Meerkeuze vragen
20 juni
Psychopathologie
Hoorcollege 1 persoonlijkheidsstoornissen en co-morbiditeit
Co-morbiditeit : twee of meer psychiatrische stoornissen tegelijkertijd aanwezig die
elkaar wederzijds beïnvloeden
- bij persoonlijkheidsstoornis 60% kans op comorbiditeit :
- depressie
- angststoornis
- psychotische stoornis
- PTSS
- eetstoornis
- afhankelijkheid / misbruik van middel
- veel voorkomende co-morbiditeit :
- stemmingsstoornissen : vermijdende en borderline persoonlijkheidsstoornis
- psychotische stoornissen : schizotypische, paranoïde en bordeline
persoonlijkheidsstoornis
- verslaving : antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis
- angststoornissen : vermijdende, schizotypische en borderline
persoonlijkheidsstoornis
- bij co-morbide andere psychiatrische stoornis : behandeling daarvan moeilijker en
slechtere prognose
- Verklaring co-morbiditeit :
- primaire persoonlijkheidsmodel
- kwetsbaarheidshypothese
- continuïteitshypothese
- secundaire persoonlijkheidsmodel :
- schijnbare persoonlijkheidsverandering
- kortdurende persoonlijkheidsverandering
- echte, blijvende persoonlijkheidsverandering
- gemeenschappelijke etiologiemodel
,Differentiële diagnose : een stoornis die qua verschijnselen veel overlap heeft met
een andere stoornis, maar er wordt niet voldaan aan alle criteria in de dsm 5
Differentieel diagnostisch proces : andere stoornissen met deels overlappende
kenmerken uitsluiten
- Persoonlijkheidsstoornis :
A : duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat binnen de cultuur
van de betrokkene duidelijk afwijkt van de verwachtingen. Dit patroon wordt zichtbaar
op twee (of meer) de volgende terreinen :
- cognities : de wijze van waarnemen en interpreteren van zichzelf, anderen en
gebeurtenissen
- affecten : de variatie, intensiteit, labiliteit en adequaatheid van emotionele reacties
- interpersoonlijk functioneren : contact met anderen
- impulsbeheersing
B : het duurzame patroon is star/ inflexibel en uit zich op een breed terrein van
persoonlijke en sociale situaties
C : het duurzame patroon veroorzaakt in het belangrijke mate lijden en beperkingen
in het sociale en beroepsmatig functioneren op andere belangrijke terreinen
D : het patroon is stabiel en van lange duur, het begin kan worden teruggevoerd op
ten minste de adolescentie of vroege volwassenheid
Wijzigingen van dsm iv – dsm v:
- theatrale persoonlijkheid : ‘histrionische’ persoonlijkheid
- ontwijkende persoonlijkheid : vermijdende persoonlijkheid
- obsessief compulsieve persoonlijkheid : dwangmatige persoonlijkheid
Cluster A
Algemeen :
- vreemd, excentriek, en zonderling
- vaak cognitieve en perceptuele stoornissen
- beperkte emotionele expressie
- terugtrekken uit sociale contacten
- sociaal vaak ‘onhandig’ en overgevoelig
- geen helder zelfbeeld / doel
,Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
- wantrouwen en achterdocht staat op de voorgrond
- interpreteren anderen als kwaadwillend
- vastomlijnde, rigide manier van denken
- komt emotieloos of boos / vijandig over, maar dat komt voort uit angst en kwetsbaar
voelen
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
- voorkeur voor solistische bezigheden
- weinig plezier beleven aan activiteiten
- geen verlangen naar intieme (en seksuele) relaties
- ongevoelig voor lof of kritiek
- komt kil en afstandelijk over
- egosyntoon : wordt ervaren als bij persoon passend
- geen hulpvraag, redelijk functioneren, weinig in GGZ
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- vreemd en excentriek gedrag
- vaak paranoïde en wantrouwend in contact met anderen
- buitensporige sociale angst, ook in vertrouwde omgeving
- verminderd vermogen om relaties aan te gaan met anderen
- inadequaat of beperkt affect
- egosystoon : zich anders voelen, gevoel niet erbij te horen
- lijkt op schizofrenie, maar minder ernstige symptomen
Cluster B
- duidelijk zichtbaar gedrag : dramatisch, emotioneel, impulsief, extravert
- conflicten met anderen
- anderen als oorzaak van eigen problemen zien
, Narcistische persoonlijkheidsstoornis
- grootheidsgevoelens
- zichzelf belangrijk vinden, arrogant
- geloven speciaal en uniek te zijn
- behoefte aan buitensporige bewondering
- gebrek aan empathie voor anderen
- afgunstig naar anderen
- gevoel bijzondere rechten te hebben
- exploiteert anderen
Wat in de persoonlijkheid van een bordeline stoornis zou je gevoelig kunnen maken
voor verslaving ?
