LES 1
Een algemene reflectie over identiteit
Institutionele identiteit op school...
Gemeenschapsonderwijs: voor elke godsdienst komt er een aparte leerkracht. Maar in latere jaren is
het ook een doel dat ze met elkaar in gesprek gaan over hun eigen godsdienst.
Katholiek onderwijs:
OVSG: multiculturaliteit omarmen (pluralisme), beetje hetzelfde als het gemeenschapsonderwijs.
VERSCHIL: ze hameren meer op neutraliteit
Steinerschool: hart en handen vooral aanwezig, soms lijkt het heel dogmatisch (speciale feesten,
speciale liedjes...). Maar dat is meer de perceptie van de samenleving. Hun visie zegt dat ze 1 zijn met
de natuur.
Institutionele identiteit in tijden van...
Secularisering: het wereld worden van de wereld + scheiding van kerk en staat (= godsdiensten mogen
niet bepalen hoe de staat functioneert en andersom)
Het identiteitsvierkant en de victoriaschaal: hulpmiddelen in de reflectie rond identiteit
Monoloogschool: dit is wat je krijgt, er zijn geen andere visies. Je doet mee aan de rituelen zoals wij die
voorschrijven... Casus: ‘Er is openheid voor levensbeschouwing, ze zijn er alleen niet. Ze worden soms
eens aangehaald dat er in de wereld andere levensbeschouwingen zijn, maar dat is het ook.’
Dialoogschool: er is een grote diversiteit, maar we hebben ook een eigen identiteit. We plaatsen deze
in het midden, maar we gaan er dan over spreken. Vb. Communie is aanwezig, niemand moet
meedoen, maar we gebruiken wel momenten in de klas om dit te bespreken. Wat doe jij thuis?
Waarom doe jij het niet?...
Kleurloze school: school die op zichzelf identiteit niet naar voor schuift, probeert alles neutraal en
objectief te houden. We gaan je niets opleggen.
Kleurrijke school: school die zegt er is super veel diversiteit. Je mag zijn wie je wil zijn, vertel er eens
over, we zijn open onder elkaar. Als school/leerkracht zelf hebben we geen uitgesproken identiteit.
Verschil met dialoogschool is dat deze laatste echt vertrekt vanuit katholieke identiteit.
Victoriaschaal = om een school in kaart te brengen in het vierkant. Feitelijk niveau (hoe is het momenteel op
mijn school?) en wenselijk niveau (hoe ziet mijn ideale school eruit?).
Een algemene reflectie over identiteit
Institutionele identiteit op school...
Gemeenschapsonderwijs: voor elke godsdienst komt er een aparte leerkracht. Maar in latere jaren is
het ook een doel dat ze met elkaar in gesprek gaan over hun eigen godsdienst.
Katholiek onderwijs:
OVSG: multiculturaliteit omarmen (pluralisme), beetje hetzelfde als het gemeenschapsonderwijs.
VERSCHIL: ze hameren meer op neutraliteit
Steinerschool: hart en handen vooral aanwezig, soms lijkt het heel dogmatisch (speciale feesten,
speciale liedjes...). Maar dat is meer de perceptie van de samenleving. Hun visie zegt dat ze 1 zijn met
de natuur.
Institutionele identiteit in tijden van...
Secularisering: het wereld worden van de wereld + scheiding van kerk en staat (= godsdiensten mogen
niet bepalen hoe de staat functioneert en andersom)
Het identiteitsvierkant en de victoriaschaal: hulpmiddelen in de reflectie rond identiteit
Monoloogschool: dit is wat je krijgt, er zijn geen andere visies. Je doet mee aan de rituelen zoals wij die
voorschrijven... Casus: ‘Er is openheid voor levensbeschouwing, ze zijn er alleen niet. Ze worden soms
eens aangehaald dat er in de wereld andere levensbeschouwingen zijn, maar dat is het ook.’
Dialoogschool: er is een grote diversiteit, maar we hebben ook een eigen identiteit. We plaatsen deze
in het midden, maar we gaan er dan over spreken. Vb. Communie is aanwezig, niemand moet
meedoen, maar we gebruiken wel momenten in de klas om dit te bespreken. Wat doe jij thuis?
Waarom doe jij het niet?...
Kleurloze school: school die op zichzelf identiteit niet naar voor schuift, probeert alles neutraal en
objectief te houden. We gaan je niets opleggen.
Kleurrijke school: school die zegt er is super veel diversiteit. Je mag zijn wie je wil zijn, vertel er eens
over, we zijn open onder elkaar. Als school/leerkracht zelf hebben we geen uitgesproken identiteit.
Verschil met dialoogschool is dat deze laatste echt vertrekt vanuit katholieke identiteit.
Victoriaschaal = om een school in kaart te brengen in het vierkant. Feitelijk niveau (hoe is het momenteel op
mijn school?) en wenselijk niveau (hoe ziet mijn ideale school eruit?).
