Week 2 Hoorcollege – Tijdigheid. Bestuurlijke voorprocedures.
Vorig college hebben we gesproken over hoe zit nu in algemene zin de
rechtsbescherming tegen de overheid in elkaar, hoe zit dat nou eigenlijk met dat BPR,
wat zijn de uitgangspunten, welke rechters zijn er. Wat is de invloed van het Europese
recht op ons nationale bestuursprocesrecht, maar nu kijken we naar een aantal
onderwerpen die meer te maken hebben met wat voorafgaat aan wat bij de rechter
gebeurt: de bestuurlijke voorprocedures.
I. Tijdigheid voor bestuur, burger en rechter
II. Systeem voorprocedures
III. Wanneer bezwaar, wanneer administratief beroep
IV. Wanneer geen bezwaar (rechtstreeks beroep)
V. Bezwaarschriftprocedure:
Functies, verloop, heroverweging ex nunc, op grondslag bezwaar,
herroepen/nieuw besluit
I. Tijdigheid en termijnen
Die termijnen zijn er niet voor niets. Er zit een gedachte achter: procedures moeten met
een bepaalde vlotheid worden doorlopen en moeten op gegeven moment ook afgelopen
zijn. Je ziet vaak dat het veel te lang duurt. En omdat die problemen er al lang waren
zeiden we van we hebben niet voldoende aan de termijnen in de wet, we moeten ook de
mindset van de mensen veranderen. Dat heeft er in geresulteerd dat er verschillende
oplossingen zijn gekomen. Met name gaat het dan eigenlijk de mogelijkheden om het
bestuur meer achter na te zitten. Daarnaast ook gedacht aan hoe rechters het meer
kunnen vlotten, en dat is door middel van het stroomlijnen van de processen. Niet zomaar
stukken die boven op liggen gaan behandelen, maar nee, we moeten gewoon gaan
selecteren.
Probleem:
- niet (tijdig) beslissen
- lange duur procedures
Oplossingen:
- cultuurverandering
- materiële- en procedurele oplossingen
Termijnen: bestuur, burger, rechter
Tijdigheid en het bestuur
Het bestuur heeft een aantal beslistermijnen. In het eerste college hebben we twee
modellen uitgelegd.
Termijnen voor het bestuur
Model 1 bip-bezwaar-bob
besluit op aanvraag (4:13 Awb)
wet / redelijke termijn, max 8 wk
In beide modellen heb je termijnen. In de ene is het langer dan de andere. Besluiten die
op aanvraag worden genomen, dan zegt de wet je moet kijken naar wat de bijzondere
wet geeft (de wet waarop de bevoegdheid van het bestuursorgaan is gebaseerd om dat
besluit te nemen). Daar staan termijnen in en die termijnen moet het bestuur in acht
nemen. Het kan zijn dat er geen termijn genoemd wordt en dan heb je de vangnet
bepaling, dat is 4:13 van het Awb. Als de wet niets zegt.
besluit op bezwaar (7:10 Awb)
wet / 6 of 12 wk. Kan dus bijzondere wet zijn maar meestal is het 6 weken
en als er een externe adviescommissie is dan is hij iets langer, want dan is
er eerst een advies en dan moet het BO nog over dat advies beraadslagen
en dan hebben ze iets meer tijd nodig, dus 12 weken.
Model 2 afdeling 3.4 = u.o.v. (uniforme openbare voorbereidingsprocedure). In dit
inspraakmodel is er een langere termijn omdat je natuurlijk op het moment dat die
procedure aan de gang is er heel veel verschillende zienswijzen komen. Het BO
Vorig college hebben we gesproken over hoe zit nu in algemene zin de
rechtsbescherming tegen de overheid in elkaar, hoe zit dat nou eigenlijk met dat BPR,
wat zijn de uitgangspunten, welke rechters zijn er. Wat is de invloed van het Europese
recht op ons nationale bestuursprocesrecht, maar nu kijken we naar een aantal
onderwerpen die meer te maken hebben met wat voorafgaat aan wat bij de rechter
gebeurt: de bestuurlijke voorprocedures.
I. Tijdigheid voor bestuur, burger en rechter
II. Systeem voorprocedures
III. Wanneer bezwaar, wanneer administratief beroep
IV. Wanneer geen bezwaar (rechtstreeks beroep)
V. Bezwaarschriftprocedure:
Functies, verloop, heroverweging ex nunc, op grondslag bezwaar,
herroepen/nieuw besluit
I. Tijdigheid en termijnen
Die termijnen zijn er niet voor niets. Er zit een gedachte achter: procedures moeten met
een bepaalde vlotheid worden doorlopen en moeten op gegeven moment ook afgelopen
zijn. Je ziet vaak dat het veel te lang duurt. En omdat die problemen er al lang waren
zeiden we van we hebben niet voldoende aan de termijnen in de wet, we moeten ook de
mindset van de mensen veranderen. Dat heeft er in geresulteerd dat er verschillende
oplossingen zijn gekomen. Met name gaat het dan eigenlijk de mogelijkheden om het
bestuur meer achter na te zitten. Daarnaast ook gedacht aan hoe rechters het meer
kunnen vlotten, en dat is door middel van het stroomlijnen van de processen. Niet zomaar
stukken die boven op liggen gaan behandelen, maar nee, we moeten gewoon gaan
selecteren.
Probleem:
- niet (tijdig) beslissen
- lange duur procedures
Oplossingen:
- cultuurverandering
- materiële- en procedurele oplossingen
Termijnen: bestuur, burger, rechter
Tijdigheid en het bestuur
Het bestuur heeft een aantal beslistermijnen. In het eerste college hebben we twee
modellen uitgelegd.
Termijnen voor het bestuur
Model 1 bip-bezwaar-bob
besluit op aanvraag (4:13 Awb)
wet / redelijke termijn, max 8 wk
In beide modellen heb je termijnen. In de ene is het langer dan de andere. Besluiten die
op aanvraag worden genomen, dan zegt de wet je moet kijken naar wat de bijzondere
wet geeft (de wet waarop de bevoegdheid van het bestuursorgaan is gebaseerd om dat
besluit te nemen). Daar staan termijnen in en die termijnen moet het bestuur in acht
nemen. Het kan zijn dat er geen termijn genoemd wordt en dan heb je de vangnet
bepaling, dat is 4:13 van het Awb. Als de wet niets zegt.
besluit op bezwaar (7:10 Awb)
wet / 6 of 12 wk. Kan dus bijzondere wet zijn maar meestal is het 6 weken
en als er een externe adviescommissie is dan is hij iets langer, want dan is
er eerst een advies en dan moet het BO nog over dat advies beraadslagen
en dan hebben ze iets meer tijd nodig, dus 12 weken.
Model 2 afdeling 3.4 = u.o.v. (uniforme openbare voorbereidingsprocedure). In dit
inspraakmodel is er een langere termijn omdat je natuurlijk op het moment dat die
procedure aan de gang is er heel veel verschillende zienswijzen komen. Het BO
