Ethiek= Een systematische reflectie op morele vragen op basis van rationele argumenten
Norm= Gedragsregels à Voorbeeld: Geef mensen gelijke kansen
Waarde= Idealen of overtuigingen à Voorbeeld: Rechtvaardigheid
Deugd= Goede eigenschappen die handelingswijze bepaald à Voorbeeld: Integriteit
Belangrijkste elementen beroepshouding sociaal werker ( MILD)
Motivatie
Integriteit
Legitimatie
Deskundigheid
Moraal= Wat als gewenst word gezien
Morele vragen= Vragen over goed en kwaad
Morele opvattingen= Antwoorden op morele vragen
4 intuïtieve moralen:
Hechtingsmoraal
Geweldmoraal
Reinigingsmoraal
Samenwerkingsmoraal
3 niveaus binnen het sociaal werk:
1. Microniveau à Individuen, huishoudens
2. Mesoniveau à Collectief, groepen, wijken
3. Macroniveau à Samenleving, beleid
Descriptieve ethiek Beschrijvend Feiten
Prescriptieve etiek Voorschrijvend Hoe het zou moeten
Meta ethiek Overdenken van begrippen Wat is eigenlijk goed of fout
Beroeps ethiek Specifieke morele regels
Objectief= Feiten
Subjectief = Meningen
, 3 Dimensies van brede professionaliteit
Normatieve professionaliteit
à Dat sw’er zich bewust is van de normen, waarden & deugden die een rol spelen in zijn
handelen
à Sociale wereld
Technische instrumentele professionaliteit
à Dat sw’er gebruik kan maken van methodische vaardigheden
à Objectieve wereld
Persoonlijke professionaliteit
à Dat sw’er zelf als persoon zijn belangrijkste instrument is
à Subjectieve wereld.
à Samen zijn 3 bovenstaande dingen, professionele deskundigheidß
2. Normatieve theorieën
*Normatieve ethiek= (voorschrijvende ethiek) Formulering van een voorkeur voor bepaalde normen
en waarden en wan hoe mensen behoren te handelen.
* Deugdenethiek= Normatieve ethiek waarin wordt beoordeeld welke handeling moreel juist is door
naar het karakter en motieven van de actor te kijken (Aristoteles)
Belangrijke deugden in Nederland:
- Respect
- Betrouwbaarheid
- Openheid
- Zorgzaamheid
*Gevolgenethiek/Teleologische ethiek= Normatieve ethiek waarin wordt beoordeeld welke
handeling moreel juist is door naar het doel of de gevolgen van die handeling te kijken (Bentham &
Mill)
à Utilisme/utilarisme = Teleologische normatieve theorie waarin die handeling die het grootste
geluk voor het grootste aantal mensen oplevert als moreel juist wordt gezien.
* Handelings utilisme = Variant op het utilisme waarbij men zich bij iedere handeling op zichzelf
afvraagt wat de gevolgen zijn.
* Regelutilisme= variant op het utilisme waarin men afweegt welke regels nuttig zijn om een goede
situatie te bereiken.
Kritiek: - Onpersoonlijk
- Tirannie van de meerderheid (offeren)
- Simplistisch
Neem in je afweging en verantwoording van ethische beslissingen de gevolgen mee van die beslissing
voor alle betrokkenen.