- omdat ze impulsen slechter kunnen beheersen
Histrionische persoonlijkheidsstoornis
- excessief emotioneel en aandacht vragen
- voelt zich ongemakkelijk als hij niet in het middelpunt van de belangstelling staat
- vaak ongepast seksueel verleidelijk of uitdagend in contact
- snel wisselende, oppervlakkige emotionele uitingen
- voortdurend gebruik van uiterlijk om de aandacht te trekken
- vage manier van spreken zonder details
- zelfdramatiserend
- suggestibel : gemakkelijk beïnvloedbaar
- beschouwd relaties als intiemer dan dat ze zijn
Cluster C
- angst staat centraal
- geen opvallend gedrag, introvert
- oorzaak van problemen bij zichzelf zoeken
- in staat tot zelfreflectie
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis :
- voortdurende angst om bekritiseerd of afgewezen te worden
20 juni
Psychopathologie
Hoorcollege 1 persoonlijkheidsstoornissen en co-morbiditeit
Co-morbiditeit : twee of meer psychiatrische stoornissen tegelijkertijd aanwezig die
elkaar wederzijds beïnvloeden
- bij persoonlijkheidsstoornis 60% kans op comorbiditeit :
- depressie
- angststoornis
- psychotische stoornis
- PTSS
- eetstoornis
- afhankelijkheid / misbruik van middel
- veel voorkomende co-morbiditeit :
- stemmingsstoornissen : vermijdende en borderline persoonlijkheidsstoornis
- psychotische stoornissen : schizotypische, paranoïde en bordeline
persoonlijkheidsstoornis
- verslaving : antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis
- angststoornissen : vermijdende, schizotypische en borderline
persoonlijkheidsstoornis
- bij co-morbide andere psychiatrische stoornis : behandeling daarvan moeilijker en
slechtere prognose
- Verklaring co-morbiditeit :
- primaire persoonlijkheidsmodel
- kwetsbaarheidshypothese
- continuïteitshypothese
- secundaire persoonlijkheidsmodel :
- schijnbare persoonlijkheidsverandering
- kortdurende persoonlijkheidsverandering
- echte, blijvende persoonlijkheidsverandering
- gemeenschappelijke etiologiemodel
,Differentiële diagnose : een stoornis die qua verschijnselen veel overlap heeft met
een andere stoornis, maar er wordt niet voldaan aan alle criteria in de dsm 5
Differentieel diagnostisch proces : andere stoornissen met deels overlappende
kenmerken uitsluiten
- Persoonlijkheidsstoornis :
A : duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat binnen de cultuur
van de betrokkene duidelijk afwijkt van de verwachtingen. Dit patroon wordt zichtbaar
op twee (of meer) de volgende terreinen :
- cognities : de wijze van waarnemen en interpreteren van zichzelf, anderen en
gebeurtenissen
- affecten : de variatie, intensiteit, labiliteit en adequaatheid van emotionele reacties
- interpersoonlijk functioneren : contact met anderen
- impulsbeheersing
B : het duurzame patroon is star/ inflexibel en uit zich op een breed terrein van
persoonlijke en sociale situaties
C : het duurzame patroon veroorzaakt in het belangrijke mate lijden en beperkingen
in het sociale en beroepsmatig functioneren op andere belangrijke terreinen
D : het patroon is stabiel en van lange duur, het begin kan worden teruggevoerd op
ten minste de adolescentie of vroege volwassenheid
Wijzigingen van dsm iv – dsm v:
- theatrale persoonlijkheid : ‘histrionische’ persoonlijkheid
- ontwijkende persoonlijkheid : vermijdende persoonlijkheid
- obsessief compulsieve persoonlijkheid : dwangmatige persoonlijkheid
Cluster A
Algemeen :
- vreemd, excentriek, en zonderling
- vaak cognitieve en perceptuele stoornissen
- beperkte emotionele expressie
- terugtrekken uit sociale contacten
- sociaal vaak ‘onhandig’ en overgevoelig
- geen helder zelfbeeld / doel
,Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
- wantrouwen en achterdocht staat op de voorgrond
- interpreteren anderen als kwaadwillend
- vastomlijnde, rigide manier van denken
- komt emotieloos of boos / vijandig over, maar dat komt voort uit angst en kwetsbaar
voelen
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
- voorkeur voor solistische bezigheden
- weinig plezier beleven aan activiteiten
- geen verlangen naar intieme (en seksuele) relaties
- ongevoelig voor lof of kritiek
- komt kil en afstandelijk over
- egosyntoon : wordt ervaren als bij persoon passend
- geen hulpvraag, redelijk functioneren, weinig in GGZ
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
- vreemd en excentriek gedrag
- vaak paranoïde en wantrouwend in contact met anderen
- buitensporige sociale angst, ook in vertrouwde omgeving
- verminderd vermogen om relaties aan te gaan met anderen
- inadequaat of beperkt affect
- egosystoon : zich anders voelen, gevoel niet erbij te horen
- lijkt op schizofrenie, maar minder ernstige symptomen
Cluster B
- duidelijk zichtbaar gedrag : dramatisch, emotioneel, impulsief, extravert
- conflicten met anderen
- anderen als oorzaak van eigen problemen zien
, Narcistische persoonlijkheidsstoornis
- grootheidsgevoelens
- zichzelf belangrijk vinden, arrogant
- geloven speciaal en uniek te zijn
- behoefte aan buitensporige bewondering
- gebrek aan empathie voor anderen
- afgunstig naar anderen
- gevoel bijzondere rechten te hebben
- exploiteert anderen
Wat in de persoonlijkheid van een bordeline stoornis zou je gevoelig kunnen maken
voor verslaving ?
- omdat ze impulsen slechter kunnen beheersen
Histrionische persoonlijkheidsstoornis
- excessief emotioneel en aandacht vragen
- voelt zich ongemakkelijk als hij niet in het middelpunt van de belangstelling staat
- vaak ongepast seksueel verleidelijk of uitdagend in contact
- snel wisselende, oppervlakkige emotionele uitingen
- voortdurend gebruik van uiterlijk om de aandacht te trekken
- vage manier van spreken zonder details
- zelfdramatiserend
- suggestibel : gemakkelijk beïnvloedbaar
- beschouwd relaties als intiemer dan dat ze zijn
Cluster C
- angst staat centraal
- geen opvallend gedrag, introvert
- oorzaak van problemen bij zichzelf zoeken
- in staat tot zelfreflectie
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis :
- voortdurende angst om bekritiseerd of afgewezen te worden