalig -> instellingen met meerdere leefgroepen van 6 tot 12
jeugdigen. Er is vooral opvang van jongeren ouder dan 12 jaar. Deze groep heeft zowel
gedragsproblemen als problemen thuis.

Er zijn verschillende vormen van residentiële jeugdhulp:
• Gezinshuizen: zorgboerderijen;
• Kleinschalig verblijf;
• Leef- en behandelgroepen gericht op opvoeden en op de behandeling;
• Crisisopvang;
• Kamertrainingscentra of fasehuizen: voor jongeren vanaf 16 jaar en ouder -> plekken
waar jongeren vrijwel zelfstandig wonen met lichte begeleiding;
• Gesloten residentiële jeugdhulp (Jeugdzorg Plus): jeugdhulp achter gesloten deuren
op het moment dat jongeren een risico zijn voor de omgeving of voor zichzelf.

Instellingen verschillen van elkaar met betreffing tot:
• Openheid voor de buitenwereld;
• Omvang: groot of kleinschalig;
• Locatie: in of buiten een woonwijk;
• Diverse zorgaanbieders;
• Doelgroep: intelligentie, leeftijd, problematiek.

Overeenkomsten tussen residentiële hulpvormen zijn:
• Leefgroepen met vier tot twaalf jeugdigen;
• Woonruimten: huiskamer, keuken,
spel/hobbyruimte;
• Eigen slaapkamer jeugdigen;
• Kantoor pedagogische medewerkers;
• Relatief hoge kosten.




2

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
riccigeenen Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
64
Lid sinds
6 jaar
Aantal volgers
44
Documenten
0
Laatst verkocht
2 maanden geleden

3,9

13 beoordelingen

5
2
4
8
3
3
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen