Samenvatting Neuroanatomie 2:
Inhoudsopgave
Samenvatting Neuroanatomie 2: ............................................................................................................ 1
College 1: ............................................................................................................................................. 2
College 2: ............................................................................................................................................. 5
College 3: ........................................................................................................................................... 13
College 4: ........................................................................................................................................... 17
College 5: ........................................................................................................................................... 25
College 6: ........................................................................................................................................... 31
College 7: ........................................................................................................................................... 37
College 8: ........................................................................................................................................... 42
College 9: ........................................................................................................................................... 49
College 10: ......................................................................................................................................... 55
College 11: ......................................................................................................................................... 59
College 12: ......................................................................................................................................... 61
,College 1:
Introductie:
Doel: inzicht krijgen in neurale controle van motorisch gedrag vanuit neuroanatomisch perspectief
Tentamenverplichting:
- 3 vd 4 practica aanwezig
- TT: 3 x een casus vergelijkbaar met practicumopdrachten
Communiceren over 3D kennis en begrip:
- Wat wordt regionaal neuroanatomisch weergegeven:
• Macroscopisch: wat zie je met t blote oog (deel zs, welke spier, orgaan, huid)
• Microscopisch: wat zie je met de microscoop (celgebieden, soort cellen, verbindingen)
- Wat wordt functioneel weergegeven: naam + functie van systeem
… als … dan activatie cellen in kerngebied … axonen/ centrale uitlopers van deze cellen …
maken synaps: … met cellen die liggen in kerngebied … dan gedrag is …
,Basisprincipes van neurale circuits voor de aansturing van motorisch gedrag
Soort zenuwcellen zijn altijd betrokken bij motorisch gedrag:
- Cellen benoemd naar functie: motorneuron
- Cellen benoemd naar bouw: multipolaire neuronen
Motorneuronen:
- Multipolaire neuron met een cellichaam, met heel veel afferenten en met een axon die
eindigen op meerdere spiervezels
Welke deels perifeer gelegen cellen activeren motorneuronen:
- Cellen benoemd naar functie: sensorische neuronen
- Cellen benoemd naar bouw: unipolair, pseudounipolair en bipolair
Via welke neuronen activeren sensorische neuronen motorische neuronen:
- Cellen benoemd naar functie: interneuronen
- Cellen benoemd naar bouw: multipolaire neuronen
Interneuronen liggen of binnen een nucleus of een projectie naar een ander gebied/nucleus
Mogelijkheden met interneuronen: inhibitie, divergentie, convergentie
• Inhibitie:
, Stel zonder interneuronen zal een stimulus altijd activerend zijn, een inhiberend interneuron zorgt
ervoor dat een stimulus ook geen motoriek laat uitvoeren.
Een premotor interneuron is het laatste interneuron die de motorneuron aanstuurt.
- Motorneuron is altijd exciterend naar spierweefsel (basiskennis)
- Axon van motorneuron kruist niet naar andere kant van CZS/lichaam, behalve bij de axonen
van de nucleus trochlearis
- Axon van interneuron kan wel naar de andere kant van czs/lichaam kruisen en kan ook
dubbel kruisen
Commissuur: locatie van veel kruisende vezels
Divergentie: meerdere interneuronen komen samen op een premotor neuron
Convergentie: een interneuron die verdeel over meerdere premotor neuron
Stel je hebt input van 2 of meerdere premotor interneuronen, eentje excitatie en eentje inhibitie of
meerdere verschillende:
Dan krijg je temperospatiele opstelling
Spatiële hiërarchie: hoe dichterbij de synaps van cellichaam, hoe meer invloed
Temporele hiërarchie: moment van aankomst tijd ten opzichte van elkaar
Interneuronen in pattern generators: neuronen in ‘‘loops‘‘
Ritmische inputpatronen kunnen worden omgezet worden in andere patronen
Ritmische aansturing in het lichaam: voorbeeld ademhalen, lopen en slaap
Pacemaker cellen zijn ook ritmisch
Inhoudsopgave
Samenvatting Neuroanatomie 2: ............................................................................................................ 1
College 1: ............................................................................................................................................. 2
College 2: ............................................................................................................................................. 5
College 3: ........................................................................................................................................... 13
College 4: ........................................................................................................................................... 17
College 5: ........................................................................................................................................... 25
College 6: ........................................................................................................................................... 31
College 7: ........................................................................................................................................... 37
College 8: ........................................................................................................................................... 42
College 9: ........................................................................................................................................... 49
College 10: ......................................................................................................................................... 55
College 11: ......................................................................................................................................... 59
College 12: ......................................................................................................................................... 61
,College 1:
Introductie:
Doel: inzicht krijgen in neurale controle van motorisch gedrag vanuit neuroanatomisch perspectief
Tentamenverplichting:
- 3 vd 4 practica aanwezig
- TT: 3 x een casus vergelijkbaar met practicumopdrachten
Communiceren over 3D kennis en begrip:
- Wat wordt regionaal neuroanatomisch weergegeven:
• Macroscopisch: wat zie je met t blote oog (deel zs, welke spier, orgaan, huid)
• Microscopisch: wat zie je met de microscoop (celgebieden, soort cellen, verbindingen)
- Wat wordt functioneel weergegeven: naam + functie van systeem
… als … dan activatie cellen in kerngebied … axonen/ centrale uitlopers van deze cellen …
maken synaps: … met cellen die liggen in kerngebied … dan gedrag is …
,Basisprincipes van neurale circuits voor de aansturing van motorisch gedrag
Soort zenuwcellen zijn altijd betrokken bij motorisch gedrag:
- Cellen benoemd naar functie: motorneuron
- Cellen benoemd naar bouw: multipolaire neuronen
Motorneuronen:
- Multipolaire neuron met een cellichaam, met heel veel afferenten en met een axon die
eindigen op meerdere spiervezels
Welke deels perifeer gelegen cellen activeren motorneuronen:
- Cellen benoemd naar functie: sensorische neuronen
- Cellen benoemd naar bouw: unipolair, pseudounipolair en bipolair
Via welke neuronen activeren sensorische neuronen motorische neuronen:
- Cellen benoemd naar functie: interneuronen
- Cellen benoemd naar bouw: multipolaire neuronen
Interneuronen liggen of binnen een nucleus of een projectie naar een ander gebied/nucleus
Mogelijkheden met interneuronen: inhibitie, divergentie, convergentie
• Inhibitie:
, Stel zonder interneuronen zal een stimulus altijd activerend zijn, een inhiberend interneuron zorgt
ervoor dat een stimulus ook geen motoriek laat uitvoeren.
Een premotor interneuron is het laatste interneuron die de motorneuron aanstuurt.
- Motorneuron is altijd exciterend naar spierweefsel (basiskennis)
- Axon van motorneuron kruist niet naar andere kant van CZS/lichaam, behalve bij de axonen
van de nucleus trochlearis
- Axon van interneuron kan wel naar de andere kant van czs/lichaam kruisen en kan ook
dubbel kruisen
Commissuur: locatie van veel kruisende vezels
Divergentie: meerdere interneuronen komen samen op een premotor neuron
Convergentie: een interneuron die verdeel over meerdere premotor neuron
Stel je hebt input van 2 of meerdere premotor interneuronen, eentje excitatie en eentje inhibitie of
meerdere verschillende:
Dan krijg je temperospatiele opstelling
Spatiële hiërarchie: hoe dichterbij de synaps van cellichaam, hoe meer invloed
Temporele hiërarchie: moment van aankomst tijd ten opzichte van elkaar
Interneuronen in pattern generators: neuronen in ‘‘loops‘‘
Ritmische inputpatronen kunnen worden omgezet worden in andere patronen
Ritmische aansturing in het lichaam: voorbeeld ademhalen, lopen en slaap
Pacemaker cellen zijn ook ritmisch